Rabobank en Robeco bodzijde van de markt voldoende aan leiding om na te denken over de toe komst van het effectenbedrijf. Ener zijds is er de al aangeduide tendens dat Rabobankcliënten niet langer al leen spaarders zijn, maar steeds meer een combinatie van spaarder en beleg ger. Anderzijds is er ook beweging aan de aanbodzijde: een groeiend aantal beleggingsinstellingen -ook buitenland se- opereert op de Nederlandse markt. En die internationale concurrentie wordt nog groter, verwacht Wijffels: 'De beleggingsmarkt is naar ons idee één van de eerste terreinen van financiële dienstverlening, die een echt Europese dimensie zal krijgen.' In zo'n turbulente markt zijn schaalgrootte en kennisin tensiteit bepalend om een sterke posi tie te kunnen innemen. In dit licht bogen de beleidsmakers van Rabobank Nederland zich over de vraag: blijven we voor de toekomst van ons effectenbedrijf geheel vertrouwen op eigen kracht of zoeken we samen werking met een gerenommeerde par tij? 'Toen Robeco beschikbaar bleek voor een alliantie, was voor ons de keus niet moeilijk', aldus Wijffels. 'Wij denken daarmee in één klap onze dienstverlening op het terrein van be leggingen op het gewenste niveau te kunnen brengen. We krijgen recht streekse toegang tot beleggingsex pertise en -produkten die behoren tot het beste wat in de Nederlandse markt voorhanden is. Er zal gewerkt kunnen worden in relatief zeer gunstige kwanti tatieve verhoudingen waar het betreft de kosten van kennis en systemen in relatie tot de omvang van het beheerd vermogen. En ook de gewenste inter nationale oriëntatie en positie zijn voor handen.' Wederzijdse overtuiging Samenwerking komt het beste tot zijn recht als beide partijen ten volle overtuigd zijn van de toegevoegde waarde van de partner. En dat is in dit geval zeker aan de orde (zie ook het artikel van prof.dr. P. Korteweg op pa gina 18). Wijffels: 'We hebben achteraf vastgesteld dat beide organisaties vo rig jaar zijn gaan nadenken. Begin maart belde de heer Korteweg mij. Mijn antwoord was: dat komt goed uit, want wij hebben ook nagedacht.' Dat het eerste gesprek tussen Wijffels en Korteweg plaatsvond op de dag dat ABN en Amro Bank hun fusieplannen bekend maakten, is toeval, maar kan ook worden gezien als een symbool voor de snelle veranderingen in de fi nanciële wereld. Na het eerste gesprek tussen de di rectievoorzitters van beide instellingen ging het snel. Al begin mei bestond in beginsel overeenstemming over het aangaan van een duurzame samen werking. Toen was duidelijk over welke terreinen de samenwerking zich zou dienen uit te strekken en waar beide partijen hun eigen weg zullen blijven gaan. Op dit moment wordt nader uit gewerkt hoe de samenwerking gestalte kan krijgen. Voor particuliere cliënten zal het meest in het oog springende gevolg van de samenwerking zijn dat de be leggingsfondsen van de Robeco Groep de huisfondsen worden van de Rabo bank. De huidige vijf huisfondsen van de bank. die gezamenlijk een belegd vermogen hebben van f 1,2 miljard, worden geïntegreerd in het assorti ment van Robeco. Bezien wordt nog welke Rabobankfondsen opgaan in een Robecofonds en welke -weliswaar onder een andere naam- zullen wor den voortgezet. Transacties in de nieuwe huisfond sen zullen worden verwerkt via het zo genaamde Rogirosysteem. Voorde klant heeft dit als voordeel dat niet de normale provisie voor beurstransacties hoeft te worden betaald, maar de lage re aan- en verkoopkosten van het Ro girosysteem. Tegelijkertijd kan hij wel aanspraak maken op persoonlijke ad visering. Overigens worden deze mo gelijkheden voor de Robeco-fondsen -vooruitlopend op het definitieve sa menwerkingsverband- nu al aan cliën ten van de Rabobank aangeboden. De samenwerking omvat niet alleen de huisfondsen. Ook op de terreinen beleggingsonderzoek en produktont- wikkeling bestaat het voornemen de krachten te bundelen, evenals bij het vermogensbeheer voor institutionele en particuliere relaties. Daarnaast wordt de ondersteuning van de aange sloten banken door de regionale beleg gingsadviesteams in de samenwerking ingebracht. Tijdens een gezamen lijke persconferentie gaven de directievoor zitters Korteweg (rechts) en Wijffels een toelichting op de samenwerkingsplan- Buiten de alliantie blijven het spaar- produkt Roparco en de buitenlandse activiteiten van Robeco. De Rabobank blijft zelfstandig in haar beurs- en com missionairsactiviteiten. Rabobank Ne derland krijgt geen bemoeienis met de beleggingsbeslissingen van Robeco, omgekeerd krijgt de Rotterdamse part ner geen invloed op het bancaire be leid van de Rabobankorganisatie. Joint-ventures Op dit moment wordt onderzocht in welke vorm de samenwerking het best kan worden gegoten. Vrijwel zeker zal gekozen worden voor het opzetten van één of meer gemeenschappelijke on dernemingen, waarin beide partners hun inbreng zullen hebben in de sfeer van kennis en ervaring. Het gaat dus vooral om inbreng in de vorm van 'menselijk kapitaal'. Naar verwachting zullen circa 100 medewerkers van Rabobank Nederland een plaats krij gen in de joint-venture(s) en daarnaast enkele tientallen medewerkers van de Robeco Groep. Het ligt in de lijn dat het samenwerkingsverband in Rotter dam wordt gevestigd, hoewel hierover nog geen beslissingen zijn genomen. In het najaar zullen ook de details van de samenwerking bekend zijn, maar nu al is duidelijk dat beide partij en veel van de alliantie verwachten. Wijffels zei daarover tijdens de pers conferentie: 'Al met al gaat het in deze samenwerking om een belangrijke be weging, waarvan wij grote verwachtin gen hebben. De koppeling van het grootste distributiekanaal voor finan ciële diensten en de grootste beleg gingsinstelling van het land stelt ons in staat tot de best mogelijke bediening van onze cliënten. Dat moet ook, want in de zich snel ontwikkelende markt is alleen het beste goed genoeg.' RC

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 17