Financieel- economische monitor Feiten en cijfers Statistische gegevens vormen een be langrijke indicator voor ontwikkelingen in de economie en in de financiële we reld. Het blad Rabobank besteedt maandelijks aandacht aan een aantal van deze indicatoren. Een vaste plaats in deze rubriek vinden gegevens over geld- en kapitaalmarkrente, dollarkoers, aandelenkoersen, kredietverlening en toevertrouwde middelen. Het maande lijks wisselende thema betreft dit keer de bestemming van de Nederlandse uit voer in 1989. Financiële markten i De daling van de geldmarktrente, die in de loop van februari inzette, conti nueerde zich in maart. Als gevolg van verschillen van inzicht tussen de Duitse regering en de Bundesbank over de ge wenste conversiekoers van Ost-marken Rente in Nederland weekgemiddelden in Koers van de dollar weekultimo's in guldens Indices aandelenmarkten weekgemiddelden 2800 Dow Jones, industrie 2700 1 llr*8f SCflaa' 2400 2300 2200 2100 2000 CBS. Algemeen ul rechter schaal in D-marken liepen de geldmarkttarie ven in de BRD en Nederland in de eer ste helft van april echter weer op. De uiteindelijke keuze wordt algemeen als ongunstig voor de Duitse inflatie be schouwd. De kapitaalmarktrente steeg door de inflatiedreiging en door de ver wachting dat de Duitse eenwording tot een toenemend beroep op de kapitaal markt zal leiden, nog iets sneller. De rendementscurve kreeg hierdoor een wat steiler verloop. De dollarkoers schommelt al enkele maanden rond f 1,90. Zowel de depre ciatie van de yen als de onzekerheden over de Duitse monetaire eenwording zorgden voor een opwaartse druk op de dollar. De landen van de G7 besloten weliswaar niet tot gecoördineerde steun aan de Japanse munt, doch individuele interventies ter ondersteuning van de yen drukten desondanks de dollarkoers. Per saldo veranderde de koers van de Amerikaanse munt dan ook weinig. De oplopende kapitaalmarktrente in Japan veroorzaakte voornamelijk neer waarts gerichte koersbewegingen op de aandelenmarkt in Tokio. De invloed hier van op de andere beurzen bleef be perkt. In Wall Street stegen de koersen en Amsterdam bereikte, ondanks de on zekerheden die de Duitse eenwording met zich meebrengt, medio april een nieuw hoogtepunt in het lopende jaar. Rabobankorganisatie kredietverlening en middelen De Spaarmiddelen van de aangesloten banken groeiden in februari andermaal flink met f 385 (140) miljoen. Mede door een aanzienlijke stijging van de saldi op betaalrekeningen en zakelijke deposito's konden de totaal toevertrouwde middelen in de verslagmaand toenemen met niet minder dan f 980 (349) miljoen. De stijging van de kredietverlening maakte deze maand een 'pas op de plaats' met f 40 (514) miljoen, waardoor de ultimostand uitkwam op f 85 541 (79 122) miljoen. Mutaties in de kredietverlening (bedragen x f 1 miljoen) Rekeningen-courant Leningen en beleggingen Totaal Stand ultimo jan. t/m jan. t/m feb. 1990 feb. 1990 feb. 1989 453 106 78 493 916 786 40 871 864 85 541 Mutaties in de middelen Aangesloten banken (bedragen x f 1 miljoen) Spaarontwikkeling bij de verschillende instellingen (bedragen x f 1 miljoen) Spaarverschil Spaartegoed jan. t/m jan. t/m 30 dec. 1989 feb. 1990 feb. 1990 feb. 1989 jan. t/m dec. 1989 dec. 1989 jan. t/m dec. 1988 bedrag Spaarmiddelen 385 1 155 335 Betaalrekeningen 348 - 331 366 Rabobankorganisatie - 146 1 944 147 65 979 39,9 Waardepapieren 24 51 23 Algemene spaarbanken - 98 - 26 - 486 26 386 16,0 Rekeningen-courant en Postbank - 235 - 37 389 26 671 16,1 deposito's (zakelijk) 271 - 214 159 Algemene banken - 105 1 290 398 46 281 28,0 Totaal 980 1 649 837 Totaal - 584 3171 448 165 317 100,0 Stand ultimo 97 684 Bron: CBS 24 Rabobank 5/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 24