Naar veiliger
en milieu
vriendelijker
gewas
bescherming
Landbouwcommentaar
Ir. J. H. Egberink
Het ontplooien van nieuwe marktinitiatieven Chemische gewasbescherming is een produkt van de in
dustriële ontwikkeling dat in de land- en tuinbouw op grote
door de landbouw zal de komende tijd veel
inspanning vergen. Maar ook op het terrein
van de produktie wachten nog grote klussen.
Een voorbeeld vormt de
wasbeschermingsbeleid
schaal wordt toegepast. Alleen al in Nederland wordt jaarlijks
inspanning vergen. Maar ook op het terrein circa 19 min. kg aan bestrijdingsmiddelen gebruikt. In allerlei
soorten en vormen. Zonder gewasbeschermingsmiddelen is de
moderne land- en tuinbouw haast niet denkbaar. Niet alleen
Een voorbeeld vormt de aanpak van het ge- worden allerlei plagen en ziekten er effectief door bedwongen.
De kosten van deze methoden steken gunstig af tegen biolo
gische of mechanische methoden van gewasbescherming.
Toch zoekt de landbouw naarstig naar andere methoden
om gewas en grond gezond te houden. De neveneffecten van
chemische gewasbescherming zijn onderschat. In bodem en
water blijken zich door het langjarig gebruik van gewasbe
schermingsmiddelen concentraties van de middelen of omzet-
tingsprodukten op te hopen met schadelijke effecten voor mi
lieu en mens.
Meerjarenplan
Er wordt door de overheid gewerkt aan een Meerjarenplan
voor de Gewasbescherming. Het gaat er daarbij om de struc
turele afhankelijkheid van chemische middelen fors te vermin
deren.
In het Nationale Milieu Beleidsplan wordt als taakstelling
genoemd een vermindering van het gebruik met tenminste
50% in 2000. Voor grondontsmettingsmiddelen wordt een re
ductie van 80 a 90% genoemd. In de Derde Nota Waterhuis
houding van de overheid wordt gesteld dat in 1995 al een afna
me van de emissie van bestrijdingsmiddelen naar oppervlakte
water moet plaatsvinden van 50%. En in weer een ander over
heidsstuk staat dat er, met het oog op de drinkwaterkwaliteit,
nog een aanvullende normstelling komt voor het bovenste
grondwater. Van alle kanten komen beperkingen op de land
bouw af.
Er zijn diverse ministeries betrokken bij het beleid inzake
bestrijdingsmiddelen. Het Ministerie van Welzijn, Volksgezond
heid en Cultuur (WVC) ziet toe op de risico's in verband met de
volksgezondheid, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieu(VROM) let op de milieu-aspecten, Sociale Zaken en
Werkgelegenheid bemoeit zich met de risico's voor degenen
die met de middelen werken en Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij is verantwoordelijk voor de landbouwproduktie en
sinds enkele jaren ook de natuurbelangen. Deze Ministeries
gezamenlijk beslissen over de toelating en het verbod van be
strijdingsmiddelen. Wanneer er zoveel uiteenlopende belangen
in het geding zijn is een eindafweging niet gemakkelijk. De di
recte gevolgen van maatregelen ter beperking van
bestrijdingsmiddelen kunnen aanzienlijk zijn, vooral wanneer
geen vervangende middelen of methoden voorhanden zijn. Het
Landbouwschap behartigt in deze de belangen van de telers.
Het lange termijn-beleid gericht op behoud van een gezonde
bodem en water, wordt daarbij niet uit het oog verloren. Ook
toekomstige generaties boeren en tuinders moeten nog een
bestaan kunnen vinden.
26 Rabobank 2/90