Stichting Kleinnood Reclamebureau maakt met hulp Kleinnood nieuwe start Eind 1981 startte G. Barmentlo zijn eigen reclame-adviesbureau in het Noordhollandse Bergen. Op basis van een onderbouwd ondernemingsplan was de Rabobank in Barmentlo's woonplaats Castricum bereid het bureau te financie ren. Het ging goed met het nieuwe be drijf, met name omdat enkele grote klan ten zorgden voor steeds meer werk. In drie jaar tijd groeide het bureau van 3 naar 13 medewerkers. Een ruimere huisvesting was noodzakelijk; er werd een investeringsplan opgesteld dat mede dankzij een staatsgarantie kon worden gefinancierd. 'Ongeveer een half jaar na de verhui zing begonnen de problemen', meldt Barmentlo. 'Bij één van onze grote klan ten ging het mis, dus werd er fors ge streept in het reclamebudget. Gevolg was dat wij in liquiditeitsproblemen kwa men. Er waren onvoldoende reserves om die tegenslag op te vangen. Het gaf een soort sneeuwbaleffect toen onze problemen bij andere klanten bekend werden.' Op een gegeven moment -naar hij nu zelf zegt, te laat- legde Barmentlo zijn problemen voor aan de bank. Hoofd Be drijven G. Molkenboer van de Rabobank Castricum adviseerde de ondernemer de Stichting Kleinnood in te schakelen. Molkenboer: 'Je kijkt toch altijd naar in stanties die wat kunnen betekenen voor ondernemers in het MKB. Kleinnood is er daar één van. Het is een onafhankelij ke partner, die objectief en met een fris se blik tegen zo'n bedrijf aankijkt. De consulenten zijn ervaren mensen, die het vertrouwen genieten van de onder nemer. De ondernemer moet het zelf doen, maar de consulent brengt hem wel op gedachten.' Kleinnood-consulent M. Kind, een vervroegd uitgetreden directeur van Stork Amsterdam, adviseerde Barment lo. 'Barmentlo was mijn eerste Klein- nood-klant. Daarom heb ik misschien ook wel wat meer tijd aan hem besteed. Inmiddels heb ik me met zo'n 15 bedrij ven bezig gehouden, van een patates- friteskraam tot een computerbedrijf. De heren Molkenboer, Kind en Barmentlo (v.l.n.r.) bespreken de perspectieven van het reclame bureau RAB. meman er niets voor om bij de pakken neer te zitten. Met een kleine bezetting - zoals de Kleinnood-consulent eerder had geadviseerd - maakte hij in het voor jaar van 1988 een nieuwe start. Kind: 'Ik heb bewondering voor de manier waar op hij de tegenslagen heeft opgevangen en weer aan het werk is gegaan.' Barmentlo: 'Na ongeveer een half jaar zag het er naar uit dat het zou lukken. Samen met Kind en met de Rabobank heb ik toen een driejarenplan opgesteld voor de opbouw van het nieu we bedrijf en voor de afwikkeling van het faillissement.' Op basis hiervan bleek de kend op een forse omzetvergroting. Bin nenkort moet Barmentlo afscheid nemen van zijn Kleinnood-adviseur. Wat hem spijt, is dat hij de Stichting niet eerder heeft leren kennen. 'Als ik Kleinnood eerder had ontmoet, waren de proble men waarschijnlijk niet zo hoog opgelo pen. Kind kwam heel snel met een pas klare oplossing. Voor mij was het vooral belangrijk om met een ervaren man rug gespraak te kunnen houden. Je regelt alles zelf, maar je hebt er soms toch be hoefte aan om je visie tegen iemand aan te houden.' RC Meestal gaat het om één of een paar ge sprekken, maar Barmentlo heb ik een jaar lang actief begeleid.' Kind gaf het advies om samenwer king te zoeken met een ander reclame bureau of om in sterk afgeslankte vorm verder te gaan. Op dat moment was het bestaande bureau echter al niet meer te redden. Barmentlo vroeg zelf het faillis sement aan, een emotionele aangele genheid. 'Je moet je medewerkers infor meren, overleg voeren met de curator, zo goed mogelijk de zaken met de bank afwikkelen.' Ondanks de emoties voelde de recla- Rabobank Castricum bereid verder met hem in zee te gaan. 'Van een coöpera tieve bank mag je verwachten dat wordt meegewerkt aan een herstelplan, als er tenminste perspectief is', meent Molken boer. Opmerkelijke voorwaarde van de bank was dat de Kleinnood-consulent het bedrijf nog een jaar lang zou bege leiden. Inmiddels is het bureau RAB in Ber gen weer hard aan de slag. Het afgelo pen jaar kon kostendekkend worden af gesloten. Een groter aantal cliënten van enige omvang zorgt voor een betere risi cospreiding. Voor dit jaar wordt gere- voorbeeld als deze met onvoldoende on derbouwde kredietaanvragen komen of als zij niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Er is reeds een aantal Rabo- banken dat op deze wijze cliënten heeft weten te helpen zonder daar zelf onver antwoord veel tijd in te steken. De bank in kwestie hoeft daarvoor zijn cliënt slechts te laten bellen naar het dichtstbij zijnde meldpunt. Desgewenst kan de re latiebeheerder van de bank zelf ook op deze wijze contact met Kleinnood opne men om de cliënt en zijn situatie te intro duceren of toe te lichten. Wel dient te worden bedacht dat de Kleinnood-consu lent als adviseur voor de cliënt-onderne mer optreedt en dat de gesprekken tus sen hem en zijn cliënt strikt vertrouwelijk zijn. Kleinnood bloeit, maar is pas tevre den als iedereen die hulp nodig heeft en daarvoor ook in aanmerking komt, de weg naar de Stichting weet te vinden. De doelgroep van Kleinnood wordt geschat op zo'n 4000 bedrijven, ongeveer 1% van de kleine en middelgrote ondernemingen. Een groot deel daarvan kent de mogelijk heden van Kleinnood niet. Er is dus nog veel te doen. Een nauwere samenwer king met onder meer de Rabobanken kan hierbij voor beide partijen nuttig zijn. Wie meer over de Stichting Kleinnood wil weten, kan terecht bij het secretariaat, Prinses Beatrixlaan 7A, 2595 AK 's-Gra- venhage, telefoon 070-381 44 45. 18 Rabobank 2/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 18