Arbitrair beleid rond huurwaardeforfait slecht voor woningmarkt Huurwaardeforfait Het huurwaardeforfait voor eigen woningbezitters staat dezer dagen volop in de be langstelling. Gesproken wordt over een verhoging van 1,8% naar 2,3%. En dat nadat het forfait per 1 januari al omhoog is gegaan van 1,3% naar 1,8%. De door Financiën voorgestelde verhoging van het forfait is onvoldoende onderbouwd en volstrekt arbitrair. Het beoogde effect van de wijziging (een schoner milieu) is hoogst onzeker. Van vele kanten, onder andere door de Vereniging Eigen Huis, is ernstige kritiek geuit op deze maatregelen. Eigen Huis komt tot de conclusie, dat het forfait zou moeten worden verlaagd tot ten hoogste 0,8%. Onze berekeningen komen uit op een verdere verlaging. In de belastingwet wordt ervan uitge gaan dat de bezitter van een woning die in zijn eigen huis woont, daardoor inko men in natura geniet ten bedrage van het bedrag dat hij bij verhuur zou ontvangen minus de eigenaarskosten. Dit is geba seerd op de gedachte dat een eigen wo ning ten dele kan worden gezien als be legging (in dat geval is de opbrengst van de belegging, i.c. de huur, belastbaar) en ten dele als besteding (in dat geval is er geen grond tot belastingheffing). Bij de invoering van het forfait in 1970 is als uit gangspunt gesteld dat het bezit van een eigen woning voor 80% in de sfeer van het verwerven van een gebruiksgoed met een duurzame waarde ligt en voor 20% in de sfeer van beleggen van vermogen. Na correctie voor het bestedingsgedeelte van de woning verkrijgt men het (belast bare) huurwaardeforfait, dat wordt uitge drukt als percentage van de waarde van de woning in bewoonde staat. De waarde in bewoonde staat is bepaald op 60% van de vrije verkoopwaarde van de wo ning. Voorstel Staatssecretaris De Staatssecretaris van Financiën kwam in zijn nota aan de Tweede Kamer tot de conclusie, dat het huurwaardefor fait 2,3% zou moeten bedragen. De hoogte van het forfait wordt door hem als volgt beargumenteerd (zie ook de tabel). Uitgangspunt van de berekening is de bruto huurwaarde van een woning. Op basis van het Budgetonderzoek dat het CBS in 1985 heeft gehouden en met in achtneming van de verschillen die sinds dien zijn ontstaan tussen de koopprijs- en huurprijsontwikkeling, is de huidige bruto huurwaarde op 9,25% van de waarde van een woning in bewoonde toestand gesteld. Vervolgens dient het bruto forfait te worden verlaagd met kosten die een huiseigenaar wel en een huurder niet heeft. Deze betreffen de opstalverzeke ring, het eigenaarsdeel van de onroe- rend-goedbelasting en overige lasten, zo als polder- en waterschapslasten. Het to taal van deze zogenaamde zakelijke las ten wordt door de Staatssecretaris op 0,6% van de bewoonde waarde gesteld. Een tweede aftrekpost vormen de on derhoudskosten. Financiën baseert zijn cijfers op de onderhoudskosten van cor poraties en komt dan tot een aftrekpost van 2,0 a 2,1%. De laatste aftrekpost wordt gevormd door de afschrijving. De bewindsman gaat eenvoudigheidshalve uit van een li neaire afschrijving in 50 jaar, dus 2% per jaar. Dit komt neer op 2,65% van de be woonde waarde. Hierbij is tevens veron dersteld dat 20% van de verkoopwaarde van een huis betrekking heeft op de grond, waarop niet pleegt te worden af geschreven. Ten slotte wordt op het aldus verkre gen getal door de Staatssecretaris nog een correctiepost van 40% in mindering gebracht. Deze houdt verband met het bestedingsaspect van een eigen woning en met de uitkomsten van het Budgeton derzoek 1985, waaruit onder andere Tabel: Berekening van het netto huurwaardeforfait Financiën Eigen Huis Alternatieven Bruto huurwaardeforfait 9,25 9,25 9,25 8,85 Corr. Budgetonderzoek'85 2,5 2,5 Zakelijke lasten 0,6 0,6 0,6 0,6 Onderhoud 2,1 2,1 2,1 2,5 Afschrijving 2,65 2,65 2,65 3,75 3,9 3,9 1,4 Correctiepost 1,6 (40%) 3,1 (80%) 1,1 (80%) Netto huurwaardeforfait 2,3 0,8 0,3 Drs. J. J. L. Custers Algemeen Economisch Onderzoek 19 Rabobank 2/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 19