Bedrijfsopvolging dan ook niet zo verbazingwekkend dat het overdragen van het eigendom èn de leiding in een familiebedrijf met emoties gepaard gaat. Om die reden wordt er ook niet zoveel over gespro ken. De zaken liggen te gevoelig. Sim pele dingen als 'de beste man op de goede plek' krijgen in een gezin toch een wat geladen betekenis. 'Gelet op alle emoties is het aan te bevelen om je te laten adviseren door een objectieve adviseur',vindt Tho massen. Helemaal uitbannen van emoties is niet nodig. Maar voor uitein delijke keuzes heb je zakelijke criteria nodig. Adviseurs kunnen daarbij een waardevolle rol spelen. Van het allergrootste belang is wel dat het probleem van de opvolging tijdig wordt onderkend. Als een ondernemer een ondernemingsplan maakt voor zijn bedrijf en daarbij kijkt naar de toe komst op wat langere termijn, zou hij ook een paragraaf moeten opnemen over opvolging. 'Een jaar voor je pen sionering aan je opvolging gaan den ken, is veel te laat. Sommige fiscale constructies vergen al een periode van 7 jaar', zegt Thomassen. Voor het succes van de opvolging is het van belang dat de contracten, overeenkomsten en regelingen worden getroffen op het moment dat alles nog goed gaat. 'De ondernemer die bezig is zijn hoofd boven water te houden, denkt niet zo snel aan opvolging.' Het is ook makkelijker om bijvoorbeeld tus sen kinderen te kiezen op het moment dat er nog geen tijdsdruk is. De be langhebbenden hebben dan zelf ook de tijd en gelegenheid om met de ge nomen beslissingen rekening te hou den. 'De meeste mensen hebben een testament', denkt Thomassen, 'en ik pleit ervoor om ook voor een bedrijf een testament te maken. Je duidelijk uitspreken over opvolging en continu- iteit kan zeer verhelderend werken, ook naar het personeel.' Arbitrair Een belangrijk onderwerp bij de op volging is de bepaling van de waarde van een onderneming. 'De niet-opvol- gers vinden de prijs vrijwel altijd te laag', stelt Thomassen. 'De opvolger die al enige tijd meeloopt in het bedrijf, vindt de prijs al gauw te hoog. Veel ge hoord is de opmerking 'ik heb toch zelf bijgedragen aan de waardevermeerde ring van het bedrijf, waarom moet ik daar nu dan voor betalen'. Voor de vaststelling van de waarde van een onderneming zijn geen alge meen geaccepteerde uitgangspunten. In het belang van de verschillende par tijen zal een oplossing moeten worden gekozen, die de opvolger niet al te zeer beperkt in zijn financiële mogelijk heden en anderzijds ook instanties als de fiscus tevreden stelt. De adviseur heeft vooral in dit on derdeel van de opvolging een zeer be langrijke taak. Hij dient in deze fase niet alleen naar de zakelijke aspecten, maar juist ook naar de emotionele as pecten te kijken. De rol van de vader is voor zijn advies heel belangrijk. Een vader kan drie petten op hebben: va der, directeur en eigenaar. Gelukkig is het tegenwoordig niet altijd meer zo dat de vader zijn pen sioen uit de opbrengst van de verkoop van zijn zaak regelt. 'Dat maakt de waardebepaling wat makkelijker', meent Thomassen. Een vaak omstre den punt is het vaststellen van de zo dat het tijdig in overleg treden met de fiscus bijna altijd tot een voor alle par tijen bevredigend resultaat leidt. Afhankelijk van de ondernemings vorm (éénmanszaak, vennootschap onder firma of besloten vennootschap) zijn er legio mogelijkheden om de overdracht van het bedrijf voor de op volger passend te regelen. 'Het is uit eindelijk ook niet in het belang van de belastingdienst dat het bedrijf na over name in moeilijkheden komt', meent Thomassen. De rol van de bank komt vaak pas in een laat stadium van het over drachtsproces aan de orde. Op het moment dat het ondernemingsplan en het plan voor de fiscus definitief zijn, wordt gekeken naar een passende fi- J.C. Boutens Voorlichting en Externe Betrekkingen genaamde goodwill. Thomassen han teert de vuistregel dat goodwill, die persoonsgebonden is, bij de waarde bepaling niet wordt gehonoreerd. 'Zo iemand verlaat het bedrijf en de good will is weg'. Fiscus Welke waarde er uiteindelijk ook wordt afgesproken, de fiscus zal van de overdrachtssom in ieder geval een deel belasten. Hoe hoog dat deel is, hangt af van de gekozen vorm van overdracht. Vooral ook voor het opstel len van een overdrachtsstructuur heb ben de eigenaar en de opvolger goede en deskundige steun nodig. 'Na de uiteindelijke keuze van de manier van opvolgen, kan de adviseur (accountant of fiscalist) een plan op stellen voor de inspecteur der belastin gen', stelt Thomassen. Ervaring leert nanciering. Dat het raadzaam is de bankier eerder bij de opvolging te be trekken, lijkt voor de hand te liggen. Tenslotte heeft, als het goed is, de re latiebeheerder van de bank in de loop der jaren ook kennis verzameld over de onderneming, de ondernemer en vaak ook al over de opvolger. Gelet op het feit dat de uitgangspunten voor het toekennen van een financiering onder meer het ondernemingsplan, de per soon van de opvolger, zijn onderne merschap en de zekerheden zijn, is tij dig overleg met de bank aan te beve len. Het probleem van de opvolging moet tijdig worden onderkend. 13 Rabobank 4/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 13