Italië
Vervolg van
pagina 11
toen afgesproken grenzen. In januari
1990 is bovendien de maximale band
breedte teruggebracht tot 2x2 1/4%,
zoals die ook voor de andere valuta's,
uitgezonderd de peseta, in het EMS
geldt. De hoger dan gemiddelde infla
tie, die niet is gecompenseerd door
wisselkoersaanpassingen, heeft de
concurrentiepositie van het Italiaanse
bedrijfsleven verzwakt en is dan ook
mede een oorzaak van de toenemen
de tekorten op de lopende rekening.
Een structureel probleem van de
Italiaanse economie is het zeer grote
overheidstekort. Jaarlijks bedraagt het
tekort van de overheid zo'n 10% van
het BBP. Hierdoor is de overheids
schuld opgelopen tot bijna 100% van
het BBP en nemen de rentelasten een
groot (en steeds groter wordend) deel
van de overheidsbegroting in beslag.
De met enige regelmaat terugkerende
plannen om dit tekort terug te dringen
zijn niet erg succesvol geweest. Door
de huidige regering is het doel gesteld
om in 1992 de begroting, afgezien van
rentebetalingen, in evenwicht te krij
gen. De noodzaak om de overheidsfi
nanciën op orde te brengen wordt nog
versterkt door de financiële liberalisa
tie. Hierdoor is het voor Italiaanse bur
gers en financiële instellingen mogelijk
om hun vermogen ook in andere vorm
dan eigen overheidsschuld te beleg
gen. Bovendien verdwijnen hierdoor de
huidige voorschriften voor banken en
andere financiële instellingen ten aan
zien van de kredietverlening aan de
overheid.
tale agrarische invoer. Ook aan de in-
voerkant overheersen de industriële
produkten als machines en transport
middelen.
Italië is sterk op de andere EG-lan-
den georiënteerd. Zowel van de uit- als
van de invoer is ruim 55% bestemd
voor, respectievelijk afkomstig uit de
Europese partnerlanden. De Bondsre
publiek is de voornaamste handels
partner van Italië.
Voor ons land behoort Italië tot de
grootste handelspartners. In 1989 be
droeg de Nederlandse export f 14,9
miljard 14% ten opzichte van 1988).
Daarmee neemt het land de vijfde po
sitie in op de top-tien van Nederlandse
exportmarkten. De categorie land-
bouwprodukten heeft de eerste plaats
in het Nederlandse exportpakket
1983
Export naar Italië 10186
Import uit Italië 5492
Handelsbalans 4694
Voornaamste exportprodukten
- Agrarische produkten 3691
- Minerale brandstoffen 2157
- Chemische produkten 1685
- Fabrikaten:garens.etc.a) 869
- Machines, transp.middelen 1423
- Div. industrieprodukten 361
Voornaamste importprodukten
zonnig worden genoemd. Na de uit
bundige ontwikkeling van de afgelopen
jaren is er nu sprake van stabilisatie,
maar met een geraamde groei van 3%
voor 1990 blijft Italië tot de koplopers
behoren. Het lijkt er op dat de investe
ringshausse haar hoogtepunt heeft
gehad. De consumptieve bestedingen
zullen dit jaar naar verwachting op
nieuw met bijna 4% stijgen, vooral on
der invloed van de loonontwikkeling
die de koopkracht doet toenemen. Op
het gebied van inflatie lijkt zich ook een
stabilisatie af te tekenen, nadat deze in
1989 weer was opgelopen. Dit maakt
het mogelijk dat de lire binnen het
EMS minder onder druk komt te staan
dan vorig jaar enige tijd het geval is
geweest, waardoor er ook op dat ge
bied rust komt.
1984
1985
1986
1987
1988
11710
13006
12480
12090
13039
5786
6526
7033
6929
7395
5924
6480
5447
5161
5644
4341
4852
5067
5136
5091
2327
2360
1359
694
677
1988
2095
2323
2406
2752
964
981
1010
1002
1204
1656
2190
1923
2085
2758
434
528
798
767
557
Tabel 3 Nederlandse handel met Italië
- Agrarische produkten
607
632
702
861
807
805
- Minerale brandstoffen
126
48
67
137
54
57
- Chemische produkten
344
431
482
700
730
858
- Fabrikaten:garens.etc.a)
1030
1219
1370
1317
1261
*2054
- Machines,transp.middelen
1752
1769
2039
2253
2262
2554
- Div. industrieprodukten
1633
1687
1866
1765
1815
1067
Bron: CBS Maandstatistiek buitenlandse handel per land
toename o.a. textiel, en -stoffen: f.690 min.
a) site-gr.no.6: industrieprodukten hoofdz. gerangschikt volgens grondstoffen.
Belangrijke handelspartner
De Italiaanse economie is in redelij
ke mate op het buitenland georiën
teerd. De uitvoer maakt bijna 20% uit
van het BBP, wat voor een land met
een dergelijke omvang niet laag is. De
exportstructuur geeft aan dat vooral de
industrie hierin overheersend is. De
belangrijkste produkten komen uit de
chemie-, metaal- en textielsector. Ge
zien de relatieve omvang van de land
bouwsector in Italië is het landbouw-
aandeel in het exportpakket beperkt.
De agrarische uitvoer neemt 7% voor
zijn rekening. Dit betreft voornamelijk
de export van groenten (70% van de
totale agrarische uitvoer). Goede twee
de, maar op grote afstand, is de export
van agrarische produktiemiddelen, en
dan vooral landbouwmachines.
In de Italiaanse invoer neemt de
agrarische handel een aandeel van
rond de 15%. Het grootste deel hier
van betreft de categorie voedsel, die
ruim de helft van de agrarische invoer
beslaat. De import van agrarische pro
duktiemiddelen (kunstmest e.d.) is
zeer beperkt: nog geen 5% van de to-
(40%), zo blijkt uit tabel 3.
In de handelsrelaties tussen ons
land en Italië bestaat er een fors over
schot op de Nederlandse handelsba
lans, doordat de uitvoer bijna twee
maal zo groot is als de import. Als le
verancier van de Nederlandse invoer
komt het land op de zesde plaats. Uit
deze cijfers wordt duidelijk dat een
gunstige economische ontwikkeling in
Italië ook voor het Nederlandse be
drijfsleven van belang is.
Zonnige vooruitzichten
De economische vooruitzichten
voor Italië kunnen in het algemeen
Op een aantal gebieden kent Italië
nog steeds niet te onderschatten pro
blemen. De belangrijkste hiervan zijn
de macro-economische onevenwichtig
heden (inflatie, overheidstekort) en
knelpunten aan de aanbodzijde van de
economie. Desondanks is er sprake
van een 'nieuw industrieel elan' en ont
wikkelt de economie zich als een van
de meest dynamische van de EG.
30 Rabobank 5/90