t
Vervangers
zuivelprodukten
knabbelen aan
quotasysteem
Landbouwcommentaar
Bij de discussies over het landbouwbeleid
vormt die over contingentering van de
produktie dan wel een rechtstreekse
prijsaanpassing een heet hangijzer. Bij het
Europees zuivelbeleid is in 1984 gekozen
voor een contingentering. Bij granen wordt
de weg van prijsaanpassing gevolgd.
Ir. J. H. Egberink
Er gaan in Europa
stemmen op de zui
vel en de veehouders
te beschermen tegen
de gevolgen van de
opkomst van imitatie
produkten.
Voor de producenten werken de beide systemen ver
schillend uit. De huidige inkomensverschillen tussen de ak
kerbouw en de melkveehouderij zijn daarvan een voor
beeld. Produktierechten blijken een waarde te hebben.
Deze stijgt soms uit boven de bedrijfseconomische waarde.
Een veehouder die rekent met marginale kosten en margi
nale opbrengsten kan veel betalen voor het produktierecht
voor een kg melk. Er is bij de producenten kennelijk veel
vertrouwen in het quotabeleid op lange termijn. Ondanks
1992. het begrip dat de vrijheid van de markt belichaamd.
Ook de consument merkt de gevolgen van het quotabeleid.
Zuivelprodukten zijn relatief duur gebleven en de zuivel-
grondstoffen relatief schaars.
Degenen die in de zuivelhandel en -verwerking hun
brood verdienen, zien uit naar vervangende grondstoffen.
Melkvet wordt vervangen door plantaardig vet. Melkeiwit
door goedkoper plantaardig eiwit.
Nu moeten zuivelvervangers aan bepaalde regels vol
doen. Voor 1 april 1989 waren dit nationale regels. Sinds
dien gelden de regels van de EG-verordening uit 1987. De
vroegere nationale regelgeving kende een aantal verbods
bepalingen, onder andere voor het gebruik van melkvreem-
de vetten en eiwitten in zuivelprodukten. Deze waren neer
gelegd in verordeningen van het Produktschap voor Zuivel.
Ook was het verboden consumptiemelk te bereiden uit een
andere grondstof dan pure melk.
26 Rabobank 3/90