Palingkweek
een stagnerend aanbod, met name
door beperking van de vangstmogelijk
heden en overbevissing. Sedert 1984
is er een dalende tendens te bespeu
ren in de aanvoer van paling uit de Ne
derlandse binnenwateren. De tabel
over de IJsselmeeraanvoer van aal il
lustreert dit.
IJsselmeeraanvoer aal
de hoogte van de investeringen. De
gemiddelde kwekerij levert jaarlijks
zo'n 25 ton paling. Voor een dergelijk
bedrijf moet gerekend worden met een
investering van circa f 50,- per kilo
gram paling. Al met al hebben we het
dus over een investering van ruim
schoots meer dan één miljoen gulden.
Van starters in deze nieuwe
bedrijfstak wordt verwacht dat ze teelt-
gehele kwaliteit, rendement, hardheid
en smaak van de kweekpaling. Een
voordeel is bovendien de garantie dat
de kweekpaling een schone vis is.
Door al die positieve factoren is de pa-
linghandel bereid een hoge prijs te be
talen, op dit moment zo'n f 19,- per
kilo.
De paling is in ons land een beken
de en gewilde vis. Wie kent niet de
x 1000 kg
x f1000
1980
664
7603
1981
723
7654
1982
842
8200
1983
935
9747
1984
695
8136
1985
681
7918
1986
721
8077
1987
538
7125
1988
461
6361
1989
563
7506
Bron: Ministerie van Landbouw, Na
tuurbeheer en Visserij
Viskwekers maken dankbaar ge
bruik van de ruimte tussen de toene
mende vraag en het stagnerende aan
bod. Ondernemers uit andere sectoren
tonen belangstelling voor deze bedrij
vigheid. De interesse vanuit de hoek
van de vissers neemt langzamerhand
toe, ook al omdat door het visserijbe
leid de werkgelegenheid in de zeevis
serij terugloopt.
De laatste jaren is er ook vanuit de
agrarische sector een groeiende be
langstelling voor de viskweek. Nogal
wat agrariërs stuiten bij hun speurtocht
naar alternatieve teelten op deze nieu
we bedrijfstak. Op het eerste gezicht
lijkt deze activiteit wonderwel te pas
sen in een nieuw te concipiëren be-
drijfsopzet. Grond, een gebouw en ar
beid zijn immers voorhanden. Maar na
een verdere verdieping in het onder
werp aquacultuur haken de meeste
agrariërs af, omdat de visteelt, en in
het bijzonder de palingteelt, een zeer
complex geheel blijkt te zijn.
Managementkwaliteiten
Om een palingkwekerij goed te kun
nen runnen, zijn een drietal factoren
van groot belang: het systeemontwerp,
het vakmanschap en het ondernemer
schap. De manager/kweker moet er
voor zorgen dat jaarlijks voldoende
kilo's paling per vierkante meter be-
drijfsoppervlak worden geproduceerd.
De huidige, grotere systemen heb
ben geen last meer van kinderziektes
en worden geleverd met technische en
teelttechnische begeleiding. Deson
danks worden er hoge eisen gesteld
aan de aspirant-kweker, mede gelet op
technische kennis en inzicht hebben.
Naast een oriëntatiecursus in visteelt is
een diepgaande kennis van de aqua
cultuur onontbeerlijk. Die kennis kan
worden opgebouwd via stages, studie
reizen. bedrijfsbezoeken, literatuur
studie en dergelijke. In de startfase is
teelttechnische ondersteuning door de
installateur onmisbaar gebleken.
Mede met het oog op het kapitaalin
tensieve karakter van de teelt dient de
ondernemer een ruim financieel-eco-
nomisch inzicht te hebben. In de op
start- en opbouwfase zullen liquiditeits
spanningen optreden; een groot deel
van de opbrengsten bestaat dan im
mers uit 'aanwas', terwijl de kosten ge
woon doorlopen. Het opbouwen van
een voldoende visvoorraad, de zoge
naamde standing stock, is noodzakelijk
om de continuïteit van het bedrijf op
lange termijn te garanderen en om het
teeltsysteem een constante belasting
te geven. In het totale teeltsysteem
dient een biologisch evenwicht te ont
staan. waardoor het geheel optimaal
gaat functioneren.
Perspectief
Palingrokers, handelaren en consu
menten zijn zeer te spreken over de al-
gerookte IJsselmeerpaling. Jaarlijks
worden er grote hoeveelheden paling
geïmporteerd. De Nederlandse binnen
visserij kan slechts voor een derde
deel aan de binnenlandse vraag vol
doen. Door overbevissing en door de
geringe glasaalintrek op de Nederland
se rivieren en meren zal het binnen
landse aanbod zelfs verminderen.
Op grond van de verhouding tussen
vraag en aanbod lijkt er dus een goed
perspectief voor de palingkweek. Een
subsidieregeling van de EG ter onder
steuning van de aquacultuur-ontwikke-
ling en de borgstellingsmogelijkheden
voor visteeltprojecten van het Borgstel
lingsfonds voor de Landbouw lijken
een extra stimulans om in de paling
kwekerij te stappen. Desondanks zijn
er regelmatig potentiële palingkwekers
die hun plannen niet doorzetten. Het
eigen vermogen is vaak onvoldoende
om mogelijke klappen op te vangen.
We hebben het over een zeer moeilijke
en risicovolle teelt, die echter wel per
spectief kan bieden voor ondernemers
die aan zware eisen van vakmanschap
en ondernemerschap voldoen.
Paling gedijt goed in
het zogenaamde recir
culatiesysteem. Of de
palingkwekerij ook
goed gedijt, is sterk af
hankelijk van de kwali
teiten van de onderne
mer en van het sys
teem.
17 Rabobank 4/90