Een van de meest ingrijpende ontwik kelingen die zich in de huidige tijd vol trekt, is de snel toenemende zorg over de toestand van onze natuurlijke leefom geving. Door verbeterde onderzoekme thoden en meettechnieken wint het zicht op de bedreigingen die zich voordoen, in snel tempo aan scherpte. Even snel stijgt het milieu als aandachtspunt op de maat schappelijke en politieke agenda. De regering heeft inmiddels een hele reeks van beleidsnota's over het onder werp het licht doen zien. De overkoepe lende nota, het NMP. is inmiddels alweer van een plus voorzien. Daarnaast zijn er sectorale nota's over bijvoorbeeld ver keer en vervoer en de landbouw, met verdere uitwerkingen naar deelaspecten zoals mestverwerking en gewasbescher ming. Veel van de gepresenteerde voor nemens hebben het karakter van het vaststellen van lange-termijn-doelstellin- gen De concrete uitwerking in de vorm van regelgeving, normstellingen en bijbe horende tijdpaden moet in veel gevallen nog plaatsvinden. Vooral ook daarvan zal afhangen welke invloed het milieu beleid zal hebben op de produktie- en con sumptiepatronen in onze samenleving. Als de ambities van het geformuleerde milieubeleid werkelijk worden waarge maakt, is niet minder aan de orde dan een grondige ecologische heroriëntatie van de wijze waarop mensen leven en werken. Een dergelijke heroriëntatie is wense lijk en zal zich daarom waarschijnlijk ook feitelijk gaan voordoen. Overigens zullen niet alleen overheidsvoorschriften daar aan bijdragen, maar ook bijvoorbeeld verschuivende publieksvoorkeuren die zich vertalen in het aankoopgedrag van consumenten. Deze omstandigheid com pliceert het nemen van lange-termijn- beslissingen met betrekking tot investe ringen. De milieu-factor vormt in deze fase van nog te concretiseren beleid een extra element van onzekerheid. En waar onze kerheid bestaat, wil een beslissing nog wel eens uitgeschoven worden. Het recente bericht dat het niveau van milieu- investeringen was teruggelopen, is in dat licht niet zo verwonderlijk. De noodzaak van heldere en stabiele milieu-normen, waar het bedrijfsleven houvast aan heeft, wordt daardoor nog eens extra onder streept. Vanuit onze rol als financier gezien vertalen de toenemende onzekerheden zich als extra risico's. Het wordt moei lijker te voorzien hoe de rentabiliteit en daarmee de levensvatbaarheid van som mige economische activiteiten zich zal ontwikkelen. Milieu-voorschriften en eco- gedrag van consumenten kunnen daarin wezenlijk verandering brengen. Voor beelden daarvan zijn niet moeilijk te vin den. Zo komen bijvoorbeeld bepaalde intensieve vormen van agrarische bedrij vigheid steeds nadrukkelijker onder vuur te liggen. In deze fase van toenemend milieu-bewustzijn lijken de technieken, die de Nederlandse landbouw zijn voor sprong hebben bezorgd, in sommige op zichten in een nadeel te verkeren. Soortgelijke ontwikkelingen kunnen zich gemakkelijk in andere takken van bedrijvigheid voordoen. Deze situatie vraagt vanuit de bank gezien om risico beheersing in de vorm van een grondige beoordeling van financieringsaanvragen op milieu-aspecten. Daarbij gaat het zo wel om vergunningen en de mogelijkheid om aan gestelde of te stellen normen te voldoen, als om de mogelijkheid van mi lieu-gerelateerde veranderingen in de marktpositie. Hoewel dat niet eenvoudig is in te vullen, zal gefundeerde beoorde ling op dit soort aspecten vast onderdeel van het financieringsbeleid moeten zijn. Een kredietrapport zonder gedegen mi lieu-paragraaf kan in deze tijd niet meer. Wijffels

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 5