Opmars Interpolis in MKB-verzekeringen Nieuw hoofddirectielid drs. D.J. Groninger Interpolis heeft grote verwachtingen van het recente samengaan met Rabobank Nederland. 'Maar we zullen het wel waar moeten maken, zowel bij de plaatselijke banken als bij hun klanten', stelt drs. D.J. Groninger nuchter vast. Een interview met de man, die sinds 1 juli naast hoofddirectievoorzitter van Interpolis ook hoofddirectielid is van Rabobank Nederland. In de verzekeringswe reld onderschat men de kracht van de com binatie Rabobank Interpolis niet. meent het nieuwe hoofd directielid Groninger. Het samengaan van Rabobank Nederland en Interpolis raakt Gronin ger heel direct in zijn eigen werkzaam heden. En tijdens het interview in het Interpolis-hoofdkwartier in Tilburg blijkt dat het nog even wennen is aan de dubbelfunctie die hij sinds 1 juli ver vult. Soms moet aan het noemen van 'onze bedrijfstak' ter toelichting 'dan heb ik het over de verzekeraars' wor den toegevoegd, terwijl even later met 'wij' heel nadrukkelijk de Rabobank wordt bedoeld. Toch heeft hij het niet echt moeilijk met het dragen van twee petten. 'Functioneel is het heel duidelijk: in de eerste plaats is het de Rabo-pet. Het ligt voor de hand dat ik me in de hoofd directie in het bijzonder bezig houd met het verzekeringsbedrijf van de Rabobankorganisatie, maar het is niet zo dat het dat alleen is. Maar... ik ben al een fiks aantal jaren verzekeraar, dus die pet zit nog heel lekker op het hoofd, hoor.' Die laatste opmerking is tevens een geruststelling voor de Interpolis-mede- werkers. 'Men uit hier in huis wel eens de vrees: gaat ie nou weg? Dat is ook de reden dat ik vooralsnog in Tilburg blijf zitten. Hier ligt trouwens ook het meeste werk.' Als hoofddirectievoorzitter van Inter polis heeft Groninger de afgelopen ja ren al intensieve contacten onderhou den met de Rabobank. Maar ook om andere redenen denkt hij weinig moei te te hebben zich thuis te voelen in deze organisatie. 'Zolang ik in het be drijfsleven zit, zit ik eigenlijk al in de coöperatieve wereld. Het coöperatief denken, het coöperatief met elkaar omgaan, relaties tussen de vereni gingsstructuur en de bedrijfsstructuur. Dat zijn allemaal dingen die mij al heel vroeg zijn ingeprent. En ik heb gemerkt dat in de verschillende coöperatieve bedrijven waar ik heb gewerkt, heel grote overeenkomsten liggen. Op de één of andere manier voelde ik me ook redelijk snel thuis in deze wijze van met elkaar omgaan.' Levensloop vol toeval De levensloop van het nieuwe hoofddirectielid toont die duidelijke bin ding met het coöperatieve bedrijfsle ven (het zuivelbedrijf CC Friesland en de verzekeraars FBTO, Avéro en Inter polis), maar ook een opmerkelijk oplei dingspakket. Na de MULO ging hij aan het werk om vervolgens -vooral in de avonduren- te studeren voor HBS- en HTS-diploma Chemische Technieken en voor het doctoraal examen econo mie. In zijn omgeving was een ULO- opleiding, gevolgd door het zoeken van een werkkring, heel gebruikelijk. 'In de praktijk merkte ik al snel dat meer theoretische kennis zou helpen. Je zou het ook een honger naar kennis kunnen noemen.' Aanvankelijk voelde Groninger zich vooral aangetrokken tot de techniek, maar al tijdens HTS-stages constateer de hij dat economie en management minstens zo belangrijke factoren wa ren. 'Dat heeft ertoe geleid dat ik na een korte periode pure techniek de stap nam om vanuit die technische achtergrond een baan meer in de be drijfsvoering te ambiëren.' Groninger legt er de nadruk op dat in zijn loopbaan het toeval een nogal belangrijke rol heeft gespeeld. 'Ik zeg dat ook als tegenwicht tegen die men sen die zo'n mooi gepolijst carrière- verhaal vertellen. Ik denk dat het in de meeste gevallen gewoon niet zo ge pland verloopt.' De overstap naar de verzekerings wereld had bijvoorbeeld ook met toeval te maken. 'Ik had er niet één keer aan gedacht dat je als techneut het verze keringsvak in zou gaan, dat was een heel andere wereld. Pas toen een

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 18