Wat ons bezighoudt Dezer dagen worden de jaarcijfers van de Rabobank- organisatie over 1989 gepre senteerd, maar inmiddels zijn al enkele tipjes van de sluier opgelicht over de gang van zaken. Zo weten we dat het aantal medewerkers van onze organisatie het afgelo pen jaar met circa 1200 per sonen is toegenomen tot meer dan 34.000. Dit is zonder meer een op vallend groeicijfer, zeker als we in ogenschouw nemen dat de toename in de beide voor gaande jaren tot zo'n 600 mensen beperkt bleef. We moeten terug naar de jaren '85 en '86 om een personeels- groei te vinden die vergelijk baar is met die in het afgelo pen jaar. Er is echter een groot verschil tussen toen en nu. In het midden van de tachtiger jaren groeide het aantal medewerkers aanmer kelijk sneller dan het activi teitenniveau van de bank, ter wijl de ontwikkeling van deze beide grootheden het afgelo pen jaar veel meer met el kaar in evenwicht was. De batenstijging compenseert nu dan ook ruimschoots de (personeels jkostenstijging. De cijfers onderstrepen dat toenemende automatisering bij banken niet automatisch een teruglopende werkgele genheid betekent. Of de per soneelsontwikkeling in '89 maatgevend is voor de ne gentiger jaren, is echter de vraag. Aandacht voor kosten beheersing blijft aan de orde en dat houdt in dat ook de ko mende tijd de noodzaak van iedere vacature zorgvuldig moet worden afgewogen. Afstoten belang Van Lan- schot schikt alle partijen Rabobank Nederland is bereid haar belang van 40% in Van Lanschot's Beleg gingscompagnie BV te verkopen aan de andere grootaandeelhouder, de National Westminster Bank. De beoogde wijziging in de eigendomsverhoudingen van Van Lanschot, die eind vorige maand werd aangekondigd, zal in het voordeel werken van alle drie betrokken partijen. Een hechtere samenwerking tussen Van Lan schot Bankiers NV en 'NatWest' betekent voor de Nederlandse partner een verrui ming van de internationale mogelijkheden en voor de Britse bank een verbetering van haar positie op de continentale markt. Om de positie van de Rabobank- organisatie aan te geven, moet worden gekeken naar de motieven die destijds, in 1978, golden om een belang in Van Lan schot te nemen. Belangrijkste argument was toen dat samenwerking met Van Lanschot zou leiden tot een wederzijdse versterking van de positie op de (interna tionale) wholesale markt. Van de beoog de synergie is echter nooit optimaal spra ke geweest, met name ook door de voor spoedige ontwikkeling van het eigen wholesale bedrijf van Rabobank Neder land. Dit is mede het gevolg van de snel le internationale expansie van de Rabo- bankorganisatie. Al enige tijd geleden is dan ook ge constateerd dat continuering van deel name in Van Lanschot niet past in het streven om de positie als internationaal opererende wholesale bank verder te versterken. Het met de participatie ge moeide vermogen kan beter op andere beleidsterreinen (bijvoorbeeld het Buiten- landbedrijf en de ontwikkeling van het All Finanz-concept) worden ingezet. Rabo bank Nederland heeft daarom positief gereageerd op het verzoek om bij defini tieve overeenstemming tussen Van Lan schot en NatWest haar belang aan de Britse bank over te doen. Drs. H. Visser in Hoofddirectie Sinds 1 februari maakt drs. H. Visser (45) deel uit van de Hoofddirectie van Rabobank Nederland. Het nieuwe Hoofd directielid kwam in 1971 in dienst bij Rabobank Nederland nadat hij in Amster dam zijn studie macro-economie met het doctoraal examen had afgerond. Na functies bij de stafafdeling Economisch Onderzoek en het directoraat Relatiebe heer en Kredietverlening werd de heer Visser in september 1984 benoemd tot hoofd van het directoraat Buitenland. Sinds juli vorigjaar was hij hoofd van het directoraat Bedrijfsrelaties. De benoeming houdt verband met het aanstaande vertrek uit de Hoofddirectie van de heer F.H.J. Boons, die per 1 juni een functie buiten de Rabobankorganisa- tie heeft aanvaard. Consument heeft liever één plastic card Plastic kaarten spelen in het heden daagse betalingsverkeer een niet weg te denken rol. Banken en 'traditionele' credit cardmaatschappijen voorzien hun cliën ten al tientallen jaren van deze -al dan niet met magneetstrip of chip uitgeruste- stukjes plastic. Maar ook andere onder nemers en instellingen hebben zich op deze markt begeven. Winkeliers geven kaarten uit om klanten aan zich te binden (de zogenaamde private labelcards). De affinity card, de kaart die een instelling samen met een kaartmaatschappij uit geeft (bijvoorbeeld de kaart van ANWB en Eurocard), is in ons land een vrij nieuw fenomeen. De Rabobank meent dat het uitgeven van cards door niet-bancaire instellingen een niet meer weg te denken fenomeen is. Maar tegelijkertijd moet de conclusie zijn dat hiermee een chaos aan het ontstaan is, waarop de consument zeker niet zit te wachten. Op den duur zullen de kaart houders zelf een grootscheepse sanering op gang brengen. Gevolg zal zijn dat voor veel cards -met name private label cards- op langere termijn de levensvat baarheid gering moet worden geacht. Tot die prikkelende stellingname kwam C.A.V. van Tiggelen, hoofd Produktgroep Betaaldiensten van Rabobank Neder land, onlangs op een congres over plas tic geld. Onderzoek van de bank geeft aan dat de gemiddelde Nederlander -anders mis schien dan de Amerikaan- er weinig voor voelt met een dikke stapel plastic op zak te lopen. Dat is ook wel begrijpelijk, al leen al omdat de gebruiker van veel 3 Rabobank 2/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 3