Akkerbouwers
op pad voor
perspectief
De akkerbouwers die de afgelopen maanden
de weg op gingen, zetten zich in voor betere
graanprijzen. Voor de meeste akkerbouwers
in Nederland zijn de granen niet de
belangrijkste inkomensbron. Aardappelen en
suikerbieten betekenen in dit opzicht meer.
Maar de graanprijs is wel een soort
barometer voor de akkerbouw en het
akkerbouwbeleid.
Granen spelen in de Europese Gemeenschap wel een
centrale rol. Na melk en vlees de grootste inkomensbron.
En de welstand van grote delen van het platteland hangt
samen met de ontwikkeling van de graanprijzen. Bij de vor
ming van de EEG eind jaren '50, begin jaren '60 was de
vaststelling van de hoogte van de graanprijs bijna een
struikelblok. West-Duitsland verlangde handhaving van zijn
hoge graanprijspeil, Frankrijk bepleitte een meer naar de
internationale markten gericht prijspeil. Duitsland kreeg zijn
zin en Frankrijk de ruimte om zijn akkerbouw flink te ont
wikkelen. De EG-prijzen van landbouwprodukten werden in
het vervolg niet alleen gebaseerd op wat er markttechnisch
mogelijk en nodig was, de prijzen moesten ook bijdragen
aan een rechtvaardig inkomen voor de producenten. Eco
nomische en sociale doelstellingen in één instrument. Zo'n
dubbele doelstelling is nogal eens bekritiseerd. Onze enige
Nederlandse Nobelprijswinnaar voor de economie, prof.
J. Tinbergen, heeft nooit onder stoelen of banken gesto
ken dat het dienen van twee heren op deze manier mis zou
gaan. In ieder geval waren de onderhandelingen in Brussel
over het landbouwbeleid vaak ware uitputtingsslagen. De
landbouworganisaties legden harde kostencijfers en de in
komensplaatjes op tafel. De marge voor een marktgericht
prijsbeleid was niet groot. Dat ging prima zolang de kosten
voor de overheid binnen de perken bleven en de markt-
functie van het prijsbeleid behoorlijk werkte. Vooral het ver
dringen van traditionele exportlanden op de internationale
graanmarkt door gesubsidieerde export is de EEG zwaar
aangerekend. Andere agrarische exporteurs, Australië,
Zuid-Amerika en met name de VS, gingen zich bemoeien
met het EG landbouwbeleid.
Marktstabilisatie
Bekend is de uitspraak van president Reagan: 'Alle
landbouwsubsidies binnen tien jaar de wereld uit'. Hoewel
later genuanceerd - wat is tenslotte subsidie, valt gratis
landbouwonderwijs er ook onder - ging die uitspraak een
grote rol spelen bij de GATT-onderhandelingen over meer
vrijheid bij industrie- en landbouwhandel. De EG werd
steeds meer onder druk gezet. Het EG landbouwbeleid
dreigde de voortgang van de vrijhandel bij industrie en
diensten te frustreren. Om een daad te stellen besloten de
EG-regeringsleiders tot een stoere maatregel. De prijsga
rantie voor granen werd, ingaande 1989, beperkt tot een
jaarproduktie van 160 000 ton. Bij overschrijding wordt een
algemene prijsverlaging toegepast van 3%. Omdat over
schrijding van het plafond voorspelbaar is door de trend
matige technische ontwikkeling (betere rassen, betere ver
zorging, minder oogstverliezen) werd een vrij zekere weg
naar prijsverlaging opgegaan. De individuele boer blijft niet
veel anders over dan meer te produceren. Wie zijn colle
ga's overtreft mag blijven. Voor dit systeem is in de Neder
landse akkerbouw nauwelijks een draagvlak. Er zijn aan
vullingen nodig. Die zijn er ook, maar werken niet of onvol
doende. Zoals de Europese braakregeling. Er zijn gebie
den die heel terughoudend zijn om de braakregeling echt
inhoud te geven. Zo is Denemarken benauwd dat hele ge
bieden zich komen aanmelden. En in Zuid-Europa wenst
men de landbouw om te schakelen op meer intensieve
teelten en oliezaden in plaats van braken. De maatregelen
om de produktie onder de 160 000 ton te houden werken
niet. En alleen dan is er een kans dat het prijspeil van de