riarkt noodzaak
>ncurrentiefactor
Interview
overigens wel dat de groei in 1990 wat
minder zal zijn. In het afgelopen jaar zijn
de rentevoeten flink opgelopen. Monetai
re autoriteiten zagen zich geconfronteerd
met de snelle economische groei en de
inflatoire tendensen die daaruit voort
vloeien. Daarom hebben ze in de loop
van het jaar beperkende maatregelen ge
nomen. Je moet er toch vanuit gaan dat
dat geleidelijk enig remmend effect zal
hebben.'
Kredietverlening groeit snel
De groei van onze kredietverlening
- de kernactiviteit van de coöperatieve
bankorganisatie - heeft in '89 een verde
re versnelling ondergaan.
Wijffels: 'Zoals we het op dit moment
bekijken, hebben de aangesloten banken
een groei van de uitstaande bedragen
gerealiseerd met zo'n 8%. Dat is weer
wat meer dan vorig jaar. De versnelling
heeft zich overigens niet in alle sectoren
voorgedaan. In de agrarische sector is er
eerder sprake van een zekere vertraging.
De meeste sectoren hebben daar per
saldo nauwelijks een groei van de uit
staande bedragen te zien gegeven. Er is
wel veel activiteit geweest in termen van
nieuwe verstrekkingen en ook aflossin
gen.
Op zichzelf liggen daar positieve ont
wikkelingen aan ten grondslag. In de
melkveehouderij bijvoorbeeld heeft de li
quiditeit zich heel gunstig ontwikkeld. In
de varkenshouderij - in '88 nog een pro
blematische sector met heel lage prijzen
en slechte inkomens - is een zeer aan
zienlijk herstel opgetreden. Dat betekent
dat daar de financieringsposities weer
wat zijn verbeterd of rechtgetrokken. De
akkerbouw heeft het eigenlijk nog steeds
moeilijk, zij het dat het afgelopen jaar in
ieder geval een stuk beter is geweest
dan de twee voorgaande zeer slechte
jaren.
In de glastuinbouw is het duidelijk an
ders. Daar zijn de inkomensontwikkelin
gen nog steeds uitstekend, maar er wordt
ook in heel hoog tempo geïnvesteerd.
Daar zie je dus een forse groei van de
uitstaande kredieten.
Kijk je naar het midden- en kleinbe
drijf, dan vind je daar de gunstige alge
mene conjunctuur helemaal terug. Onze
wijze van bankieren blijkt - getuige de
progressie in marktaandelen - aan te
spreken. Inmiddels bankieren ruim 4 op
de 10 ondernemers in het MKB bij ons en
naar het zich laat aanzien, zet die groei
trend door. Je vindt die ontwikkeling terug
in onze groei in allerlei branches.
Binnen de particuliere markt mogen
we vaststellen dat de sector woninghypo
theken ook vorig jaar een forse bijdrage
heeft geleverd aan de groei van onze uit
staande kredietverlening.
De woningmarkt is een groeimarkt,
hoewel de toename de laatste maanden
van het jaar wat minder is geworden. Wij
hebben onze positie in die markt iets
kunnen versterken in de loop van '89
dankzij onze produktvernieuwing en een
iets agressievere marktbenadering.
Coöperatieve rentetarieven
Het coöperatieve karakter van de
Rabobankorganisatie komt onder andere
tot uiting in de rente voor leningen en
kredieten. In dat opzicht heeft de organi
satie haar aard niet verloochend. Wijffels
licht dat toe: 'We hebben vorig jaar een
behoorlijk stijgende rente gekend. De
korte rente is van 4 naar 8% opgelopen,
de lange rente nam toe van 61/4 aan het
begin van het jaar tot bijna 8%. Die be
wegingen hebben wij slechts ten dele ge
volgd. Wij hebben in het afgelopen jaar
gefinancierd tegen tarieven die dichter bij
de geld- en kapitaalmarktrente lagen dan
in 1988. Bij de vaststelling van de korte
rente hebben wij twee keer 'een kwartje'
op ons spiltarief gekort. Dat alles is mede
mogelijk door onze solide vermogenspo
sitie. De opgaande rente leidt over onze
f 10 miljard aan eigen vermogen tot ho
gere inkomsten; die gunstige effecten
hebben we in belangrijke mate doorge
leid naar onze leden.
Dat rentebeleid komt niet primair voort
uit commerciële motieven, maar het is de
manier waarop we ons bedrijf proberen
te runnen. We hebben een bepaalde
winststijging nodig om de groei van onze
balans en onze solvabiliteitsbehoefte bij
te lopen. Het overige is beschikbaar om
via de tarieven ten goede te laten komen
aan de leden. De consequentie van die
beleidslijn is dat we vergeleken met een
langjarig gemiddelde dit jaar iets scher
per hebben kunnen financieren. Zo hoort
het ook.'
Substantiële aanwas
spaarmiddelen
In 1989 is de monetaire kasreserve
van kracht geworden. De Nederlandsche
Bank toomt de kredietverlening in om de
geldschepping - en dus de inflatie - in de
hand te houden. Wijffels: 'Bij de monetai
re kasreserve gaat het om het saldo van
de uitzettingengroei en de relevante mid-
delengroei. Daarmee kom ik op een bui
tengewoon positief aspect van het jaar
'89. Voor het eerst sinds een reeks van
jaren is er weer sprake geweest van een
substantiële aanwas van de spaarmidde
len. Wij schatten de groei op circa f 3 1/2
miljard. Dat hebben we in geen jaren ge
realiseerd. Als gevolg daarvan is het ver
schil tussen kredietverlening en middelen
niet zo erg hard opgelopen en hebben
we eigenlijk van de monetaire kasreser-
veregeling nog geen problemen onder
vonden.'
De spaarmarkt heeft gedurende een
lange reeks van jaren minder gefloreerd.
Mag je nu zeggen dat het tij gekeerd is,
vragen we Wijffels.
'Ik ben daar niet pessimistisch over.
De renterenseignering ligt al wat verder
achter ons. Belangrijk is ook dat mensen
bereid zijn om in te leggen. Ik denk dat
de netto rendementen heel aantrekkelijk
zijn. Een kleine inflatie, een relatief hoge
nominale rentevoet en een verhoogde
fiscale rentevrijstelling. Er zijn maar wei
nig beleggingen die een beter netto ren-
7 Rabobank 1/90