len er steeds meer toe overgaan pro-
duktietaken af te stoten. Hierdoor
trachten ze risico's die ontstaan door
verkorting van de levenscycli van hun
produkten, af te wentelen. Hier liggen
kansen voor het MKB als toeleveran
cier. Als het MKB tijdig inspeelt op
deze ontwikkelingen en hierbij kiest
voor samenwerking, kan naar het oor
deel van Moerman de kloof tussen de
verschillende industriële lagen worden
verkleind.
Natuurlijk moet er ook binnen het
Nederlandse industriële bedrijfsleven
concurrentie blijven bestaan, maar sa
menwerkingsverbanden in de produk-
tiesfeer, in onderzoek en ontwikkeling
en soms zelfs in de marktbewerking
kunnen in de concurrentieslag met bui
tenlandse aanbieders voordeel opleve
ren.
De netwerken die zo ontstaan, vor
men de smeerolie om de industriële
motor optimaal te laten functioneren.
Dit lukt alleen als de grote bedrijven,
de uitbesteders, meer investeren in
kennisoverdracht aan de toeleveran
ciers. Voor de toeleveranciers geldt
over het algemeen dat hun produktie-
kennis en outillage -mede dankzij de
goede conjunctuur van de afgelopen
jaren- niet slecht is; zij dienen hun in
spanning vooral te richten op het ver
groten van kennis over de markt en
hun omgeving. Daarnaast moeten uit
besteders en toeleveranciers geza
menlijk meer investeren in een duurza
me, gelijkwaardige relatie.
Produkten kennen een levenscyclus
die na de opgaande lijn van introduc
tie, groei en rijpheidsfase via de top
(verzadiging) uitmondt in een neer
waartse curve. Naar analogie van deze
produktlevenscyclus ziet prof. Moer
man de Nederlandse industrie in de
rijpheidsfase of zelfs daaroverheen. De
sterkste groeiers in de afgelopen jaren
waren de meer traditionele branches,
zoals de chemie en de voedings- en
genotmiddelenindustrie.
'Om de industrie een gezonde basis
te geven, is een evenredige verdeling
van de bedrijven over de verschillende
stadia van de industriële levenscyclus
noodzakelijk', stelt Moerman. 'Ook de
zogenaamde nieuwe industrieën,
waarin een substantieel hogere toege
voegde waarde wordt behaald, moeten
een evenredig aandeel hebben. Het
realiseren daarvan wordt eerder be
moeilijkt door een gebrek aan goede
ideeën dan door een gebrek aan geld.'
Kijk naar eigen bedrijf
Ontwikkelingen in de technologie, in
de markt en in de omgeving waarin be
drijven opereren (denk bijvoorbeeld
aan de aandacht voor het milieu) con
fronteren de industriële ondernemer
met veranderingen die zich in een
steeds sneller tempo lijken te voltrek
ken. Prof. Moerman heeft een duidelij
ke visie hoe het industriële MKB met
deze veranderingen zou moeten om
gaan.
'De ondernemer moet in ieder geval
zelf het initiatief houden. Kijk eerst
eens goed naar je eigen bedrijf en de
organisatie daarvan. Denk daarbij aan
wacht- en insteltijden, aan de routing in
het produktieproces en aan de werk
voorbereiding. Een recent onderzoek
ondersteunt deze stelling: besparingen
door automatiseringsprojecten zijn
'Lege onderneming' een gevaar
Industriële ondernemingen besteden steeds vaker activiteiten uit en hierin
liggen goede mogelijkheden voor toeleveranciers, met name ook in het mid
den- en kleinbedrijf. Naar het oordeel van prof. Moerman, hoogleraar
industriële economie aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, moet er ech
ter voor worden gewaakt dat 'lege ondernemingen' ontstaan. Ondernemingen
waarvan alleen nog het omhulsel (de formele status) bestaat en die zich niet
meer bezig houden met de primaire processen als verwerving, onderzoek en
ontwikkeling, produktie en afzet. Dat soort ondernemingen krijgen meer en
meer de status van 'kasstroomgenerator'.
'Op zichzelf is de financiële functie natuurlijk belangrijk', aldus Moerman,
'maar er ontstaan onevenwichtigheden zodra deze de primaire activiteiten
gaat overschaduwen. Een korte terugverdientijd van investeringen dreigt dan
een grotere rol te gaan spelen dan de organisatie en de cultuur van de pro
duktie. Er ontstaat een kunstmatig grote afstand tussen belangrijke schakels
binnen het bedrijf.'
Alleen denken aan rendement voor de korte termijn houdt het gevaar in dat
de onderneming achterop raakt in de kunde van het maken. 'Voor overleven
op de langere termijn moet er een strategische visie zijn op
voortbrengingsproces, techniek, produkten en markten. Een bedrijf is een or
ganisme, waarin alle elementen met elkaar in evenwicht moeten zijn. Gaat
één van deze elementen de boventoon voeren, dan ontstaan er per definitie
onevenwichtigheden. Een juiste en evenwichtige keuze is essentieel, omdat
middelen voor een langere periode worden vastgelegd.'
voor de helft terug te voeren op aan
passingen in de organisatie, voor 30%
op het produktontwerp en maar voor
20% op de automatisering zelf.
Ook moet de ondernemer -zeker in
deze tijd- geplande investeringen goed
overwegen. Welke effecten zijn er voor
de kosten, voor de organisatie en hoe
verhouden ze zich tot de vraag in de
markt. Belangrijk daarbij is dat de bij
komende kosten zelfs hoger kunnen
zijn dan de lasten van de investering
zelf.'
Het belang van samenwerking
wordt door Moerman nogmaals onder
streept. 'Voor het MKB liggen hierin nu
en in de toekomst mogelijkheden om
een hogere toegevoegde waarde en
een redelijke mate van risicospreiding
te realiseren. De industrie moet daar
voor zelf de voorwaarden scheppen.
Een gezonde industriële structuur is
ook voor de toekomst een factor van
belang voor de Nederlandse econo
mie.'
Een goede balans tus
sen 'high tech en 'low
tech-bedrijven is es
sentieel.