Agrarisch Oost-Duitsland Rundvleesproduktie Vervolg van pagina 8 gehouden worden met een terugval van de produktie. De vermindering van de subsidie op de producentenprijzen leidt ertoe dat een aantal bedrijven niet rendabel zal kunnen produceren. Pro blemen zullen zich verder voordoen met betrekking tot het vereiste kwali teitsniveau. Een ander belangrijk pro bleem dat naar verwachting zal optre den, is de zeer beperkte ervaring met het inspelen op marktontwikkelingen. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat ondernemers zich zeer sterk laten lei den door conjuncturele ontwikkelingen, waardoor voor (vrije) produkten zoge naamde 'varkenscycli' kunnen ont staan. De recente agrarische protesten in de DDR onderstrepen dat de hier voor geschetste problemen in het land zelf inmiddels als bedreigend worden ervaren. Kansen Nederlandse agro-industrie De Oostduitse agrarische sector zal moeten investeren in apparatuur en kennis. Op het gehele gebied van toe- leverings- en verwerkingsaparatuur lig gen er kansen voor de Nederlandse agro-industrie. Voorbeelden hiervan bulkprodukten te leveren. Voor voedingsmiddelenconcerns ontstaat ook de mogelijkheid om een volledig produktenpakket aan het grootwinkelbedrijf aan te bieden. Zo'n benadering vergt wel een gerichte stra tegie. Kwaliteits-voedirigsmiiddelen De uitbreiding van de EG met de DDR betekent een toename van het aantal inwoners van de EG met 5%. Deze groep inwoners zal relatief snel een redelijk welvaartspeil gaan berei ken. Hierdoor zal er op termijn een be langrijk grotere vraag ontstaan naar kwaliteits- en verder bewerkte voe dingsmiddelen. Nederland is op dit mo ment een belangrijke leverancier van deze produkten aan West-Duitsland en kan ze naar verwachting dan ook rela tief makkelijk op de Oostduitse markt gaan afzetten. Dit geldt bijvoorbeeld voor groenten en fruit, zeker gezien de lage zelfvoorzieningsgraad in Oost- Duitsland, en kaas. De inwoners van de DDR zullen zich op termijn gaan conformeren aan het consumptiepatroon van hun West- duitse medeburgers. Een onderdeel hiervan zal zijn een toenemende con sumptie van sierteeltprodukten. De Landbouw in Oost-Europa: Consequenties en mogelijkheden voor het Ne derlandse agro-bedrijfsleven. Onder deze titel heeft de Stafgroep Economisch Onderzoek van Rabobank Nederland onlangs een studie uitgebracht, waarin de verwachtingen met betrekking tot de ontwikkeling van de agrarische sector in Oost-Europa staan beschreven. Op grond van de verwachte ontwikkelingen na de radicale politieke omwentelingen aldaar wordt geanalyseerd welke con sequenties en kansen hieruit mogelijkerwijs voor de Nederlandse agribusiness voortvloeien. In de studie komt de situatie in de DDR uitgebreid aan bod. zijn uitgangsmateriaal, kassen, land bouwmachines, stalinrichtingen, appa ratuur voor de voedingsmiddelenindus trie e.d. Omdat het de Oostduitsers voorals nog aan voldoende middelen ont breekt, zullen geïnteresseerde bedrij ven moeten investeren in aanwezig heid om op langere termijn hun afzet te kunnen vergroten. Mede daarom zijn op korte termijn de kansen het grootst voor uitgangsmateriaal met een korte terugbetalingstijd. zoals kuikens, mest- biggen en plant- en pootgoed. De voedingsmiddelenindustrie in de DDR is waarschijnlijk voor een gedeel te over te nemen. Dit biedt op zich perspectieven voor voedingsmiddelen concerns. Op langere termijn is het land voor een aantal (bulk)produkten een goedkope producent. Gecom bineerd met de marktbewerking, -kennis en afzetkanalen van internatio nale voedingsmiddelenconcerns biedt dit de mogelijkheid om concurrerend Westduitse markt is de belangrijkste exportmarkt voor Nederlandse sier teeltprodukten. Indien op langere ter mijn de Oostduitse consumptie op het Westduitse niveau zou komen en evenredig door Nederland zou worden beleverd, betekent dat een groeimoge- lijkheid voor de uitvoer van sierteelt produkten van 10%, met een waarde van circa f 600 miljoen. Geconcludeerd kan worden dat de ontwikkeling van de landbouw in de DDR afzetmogelijkheden zal bieden voor het Nederlandse agro-bedrijfsle ven. Daarnaast zal de hervorming van de Oostduitse economie een grotere koopkrachtige vraag naar hoogwaardi ge voedingsmiddelen tot gevolg heb ben. Hiervan zullen Nederlandse ex porteurs naar verwachting zeker kun nen profiteren. De slachtsector in ons land kampt op dit moment met overcapaciteit. Hierdoor is de concurrentie tussen de slachterijen hevig en zijn de rende menten gemiddeld genomen gering. Ondertussen neemt de concentratie aan de vraagzijde -bij de levensmidde lendistributie- toe. Merkvlees is een manier om bij de consument zo'n ge richte vraag naar dat produkt op te bouwen dat de distributiesector er niet omheen kan. In merkvlees wordt de kwaliteit her kend en betaald. Maar merkvlees draagt ook een garantie in zich ten aanzien van een constante kwaliteit. Dat vraagt bij de slachterij inzicht in herkomst en produktiewijze van de die ren; met andere woorden: een integra le ketenbeheersing is vereist. Merkvlees vraagt verder een con stante uniforme aanvoer van voldoen de dieren. In de rundvleessector is dat een enorme opgave. Terwijl de stieren- houderij redelijk gespecialiseerd is, vindt de vaarzen- en kalverenproduktie op een veelheid van bedrijven plaats, die bovendien de melkveehouderij als hoofdtak hebben. Tenslotte vereist merkvlees een enorme investering in marketing. Er moet een voldoende ba sis zijn om die investeringen te dragen. In Nederland is het aanbod van zui vere vleesrassen vooralsnog te frag mentarisch om een basis te leggen voor een nationaal merk van kwaliteits rundvlees. Houders van zuivere vlees- dieren moeten dan ook beseffen dat afspraken op lokale schaal nodig zijn om hun afzet te garanderen en een prijs te behalen die voor hun dieren ge rechtvaardigd is. Door de geschetste ontwikkeling van de vleesveehouderij op melkvee bedrijven is het aanbod van kruisling- dieren wel -in toenemende mate- vol doende om een afzet te creëren voor een apart segment met een eigen prijs. Ondanks de moeilijkheden die ermee gepaard gaan, treffen enkele grote slachterijen dan ook maatregelen om de aanvoer en afzet van de betere kruislingen te structureren en te garan deren. De wisselwerking tussen de rundveehouders en de slachterijen kan een marktsegment doen ontstaan dat een meerwaarde heeft. Aldus kan door een verbeterende rundvleessituatie in de EG en een be ter gestructureerde afzet in Nederland een (aanvullend) inkomen verworven worden door vleesveehouders in Ne derland. Vervolg van pagina 17 27 Rabobank 8/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 27