Eind aan rentestijging in twee< Vertraging voorzien in economische groei Visie op 1990 Nadat de economische ontwikkeling het afgelopen jaar in onder meer de Verenigde Staten, Japan en de EG-ianden alleszins meeviel, moet voor 1990 rekening worden gehouden met een afzwakkende groei. Voor ons land betekent dit een minder sterk stijgende uitvoer. In Nederland staat tegenover een forse toeneming van de particuliere consumptie een licht afnemende investeringsgroei. Naar verwachting zal zowel de geldmarkt- als de kapitaalmarktrente in de eerste helft van het pas begonnen jaar nog onder opwaartse druk staan, maar vanaf de zomer mag een dalende tendens niet worden uitgesloten. Een visie op 1990. Voor de Visie op 1990 ligt het start punt bij de ontwikkelingen in het buiten land: de Verenigde Staten, Japan en de Europese Gemeenschap. De ontwikkelin gen in het buitenland hebben, vanwege het open karakter van de Nederlandse economie, immers een bijzonder grote in vloed op de financieel-economische ge beurtenissen in ons land, zowel wat be treft de handel met andere landen als wat betreft de rente. Internationale ontwikkelingen In vele opzichten is 1989 alleszins meegevallen. In de industrielanden kwam het gemiddelde economische groeitempo uit op ruim 3V2%, hoger dan een jaar ge leden werd verwacht. De economische groei versnelde zelfs in de EG-landen, met uitzondering van het Verenigd Ko ninkrijk. Een tegenvaller was dat de prij zen sneller gingen stijgen. Dit gold ook voor de Verenigde Staten en het Ver enigd Koninkrijk, waar de geringere eco nomische expansie normaal gesproken een verlangzaming van het inflatietempo zou doen verwachten. Zeker met het oog op de internationa le rente-ontwikkeling in 1990 zijn de twee volgende vragen van groot belang: zwakt het economische groeitempo ook op het Europese vasteland af? En zo ja, is deze afzwakking voldoende om het inflatietem po om te buigen? Bij het trekken van conclusies ten aanzien van de rente-ont wikkeling dient ook rekening te worden gehouden met de dollarkoers en de posi tie van de D-mark versus de andere EMS-valuta's. Het afgelopen jaar is gebleken dat niet alleen de Nederlandse monetaire au toriteiten beducht zijn voor de invoer van inflatie via een waardevermindering van hun munt. Duitsland, de andere Europe se landen en Japan verhoogden in 1989 mede op grond van de hoge dollarkoers hun rentes. De kracht van de dollar vorig jaar was verrassend. De dollarkoers vertoonde in 1989 ondanks een afnemend rentevoor deel zelfs nog een stijging met 7% tot ge middeld f 2,12. Bovendien werd er ten aanzien van de vermindering van de Amerikaanse dubbeltekorten (tekort op de lopende rekening van de betalingsba lans en overheidstekort) nauwelijks voor uitgang geboekt. Het tekort op de lopen de rekening van de Amerikaanse be talingsbalans daalde met 7 mrd tot 120 mrd en het federale overheidstekort daalde met 3 mrd tot 152 mrd. Velen Afzwakkende econo mische groei in het buitenland betekent voor Nederland een geringere stijging van de uitvoer. 6 Rabobank 2/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 6