Meer (korte) vakanties in eigen In '89 ook stijging overnachtingen buitenlanders Toerisme Volgens de prognoses zal het toerisme in het jaar 2000 de grootste bedrijfstak in Europa en de wereld zijn. In hoeverre Nederland hierin een rol speelt, is afhankelijk van de belangstelling van buitenlandse toeristen en van de mate waarin Nederlanders in eigen land op vakantie gaan. Beide doelgroepen lijken voor het toeristische bedrijfsleven in ons land mogelijkheden te bieden. Dit Europese Jaar van Toerisme is een goed moment om de balans op te maken. De reisverkeersbalans toont de toe ristische 'import' en 'export' in Neder land. In die zin is de reisverkeers balans ook een graadmeter voor de populariteit van ons land als vakantie bestemming voor buitenlanders. Wel moet hierbij worden aangetekend dat ook het zakenverkeer en bezoek aan congressen en beurzen in de balans zijn opgenomen. De grafiek laat de ontwikkeling van de reisverkeers balans zien over een aantal jaren. De grafiek toont voor het derde kwartaal van 1989 een lichte afname van de uitgaven ten opzichte van het zelfde kwartaal in 1988. Dit kan groten deels verklaard worden door de goede zomer van 1989, waardoor minder mensen dan voorheen verleid zijn hun vakantie in het buitenland door te bren gen. Deze (geringe) verbetering kan echter niet verhullen dat het negatieve saldo op de reisverkeersbalans aan zienlijk blijft. Korte vakanties De vakantieparticipatie, het aantal Nederlanders dat in een bepaald jaar tenminste éénmaal met vakantie gaat, nam in de jaren zestig en zeventig snel toe. Dit duurde tot het begin van de ja ren tachtig, waarna de groei afvlakte. In 1983 daalde de vakantieparticipatie voor het eerst. Toen ging ruim een kwart miljoen Nederlanders minder met vakantie. Pas na 1985 is er weer sprake van een duidelijk herstel. Het aantal Nederlanders dat in eigen land met vakantie gaat, is geste gen tot 6,2 miljoen (1988). Gezamen lijk boeken wij circa 14,5 miljoen va kanties in eigen land. Meer dan de helft (8 miljoen) hiervan zijn korte va kanties (een verblijf buitenshuis van minder dan 3 aaneengesloten over nachtingen), waaruit blijkt dat het eigen land vooral populair is voor tweede of derde vakanties. Korte vakanties wor den doorgaans niet (lang) van tevoren geboekt. Het mooie zomerweer heeft er dan ook toe bijgedragen dat vorig jaar in de maanden april tot en met september het aantal overnachtingen van Nederlanders in eigen land met 7% is toegenomen. De uitgaven voor binnenlandse va kanties door Nederlanders worden ge schat op circa f 2,6 miljard per jaar, verdeeld over ruim f 0,6 miljard voor korte vakanties en bijna f 2 miljard voor lange vakanties. Met name de uitga ven voor korte vakanties vertonen een positieve ontwikkeling, vooral als ge volg van hogere uitgaven per dag, een langere vakantieduur en meer korte binnenlandse vakanties. Buitenlandse gasten Het zogenaamde 'inkomend toeris me' omvat het verblijf van buitenlan ders in Nederland. Vooral Westduit sers, Britten, Belgen, Amerikanen en Fransen bezoeken ons land. Tezamen nemen zij ongeveer 80% van het inko mend toerisme voor hun rekening. Het Bijna de helft van de buitenlandse toeristen noemt het landschap als belangrijkste mo tief om ons land te be zoeken. W. van der Velden Bedrijfstakonderzoek 6 Rabobank 5/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 6