Hoofddirectiekolom DirectService, één van de poten onder ons distributiebeleid. lEENADVIES Professionalisering is een streven waarin je, normaal gesproken, nooit je einddoel bereikt. Als je denkt dat je er 'bent', verlies je de kritische houding ten aanzien van jezelf. En voor je het weet, sta je weer op achterstand. Daarom is het zo goed dat de huidige cyclus van managementconferenties onze verdere professionalisering tot onderwerp heeft. De eis tot echt professionele dienst verlening is geldig in alle sectoren van onze organisatie. In de commercie even zeer als in de ondersteuning, in de bedrijvenmarkt niet méér of minder dan in de particulierenmarkt. Over die laatste sector, de particulie renmarkt, wil ik het nu hebben, omdat de particulierenmarkt zo n wezenlijke rol ver vult binnen onze coöperatieve functie. Middelen en een passende rentabiliteit, daarom gaat het in deze markt. Er is een heel hoge kwaliteit in dienstverlening no dig om binnen het huidige cliëntenbe stand alle mogelijkheden tot middelen werving en tot het genereren van winst te benutten. Bovendien zal het moeilijk wor den onze huidige posities te behouden als wij in kwaliteit niet meegroeien met de markt zelf. Uitbreiding van onze marktposities is dan al helemaal niet aan de orde. Wat zijn eigenlijk de doelstellingen in deze markt? Het marktaandeel in Sparen is met zo'n 40% hoog en moet minstens zo hoog blijven. Trouwens, in het gehele rentebedrijf zouden we de commerciële doelstelling voor de particulierenmarkt best op tenminste 30% mogen vastleg gen. En dan is het zo gek nog niet om voor diensten als Effecten en Verzekerin gen op tenminste de helft daarvan te mikken, op 15% dus. Maar tegelijk met deze marktdoelstel- lingen geldt ook nog een andere: rentabi liteit. Wij moeten er met elkaar voor zor gen dat er straks niet één dienst nog on rendabel is voor de aangesloten banken. Daarbij ga ik er dan van uit, dat alle kos ten die Rabobank Nederland maakt voor de produktondersteuning van de banken, volledig zijn doorbelast. Nogal ambitieuze doelstellingen, dat realiseer ik me heel goed. Laten we ons er niet door laten afschrikken, maar er juist een prikkel in zien om met alle kracht de verdere professionalisering ter hand te nemen. Wat is onze strategie? Niet langer zijn we voor iedereen de zelfde bank. Er zijn nuanceringen en deze nuances zullen we de komende ja ren met kracht moeten uitwerken. Twee voorbeelden wil ik noemen: verschillen tussen cliëntgroepen binnen één werkge bied en verschillen tussen werkgebieden. Voor het eerste, verschillen tussen cliëntgroepen binnen hetzelfde werkge bied, hebben we enkele jaren geleden een vorm van relatiebeheer aanvaard, die eenvoudig gezegd uit twee compo nenten bestaat: richt je als bank op reële vragen uit de markt en beantwoord die vragen op het vereiste kwaliteitsniveau. Een relatiebeheerder die zich afvraagt wat een cliënt mogelijkerwijs aan produk- ten en diensten nodig heeft, dient zich minstens even intensief te beraden over de vraag welke cliënten hij met een dienst niet moet benaderen. Dat is een prima vorm van zuinigheid. Maar als een zorgvuldig geselecteerde cliënt een aan bod wordt gedaan, dan dient de bank alle vereiste know-how achter de hand te hebben om het aanbod waar te maken. Geen slechtere reclame dan beloften doen die je niet in daden kunt omzetten. Met een andere nuance hebben we nog niet zoveel ervaring. Dat betreft de verschillen tussen werkgebieden. Geluk kig beginnen we daar met z'n allen steeds meer oog voor te krijgen. We mo gen dan allemaal dezelfde naam Rabo bank dragen, onze verzorgingsgebieden verschillen aanzienlijk. Werken in een grote stad is écht heel anders dan wer ken op het platteland. Van alle banken hetzelfde vragen als bijdrage aan de or ganisatiedoelstelling, dat zou betekenen dat we in het ene werkgebied kansen la ten liggen en in een ander werkgebied overvragen. Dat is een verkeerd soort gelijkheid. De na te streven marktdoelen zoals hierboven vermeld, zijn dan ook macro-cijfers die van bank tot bank zeer kunnen verschillen. We zullen er de ko mende jaren veel aandacht aan moeten schenken. Naast dergelijke nuanceringen wil ik nog een tweede element aandragen: de distributie. De bank met de meeste kan toren is tegenwoordig ook de bank met de meeste geldautomaten. Voor mij is dat een bewijs, dat wij in méér sectoren dan persoonlijke bediening koploper kun nen zijn. Niet elke klant vraagt om per soonlijke bediening. Sterker, er is zich een categorie cliënten aan het aftekenen, die juist prijs stelt op andere vormen van dienstverlening, of die andere vormen minstens even goed vindt. Het is dus ook inspelen op reële vragen als wij onze dis tributievormen optimaliseren. Niet om al lerlei leuke dingen in huis te hebben, maar omdat wij simpelweg opbrengst kansen onbenut laten als wij ons kost wat kost op persoonlijke bediening blij ven baseren, terwijl de marktwensen ver schuiven naar 'thuis' en 'techniek'. Direct marketing, Rabo teleBank, toe passingen van DirectService, het zijn naast de zo belangrijke persoonlijke be diening drie van de 'poten' onder ons be stel voor de jaren negentig. Juist omdat wij met onze medewerkers zo dicht bij de klant gehuisvest blijven, hebben wij een ideaal uitgangspunt voor alternatieve vor men. Ook op dit punt dus een verdere pro fessionalisering. Want daarom gaat het, ook in de particulierenmarkt. Burghouts 5 Rabobank 2/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 5