Het Nederlandse bankenlandschap Voor internationale sa menwerking sloot de Rabobankorganisatie onder meer een over eenkomst met de Bel gische CERA, de UNICO-partner die in Leuven een nieuw hoofdkantoor bouwt. ren kan een nieuw marktsegment zon der hulp van buiten worden betreden. Echter, de praktijk heeft uitgewezen dat dit vaak een lange en moeizame weg is. Voor verzekeraars is marktpe- netratie in het buitenland op deze ma nier zelfs bijna onmogelijk. Het 'kopen' van kennis van anderen blijkt een meer succesvolle oplossing, die bovendien ook nog vaak goedko per is. Dat kan dan bijvoorbeeld door allianties aan te gaan met andere (fi nanciële) instellingen, waarbij samen werking op velerlei terrein tot de moge lijkheden behoort. De Rabobank heeft bijvoorbeeld voor deze vorm gekozen bij de samenwerking met de Spaanse Banco Popular. Een iets verdergaande stap is het samen met een partner oprichten van een nieuwe dochteronderneming, een 'joint-venture'. In tegenstelling tot de populariteit die deze vorm geniet bin nen het industriële bedrijfsleven, wordt deze binnen het bankwezen nog slechts beperkt toegepast. Overigens is het de verwachting dat de samen werking tussen Rabobank en Robeco wel in de vorm van een joint-venture wordt gegoten. Een volgende, wel algemeen gang bare mogelijkheid is het plegen van ac quisities: instellingen die reeds een sterke positie hebben opgebouwd op een deelmarkt, worden geheel of ge deeltelijk opgekocht en toegevoegd aan het moederbedrijf. Als meest vergaande vorm van sa menwerking geldt de fusie, waarbij de partners min of meer op voet van ge lijkheid in elkaar opgaan. Dit was het geval bij vijf van de zes 'mega-acties' in de afgelopen tweeënhalf jaar. zekeraars. Sinds de liberalisatie van het structuurbeleid is vanuit deze op tiek een viertal bewegingen aangekon digd, te weten het samengaan van de VSB Groep, AMEV en de Belgische AG Groep, Rabobank-lnterpolis, de Reaal Groep (De Centrale-Concordia- CVB-ASN en HBK) en het initiatief van het 'Nutsleven'. De synergie-effecten moeten met name voortkomen uit de toenemende afzetmogelijkheden van gecombineerde bank-verzekeringspro- dukten, het intensieve gebruik van de distributiekanalen en de financiering van de bancaire uitzettingen met mid delen van de verzekeraars. Complementariteit speelde ook een rol bij de fusie van NMB en Postbank. Het grote reservoir van middelen van de Postbank dient als financiering van de groeiende kredietportefeuille van de NMB. Schaalvergroting daarentegen was het hoofdmotief voor de grote fusie in spaarbankenland. De 'integrale sa menwerking' van de Bondsspaarbank Midden, Noord en Oost Nederland, de SNS Bank en de Coöperatieve Vereni ging van Bondsspaarbanken moet lei den tot een zwaardere positie op de bestaande markten. Ook bij de fusie van de Amro Bank en ABN stond schaalvergroting voorop, alhoewel voordelen uit hoofde van complemen tariteit - sterke positie in het effecten bedrijf van de Amro Bank versus het uitgebreide buitenlandbedrijf van de ABN - een nevenmotief vormden. Een derde strategische beleidskeu ze die de banken moeten maken, is de afweging tussen nationale danwel in ternationale expansie. Het is opmerke lijk te moeten constateren dat de be langrijkste bewegingen vooralsnog be perkt zijn gebleven tot de nationale in stellingen. Ondanks de inspanningen om te komen tot een interne markt is er tot op heden slechts een klein aan tal fusies van Nederlandse instellingen met partijen uit andere Europese lan den tot stand gekomen. Blijkbaar is de interne markt nog niet perfect en zijn de mentaliteits- en cultuurverschillen moeilijk overbrugbaar. Het aantal nieu we contacten met potentiële partners buiten Europa is bovendien verwaar loosbaar klein. Banken uit de Verenig de Staten trekken zich op het moment, vanwege binnenlandse problemen, eerder terug uit Europa dan dat zij hier nieuwe contacten leggen. De Japanse interesse reikt thans nog niet verder dan het zoeken naar een 'brugge- hoofd' in de EG met het oog op de Eu ropese eenwording. Toch zullen er binnen afzienbare tijd naar verwachting enkele grotere inter nationale fusies tot stand komen. De NMB/Postbank heeft al aangekondigd op zoek te zijn naar buitenlandse part ners en ABN/AMRO heeft ondertussen voldoende kapitaal vergaard om een buitenlandse acquisitie te kunnen fi nancieren. Een minder vergaande vorm van in ternationale samenwerking heeft de Rabobank overigens toegepast door het sluiten van overeenkomsten met de Spaanse Banco Popular en de Bel gische CERA en door afspraken bin nen UNICO, het samenwerkingsver band van coöperatieve Europese ban ken. Vormen van samenwerking Het is interessant te bezien op wel ke wijzen de gekozen strategieën vorm hebben gekregen. Specialisatie dan wel diversificatie, het streven naar complementariteit of schaalvergroting en nationale versus internationale ex pansie kunnen op uiteenlopende wijze tot stand worden gebracht. De meest voor de hand liggende weg is de groei op eigen kracht. Door veel tijd. geld en energie te besteden aan produktontwikkeling en het ope nen van nieuwe (buitenlandse) kanto- Branchevervaging Hoe zal het Nederlandse banken landschap er over een aantal jaren uit zien? Indien de huidige concentratie tendens doorzet, is het zeker dat het aantal banken sterk zal verminderen. Ook de scheiding tussen de uiteenlo pende branches zal naar verwachting verder vervagen. En uiteraard zal de invloed van buitenlandse banken toe nemen. Veel zal afhangen van de nu geko zen strategieën. De huidige periode, de jaren die voorafgaan aan de reali sering van de Europese interne markt en Economische en Monetaire Unie, zijn overgangsjaren. Door te kiezen voor een min of meer defensieve stra tegie nu sorteren de banken voor op de komende ontwikkelingen. In een la ter stadium, als de nieuwe posities dui delijk zijn, kan dan een uitgangssituatie ontstaan waarin meer offensieve acties een grote kans van slagen hebben. 22 Rabobank 8/90

Rabobank Bronnenarchief

T04 | 1990 | | pagina 22