Financieel- economische monitor 28 Rabobank 8/90 Feiten en cijfers Statistische gegegens vormen een belangrijke indicator voor ontwikkelingen in de economie en in de financiële wereld. Het blad Rabobank besteedt maandelijks aandacht aan een aantal van die gege vens. Vaste onderdelen zijn de Rabo-conjunctuurin- dicator en het overzicht van kredietverlening en middelenontwikkeling binnen de Rabobankorgani- satie. Het maandelijks wisselende thema vergelijkt dit keer inflatie en rente in eigen land met de cij fers bij onze oosterburen. Rabo-conjunctuur-indicator i Aan het verloop van de lijnen van con junctuur- en voorlopende indicator is af te lezen dat steeds meer tekenen duiden op een verder afkoelen van de Nederlandse economie. De prognose volgens de voorlo pende indicator geeft een afzwakking aan in september (vorige maand werd tot en met augustus nog enige stabilisatie voorzien). Opvallend is dat alle factoren waaruit beide indicatoren worden samengesteld, nu uit gaan van een (al dan niet kleine) daling. Voor wat betreft de voorlopende indicator komen de sterkste aanwijzingen van de mo netaire variabelen: de geldhoeveelheid en de leningen van de Rabobanken. Maar ook de verwachte bedrijvigheid duidt op een lichte vertraging van de conjunctuur. 3 De tekenen van lichte daling op zeer korte termijn zijn in lijn met de jongste prog noses voor de iets langere termijn. Zo voor spelt het Centraal Planbureau in Den Haag voor volgend jaar een teruglopen van de economische groei, zij het niet veel. Afge meten aan de groei van het reële nationale inkomen houdt dit in dat de economie zich nog altijd op een structureel of trendmatig Conjunctuurindicator Voorlop«fld ato Con|unctuurlndlcato Nationaal inkomen prijzen van 1900 Wll|ard«n g pad bevindt van circa 2 3/4 groei per jaar. Dit zou betekenen dat de conjunc tuurindicator zich volgend jaar rond de O-lijn zou bewegen. Om enig idee te krijgen van de trendmati ge groei op lange termijn is in de grafiek de toeneming van het reële nationale in komen in deze eeuw weergegeven. Ook uit deze grafiek is af te lezen dat de laat ste jaren vooral sprake is van trendmati ge groei. Rabobankorganisatie kredietverlening en middelen Dankzij het flinke herstel van de uitstaande kredieten in rekening-cou rant is de totale kredietverlening in juni met f 601 (729) miljoen toegeno men tot een totaal van f 87 455 (81 134) miljoen. De toename van de particuliere middelen wordt gekenmerkt door enerzijds de zich gestaag voortzettende groei van de spaarmiddelen en anderzijds de seizoenmatige afname van de tegoeden op betaalrekenin gen. Omdat de zakelijke middelen (eveneens seizoenmatig) terugliepen, steeg het totaal van de toevertrouwde middelen in juni met slechts f 185 (- 148) miljoen. Over het eerste halfjaar bedroeg de toename niet min der dan f 6,2 (4,1) miljard. Mutaties in de kredietverlening Aangesloten banken (bedragen x f 1 miljoen) jan. t/m jan. t/m mei 1990 mei 1990 mei 1989 Rekeningen-courant 504 186 169 Leningen en beleggingen 97 2 971 3 045 Totaal 601 2 785 2 876 Stand ultimo 87 455 betreft: spaarmiddelen, waardepapieren en betaalrekeningen, betreft: Mutaties in de middelen Aangesloten banken (bedragen x f 1 miljoen) Stand ultimo mei 1990 434 249 185 102 211 jan. t/m mei 1990 4 740 1 436 6 176 jan. t/m mei 1989 2 843 1 264 4 107

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 28