Gastopinie Voldoende ondernemingszin en steeds weer nieuwe mensen die de stap wagen naar het ondernemerschap, zijn essentieel voor een dynamische econo mie en voor de welvaart van een land. De koers die men nu inzet in Oost-Euro pa, spreekt wat dit betreft boekdelen. Im mers, een samenleving zonder voldoen de waardering en stimulansen voor het particulier initiatief dreigt te verstarren en in welvaart achterop te raken. Daarom is het zeer belangrijk het potentieel aan on dernemers in ons land zo goed mogelijk te benutten. Dit is ook één van de centrale doel stellingen van de in april van dit jaar door het ministerie van Economische Zaken gestarte voorlichtingscampagne 'Onder neem 't maar!'. Deze campagne is aan gekondigd in de nota 'Ruim baan voor ondernemen', waarmee de toenmalige staatssecretaris Evenhuis eind 1987 zijn blik op het te voeren beleid voor het mid den- en kleinbedrijf (MKB) presenteerde. De huidige minister Andriessen onder schrijft in grote trekken de inhoud en be leidslijnen van deze nota. Het MKB-be- leid richt zich op nieuw en bestaand on dernemerschap. Het wil geschikte men sen aanmoedigen om te gaan onderne men en zij die starten een grotere slaag kans geven en tevens de kwaliteit van bestaande ondernemers verbeteren. De campagne 'Onderneem 't maar!' sluit op deze doelstellingen nauw aan. De Nederlandse 'cultuur' is nog sterk gericht op werken in loondienst, maar voor velen is er misschien ook een toe komst als ondernemer. Om een sterkere 'ondernemerscultuur' in ons land tot stand te brengen is het erg belangrijk dat in de verschillende lagen van het onder wijs - dus zowel het algemeen voortgezet onderwijs als het middelbaar en hoger onderwijs - meer aandacht wordt besteed aan het ondernemerschap. In de cam pagne neemt het onderwijs een zeer be langrijke plaats in. Daarbij wordt op ver schillende schooltypen gemikt en worden uiteenlopende activiteiten ontwikkeld. Zo wordt er in samenwerking met andere or ganisaties een stichting opgericht die zich zal bezig houden met de oprichting van mini-ondernemingen in het voortge zet onderwijs. Leerlingen kunnen op die manier het ondernemerschap in al zijn facetten beoefenen. Ze doen praktische ervaring op met het zelfstandig onderne merschap en ook de interesse van de schoolleiding hiervoor wordt aangewak kerd. Ontwikkelingen als EG'92, de gebeur tenissen in het Oostblok, maar evenzeer de snelle technologische veranderingen stellen steeds hogere eisen aan het on dernemerschap. Ook scholing van het personeel, aandacht voor de arbeidsom standigheden en natuurlijk het milieu worden steeds meer sleutelfactoren voor succesvol ondernemen. De campagne wil bestaande èn startende ondernemers wijzen op het belang van al dit soort za ken voor een goede bedrijfsvoering en tegelijk aangeven hoe en waar de onder nemer voor deze zaken voor advies en ondersteuning terecht kan. In de cam pagne worden hiervoor massamedia in gezet en wordt tegelijkertijd ook een be roep gedaan op de voorlichtingskanalen en activiteiten van intermediairs. Voor startende en bestaande ondernemers zijn dat de instanties waar zij doorgaans voor advies aankloppen, zoals banken, accountants, Kamers van Koophandel, Instituten Midden- en Kleinbedrijf e.d. De campagne loopt in principe drie jaar. Naast de voortdurende algemene - vooral massamediale - uitingen krijgen in het verdere verloop van de campagne bepaalde thema's en/of doelgroepen tel kens bijzondere aandacht. Momenteel wordt bijvoorbeeld gewerkt aan modules over ondernemerschap in het onderwijs, automatisering, milieuzorg en vrouwelijk en etnisch ondernemerschap. In dit verband wil ik ook wijzen op een belangwekkende publicatie 'Kleinschalig Ondernemen in 1990' die het Econo misch Instituut voor het Midden- en Klein bedrijf (EIM) in juni van dit jaar uitbracht. Dit jaarboek is in nauwe samenwerking met het ministerie van Economische Za ken tot stand gekomen. De gedachte om een dergelijk boek werk tot stand te brengen, werd geboren tijdens het jaarlijkse International Small Business Congres. Bij deze bijeenkom sten wordt men, zoals gebruikelijk, over laden met boeken en brochures met al lerlei cijfermateriaal. Daaronder was een tweetal interessante publicaties van de Amerikaanse en Japanse overheid. Deze jaarlijkse overigens nogal uiteenlopende publicaties bevatten een grote hoeveel heid informatie voor een ieder die geïnte resseerd is in het reilen en zeilen van en het beleid voor het MKB in de twee ge noemde landen. Met deze voorbeelden mr. W. de Boer voor ogen is in samenwerking tussen het EIM en het ministerie van Economische Zaken gewerkt aan een publicatie die een helder en gedetailleerd inzicht geeft in het Nederlandse MKB. Het rapport 'Kleinschalig ondernemen in 1990' is hiervan het uiteindelijke resultaat. Deze Nederlandse uitgave verschilt overigens wel duidelijk van het Amerikaanse en Ja panse voorbeeld. Zo besteedt de Neder landse uitgave ook aandacht aan de eco nomische verwachtingen voor de nabije toekomst, maar is veel minder uitvoerig over het MKB-beleid, daar hebben wij im mers de Memorie van Toelichting bij de jaarlijkse begroting van EZ voor. Er zal ook jaarlijks een beknopte versie van het rapport in de Engelse taal worden uitge bracht. In het rapport wordt ook aandacht be steed aan de structurele ontwikkelingen in het MKB in de afgelopen tien jaar. Daarnaast wordt ingegaan op de ontwik kelingen die in de thema's van de voor lichtingscampagne centraal staan en in de komende jaren zware eisen zullen stellen aan de bedrijfsvoering van onder nemers in het MKB. Tevens wordt aan dacht besteed aan de ondersteuning die de overheid de ondernemer in het MKB kan bieden op tal van onderdelen van zijn bedrijfsvoering. Al met al bevat het rapport een goed en overzichtelijk inzicht in de 'State of small business' in ons land. Ik hoop en verwacht dan ook dat een dergelijke pu blicatie een ruime markt vindt en allen die betrokken zijn bij het MKB zal aanspre ken en dat het bovendien een waardevol le bijdrage levert aan het MKB-beleid. De auteur is directeur-generaal van Diensten, Midden- en Kleinbedrijf en Or dening van het Ministerie van Economi sche Zaken. Bijdragen in deze rubriek verwoorden de visie van de auteur en hoeven dus niet het standpunt weer te geven van de Rabobankorganisatie. 15 Rabobank 8/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 15