Op korte termijn liggen
de grootste kansen
van de Nederlandse
agro-industrie in uit
gangsmateriaal met
een korte terugver-
dientijd, zoals bijvoor
beeld kuikens.
Agrarisch Oost-Duitsland
gevolg hoge lasten voor het overheids
budget. Zo ontving een veeteeltbedrijf
per liter melk van de staat een bedrag
van 1,70 Mark, terwijl de consument in
de winkel slechts 0,68 Mark betaalde.
Voor graan bedroeg de producenten
prijs 68 Mark per 100 kg. Een brood
van 500 gram kostte in de winkel ech
ter slechts iets meer dan 0,90 Mark.
Toeleverende en
verwerkende industrie
De voedingsmiddelenindustrie in de
DDR bestaat uit meer dan 400 Volks-
eigene Betrieben, die zijn geclusterd in
50 zogenaamde 'Kombinaten'. De tota
le omzet van de voedingsmiddelenin
dustrie bedroeg in 1988 ruim 61 mil
jard mark. De vleessector nam hiervan
43% voor zijn rekening, de zuivelindus
trie 31 en de graansector 15%.
De grootste problemen voor de voe
dingsmiddelenindustrie liggen op het
terrein van de kwaliteitszorg en de ver
werking. De groente- en fruitsector
kampt met een gebrek aan gekoelde
opslagcapaciteit. De verwerkingscapa
citeit is slechts voldoende voor circa
een kwart van het totale aanbod. Het
gevolg is dat het verlies op de weg van
producent naar consument kan oplo
pen tot 30% van de totale produktie.
De zuivelindustrie heeft te maken
met een slechte kwaliteit van de rauwe
melk door de veelal verouderde melk
machines. De Oostduitse zuivelindu
strie produceert een beperkt pakket.
Van de totale melkproduktie in de DDR
wordt slechts 11% verder verwerkt tot
bijvoorbeeld yoghurt en kaas; in West-
Duitsland is dit 30%.
De vleessector kampt met een gro
te ondercapaciteit. In relatie tot de be
hoefte bestaat er een tekort aan
slachtcapaciteit van 15% en een tekort
aan koelcapaciteit van 30%.
Tabel 2 Produktiviteit (1988)
BRD DDR verschil
28
30
52%
17%
13%
Bron: Forum 3/90
granen (100 kg/ha) 56,4 40,8
aardappelen (ton/ha) 37,3 26,1
suikerbieten (ton/ha) 49,1 23.4
melk (kg/koe) 4.818 4.020
eieren (aantal/kip) 261 228
Produktiviteitsgroei
haalbaar
De Oostduitse landbouw wordt op
dit moment gekenmerkt door een lage
produktiviteit. Een groei van de pro
duktiviteit tot het Westduitse niveau is
op termijn en onder voorwaarden haal
baar, zeker gezien de redelijk gunstige
natuurlijke landbouwkundige uitgangs
situatie.
Of die produktiviteitsgroei gereali
seerd wordt en of de produktie daad
werkelijk zoveel toeneemt, is afhanke
lijk van een groot aantal factoren. Be
staat bijvoorbeeld inderdaad de bereid
heid en de mogelijkheid om omvangrij
ke investeringen te plegen Hoe ver
lopen de economische hervormingen
in het algemeen en meer in het bijzon
der: hoe verloopt de herstructurering
van de agrarische sector
Nog zal moeten blijken welke gevol
gen het terugbrengen van de onderne
mingsbeslissingen naar bedrijfsniveau
heeft. Hetzelfde geldt voor de effecten
die het drastisch verminderen of af
schaffen van de subsidies zal hebben
op de consumptie van voedselproduk-
ten. Van belang is ook de wijze en ter
mijn waarop het EG-landbouwbeleid
van toepassing wordt op de landbouw
in de DDR. Na de invoering van de
EG-prijzen wordt duidelijk welke con
currentiepositie de Oostduitse land
bouw ten opzichte van de landbouw in
de EG inneemt.
Perspectieven op termijn
Vrij algemeen wordt verwacht dat
ondanks de herstructurering van de
Oostduitse landbouw een relatief
grootschalige structuur gehandhaafd
blijft. De Duitse eenwording zal ertoe
leiden dat de middelen om de noodza
kelijke investeringen te plegen, be
schikbaar komen.
Gezien de gunstige natuurlijke uit
gangssituatie en de relatief grootscha
lige structuur mag worden verwacht
dat de Oostduitse landbouw onder het
EG-landbouwbeleid op langere termijn
(vijf tot tien jaar) redelijk concurrerend
kan worden. Dit geldt vooral voor ak-
kerbouwprodukten als granen en aard
appelen en voor veehouderijprodukten
als varkensvlees, boter en melkpoeder.
Met name in bulkprodukten zal de
DDR een kostprijsvoordeel kunnen
hebben. Verder bewerkte produkten
vergen voorlopig nog te veel techni
sche produktkennis en kapitaalgoede
ren. Daarnaast geldt dat verder be
werkte produkten veel meer marketing
nodig hebben. Op dit gebied bestaat er
in de DDR absoluut geen ervaring.
Voor de korte termijn moet rekening
Vervolg op pagina 27