Interview dement bieden. Het spaarprodukt staat daarmee heel volwassen naast andere beleggingsvormen. Je ziet dan ook dat steeds meer mensen diverse produkten naast elkaar afnemen.' Na jaren van achterblijvende midde- lengroei was in '89 sprake van een rede lijk evenwicht in de toename van midde len en kredietverlening. Wijffels: 'Dat is overigens een kwantitatief evenwicht en nog geen kwalitatief evenwicht. De groei van lange uitzettingen is altijd nog groter dan de groei van de lange middelen. Daar ligt dan ook een ambitie voor de ja ren '90. In dat licht moet ook de introduc tie eind vorig jaar van een tweetal inte ressante pensioenprodukten gezien wor den. Die lijn zullen we in de komende pe riode verder moeten uitbouwen om over een grotere stroom van lang beschikbare middelen te kunnen beschikken.' Efficiënter betalingsverkeer Het betalingsverkeer heeft een enor me ontwikkeling doorgemaakt. De nieu we distributievormen hebben ons dienst betoon vergroot èn efficiënter gemaakt. 'Op het terrein van het betalingsver keer zijn we in de implementatiefase te rechtgekomen van de elektronische dienstverlening. We waren daar natuurlijk al een tijd mee bezig, maar de sprong die we dit jaar gemaakt hebben is toch zeer aanzienlijk. In een jaar tijd is het aantal geldautomaten gegroeid van 450 naar meer dan 800; ons net is praktisch lande lijk dekkend geworden. Het zal nog niet helemaal het eind van de rit zijn, maar we hebben het grootste deel van dit tra ject al wel afgelegd. Tegelijkertijd zijn we begonnen met te lebankieren. We hebben daarmee een eerste stap gezet op een weg die ook ver zal voeren. De investeringen in kennis, ontwikkeling en infrastructuur beginnen nu zichtbaar vruchten af te werpen. Met deze distributievormen dragen we bij aan het dichten van de kloof tussen kosten en baten, die in het betalingsverkeer nog volop aanwezig is. Daarnaast moet tarife ring de gebruikers aanzetten tot hogere efficiency en tenslotte leiden tot een ge zonde kosten/opbrengsten verhouding.' Er is de laatste tijd weer de nodige pu bliciteit over het kostenaspect. Je mag daaruit opmaken dat het gewenningspro ces, dat het betalingsverkeer geld kost, nog steeds niet voltooid is. Wijffels: 'Elke stap die we op dat ter rein zetten, zal met weerstand gepaard gaan. Eerlijk gezegd kan ik dat de men sen aan de andere zijde ook moeilijk kwalijk nemen. Als ik daar zat, zou ik ook klagen als iets ineens een tarief krijgt. Aan de andere kant merk ik toch ook dat, als je het gaat beargumenteren, men het realiteitsgehalte van onze strategie er kent en onderkent. Natuurlijk moeten we openstaan voor de signalen van belang hebbende groepen. Maar men zal zelf ook nooit bereid zijn kosten te maken zonder dat daar iets tegenover staat. Wat dat betreft is het bankbedrijf jarenlang een merkwaardige uitzondering ge weest.' Introductie nieuwe produkten Het dienstenpakket voor de particulie re cliëntenkring is sterk uitgebreid. Op ef fectengebied is een aantal nieuwe pro dukten gelanceerd. Welke beleidslijn ligt daarachter? 'Naar onze opvatting is er een duidelij ke ontwikkeling te onderkennen van een typisch spaargedrag naar een spaar/be leggersgedrag. Dat is ook heel logisch in een situatie waarin sprake is van wel vaartsgroei. Overschotten nemen zo'n omvang aan dat het de moeite loont gel den langer vast te leggen of bepaalde vermogenswinsten na te streven. Die ontwikkeling is richtinggevend voor ons beleid op dat terrein. Wij vinden dat we voor de particulier een volwaardige bank moeten zijn en dus moeten wij ook een range van produkten hebben die aan die behoefte tegemoet komen. Tegen die achtergrond moet ook de introductie van nieuwe fondsen gezien worden. In het begin van het jaar hebben we twee obli gatiefondsen geïntroduceerd, en onlangs een onroerend goed fonds. Ook de twee nieuwe pensioenprodukten passen in dat beeld.' Expansie in buitenland De aanwezigheid van de Rabobank in het buitenland is sterk toegenomen. In 1989 zijn op dat terrein grote vorderingen gemaakt. Is het eind van de expansie in zicht? Wijffels: 'Er is in het afgelopen jaar heel wat gebeurd. We hebben vestigin gen geopend in San Fransisco, Sao Paulo, Sydney, Madrid en Milaan. In Singapore is de Merchant Bank van start gegaan. Ik wil niet zeggen dat we er al zijn, maar het tempo waarin nieuwe kantoren zullen worden gesticht, zal wat lager lig gen dan in 1989. Wel voorzie ik dat we bestaande vestigingen verder versterken. In Frankrijk bijvoorbeeld, maar ook in an dere belangrijke exportlanden. In de ne gentiger jaren zal het uitbouwen en ver sterken van het buitenlands kantorennet ons blijven bezighouden. Dat gaat met kosten gepaard, die je als organisatie moet maken om je cliënten adequaat van dienst te kunnen zijn. Door die strategi sche investering is het profiel van onze organisatie duidelijk versterkt. Het is in dat verband overigens van belang vast te stellen dat de kantoren die nu wat langer opereren - zoals New York, Antwerpen, Londen en Singapore - dit jaar in termen van rentabiliteit ook een belangrijke stap vooruit hebben gezet. Er komt dus vanuit die kantoren een groeiende bijdrage aan het resultaat van de organisatie. In dit kader mag de samenwerking, de strategische alliantie met Banco Popular in Spanje niet onvermeld blijven. Samen werking met partners in het buitenland kan in het algemeen een doeltreffende manier zijn om onze Nederlandse relaties daar te bedienen. Stap naar informatisering Het Olivetti-contract heeft in het afge lopen jaar opzien gebaard. Binnen onze organisatie houdt de 'lange termijnoplos sing' voor het informatiseringsvraagstuk velen bezig. Men verwacht er veel van. 'Op zichzelf moeten we nuchter blij ven,' concludeert Wijffels. 'Het is in feite niet anders dan een vervanging van KTS/KIK met toevoeging van meer mo derne functies, met name informatievoor zieningsfuncties. We zijn gewoon toe aan een tweede generatie lokale automatise ringsapparatuur. Dat neemt niet weg dat het een enorm project is, met name in termen van software-ontwikkeling met alle benodigde on-line communicatiefaci liteiten. Van automatisering naar informatise ring is bedrijfsmatig een hele stap waar door ook aan de mensen weer hele an dere eisen gesteld worden. Het is een in grijpend proces dat ons de rest van de eeuw zal bezighouden. Het zal veel van onze mensen vragen. Overigens blijven bij de instroom van technologie de men sen in ons bedrijf primair en de machines ondersteunend. Dat bleek ook het afgelo pen jaar nog weer; het aantal Rabobank- medewerkers is nu circa 1200 groter dan begin '89. Op aangesloten bankenniveau is er ruim 1 medewerker per bank bijge komen. Zo zie je dat bij de snelle groei die onze bedrijvigheid doormaakt, ook de werkgelegenheid bij onze bank behoorlijk blijft toenemen. Wel zijn de eisen die aan mensen ge steld worden, aan verandering onderhe vig.Er worden steeds hogere eisen ge steld aan de mensen om goed te kunnen functioneren. Je ziet daarbij twee dingen. Aan de ene kant mensen die de ontwik kelingen enthousiast en overtuigd oppak ken; dat is gelukkig verreweg de meer derheid. Maar je ziet daarnaast ook men sen die eruit vallen, vooral de wat oude ren of wat minder flexibelen, die grote moeite hebben om dit mee te maken. De werkgelegenheid groeit, maar de interne arbeidsreserve, die vooral een kwalitatie ve achtergrond heeft, groeit ook. Toch zien wij het als een soort taakopdracht om uiterste pogingen te doen om die mensen op enigerlei wijze toch in een po sitie te brengen dat ze wel een bijdrage kunnen leveren. We zullen de instrumen- 8 Rabobank 1/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 6