uitzicht op de torens van Middelburg en dichterbij op de plaatsen Oostkapelle, Westkapelle en Aagtekerke. Voor het grij pen liggen de oude paviljoens, waarvan er één filmgeschiedenis schreef omdat er een groot deel van de film 'De koele me ren des doods' werd opgenomen. Badplaatsbelangen Directeur P.M. de Kam van de Rabo bank Domburg, heeft veel affiniteit met Zeeland en weet goed waarover hij praat als het over toeristische marketing gaat. De Kam: 'Dat er iets moest gaan gebeu ren, dat we moesten inspelen op een zich snel veranderende markt, was al lange tijd duidelijk. Maar je moet natuur lijk wel weten wat je dan wilt en of dat kan en vooral ook voor wie je het doet. Onderzoek dus. Dat kost geld en wie be taalt? De Stichting Badplaatsbelangen Dom burg speelt in het geheel een belangrijke rol. Zij is gevestigd in ons voormalige bankkantoor. De voorzitter van die club heeft ten tijde van de overdracht eens gezegd: 'Ik heb het gevoel dat ik een schoen heb gekocht zonder veters'. Met andere woorden: een mooi pand, maar nu nog een goed produkt. Al vrij snel na dat ik tot directeur in Domburg was be noemd heb ik die handschoen opgeno men. Van banken wordt verwacht dat ze de financiële kant van een zaak oplos sen. maar ik vond dat je eerst beter je or- ganisatie-know-how kon aanbieden om een degelijk fundament onder de plannen te kunnen leggen. Daar hebben de spe cialisten van Marketing Bedrijven van Rabobank Nederland ons goed mee ge holpen en de afdeling Marketing-Onder- zoek heeft voor begeleiding gezorgd na dat we hadden besloten een marktonder zoek te laten plaats vinden.' Dat werd uitgevoerd door het Neder lands Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme en Recreatie, het NWIT, tegen woordig bekend als Nationale Hoge school voor Toerisme en Verkeer, en het betrof de Gemeente Domburg, waartoe ook de kern Oostkapelle behoort. Het rapport, dat in juni 1987 werd gepresen teerd, had als titel 'Domburg, Toeristisch Totaal'. Het ging niet om een onderdeel maar om een optelsom van zaken, die zou leiden naar één compleet samenge steld produkt en daarvan moesten heel wat partijen worden overtuigd. Coöperatief Directeur J. van Asseldonk van de Stichting Badplaatsbelangen Domburg, is dol-enthousiast over wat tot dusver tot stand is gekomen. Van Asseldonk, op een terrasje middenin het centrum van de badplaats: 'Je zou het niet vermoeden van hieruit, maar op een paar honderd meter afstand leggen ze de laatste hand aan een gigantisch 'elk-weer-project' dat moet helpen de vijf jaar geleden gefor muleerde doelstelling waar te maken: kwaliteitsverbetering en seizoenverlen ging. Het rapport van het NWIT heeft daar goed richting aan gegeven. Niet streven naar massa-toerisme. Niet alles tegelijk en alleen in het hoogseizoen naar hier halen; daar is de capaciteit zowel voor wat de gemeentelijke infrastructuur als het hotel- en restaurantbedrijf betreft, niet op berekend. We hebben maar een smalle kuststrook met relatief weinig be schermend duingebied, daar moeten niet teveel mensen tegelijk in en denk eens aan het verkeer. Veel beter is het je aan tal overnachtingen - en dat zijn er nu al 1,2 miljoen per jaar, meneer, inclusief de tenten en de caravans - te spreiden over een langere periode. Dat betekent sei zoenverlenging en dat betekent weer dat je ervoor moet zorgen dat je produkt, je hele badplaats, dat aankan.' Van Asseldonk somt de partijen op die er belang bij hebben: de gemeente, de Stichting Badplaatsbelangen Domburg, de VVV, het bedrijfsleven, de verenigin gen, de politiek. Het is een kwestie van coöperatief opereren geweest om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen, waar bij overtuigingskracht op basis van ge loofwaardige conclusies uit het NWIT-on- derzoek een succesvol wapen in de strijd was. Het is prima gelukt tot nu toe. Speerpunten De Rabobank Domburg financierde de eerste grote stap op weg naar een veranderende marktpositie in toeristisch Zeeland: het onderzoek. Directeur De Kam realiseerde zich de mogelijke gevol gen wel degelijk: seizoenverlenging zou grote financiële investeringen vergen. Zo wel aan de bestuurlijke kant als bij het bedrijfsleven, dat moest inhaken met kwaliteitsverbetering van het eigen pro dukt. Rond de vijftig miljoen gulden bleek gemoeid met de bouw van een eigentijds bungalowpark, waar je in principe het hele jaar door terecht kan en een ambiti eus elk-weer-project, want wie buiten het zomerseizoen wil komen, moet kunnen rekenen op gepast vertier. Vandaar de plannen voor een recreatie-kuurbad, met een keur aan voorzieningen die meer doen denken aan sportieve fitness varianten dan aan het imago van een ge zapige modderbadcultuur. Die kant moest het niet uit. Hoewel je er ook weer rekening mee diende te houden dat Duitsers, die weglopen met Domburg en die al sinds jaar en dag in groten getale aanwezig zijn, iets anders onder het be grip Kurort verstaan dan een Belg of een Nederlander. De daadwerkelijke eerste bouwactivi teiten betroffen een aantal speerpunten: het Hof Domburg met 150 bungalows, de elk-weer-accommodatie Dorimare, de re constructie van de 5-sterrencamping en de nieuwbouw van het verpauperde Bad hotel. De eerste drie projecten zijn inmid dels geëffectueerd: het Badhotelplan blijft nog even toekomstmuziek. Van Assel donk: 'De grond is deze week net aan de gemeente verkocht en er is nogal wat discussie over wat voor soort hotel het moet worden. Er komt ook een ruime groenvoorziening bij. We blijven bezig...'. Bedrijfsleven Ten tijde van het uitkomen van het NWIT-rapport beschikte de gemeente Vanaf 'de Hoge Hil' verkopen De Kam (links) en Van Assel donk hun Domburg.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 25