Landbouwcommentaar
In Europese landbouwkringen heerst de vrees dat vaste in
voerheffingen en uitvoersubsidies zich gemakkelijker lenen
voor verdere afbraak dan het huidige systeem van variabele
heffingen met doelstellingen van intern Europese aard. Zo lij
ken Reagans gedachten dus toch tot realisatie te komen. De
tijd zal het leren. In de jaren '90 zal er in ieder geval veel over
afbraak van invoertarieven onderhandeld worden. Steeds meer
zal ook blijken dat landbouw en industrie niet meer gescheiden
beoordeeld zullen worden. Van belang is dat Europa daarbij
Zal de werkelijke doorbraak in de biotechnologie plaats gaan
vinden in Europa, Zuid-Amerika, Oost-Europa of sommige ont
wikkelingslanden? In Europa en in de Verenigde Staten wordt
de ontwikkeling van de biotechnologie geflankeerd door hoog
lopende discussies over de ethische aspecten. Nederland, dat
een grote traditie heeft op landbouwtechnologisch gebied gaat
de jaren '90 ten aanzien van het biotechnologiebeleid zeer be
hoedzaam in. Verschillende nationale commissies brengen het
komende jaar advies uit hoe in de landbouw om te gaan met
genetische manipulatie bij planten en dieren. De landbouwor
ganisaties beraden zich op de ethische aspecten en op de
maatschappelijke gevolgen van de biotechnologie. Van belang
is dat er openheid blijft over de toepassing en ontwikkeling met
betrekking tot deze nieuwe techniek.
Draagvlak
Volgens vele beleidsmakers zal het komende decennium de
incubatie zijn voor een nieuw gedrag van consument en produ
cent ten opzichte van het milieu. Voor de landbouw die het
een evenwichtige positie kiest. Europa kent immers geen uit
gestrekte landbouwgebieden als de Verenigde Staten, Zuid-
Amerika of Rusland. Evenmin is het massaal op industrie ge
richt zoals Japan. Industrie en landbouw hebben in Europa bei
de een belangrijke draagfunctie in de economische structuur,
mede als basis voor de commerciële dienstverlening een sec
tor waarin Europa's internationale commerciële toekomst ligt.
Oostwaarts
In de jaren '90 zal een andere verhouding tussen Oost- en
West-Europa voor de Nederlandse landbouw gunstige gevol
gen kunnen hebben. Met een optimistische blik op de toekomst
zal het nog wel een decennium duren voordat de Baltische lan
den, Polen, Oekraïne en Roemenië weer zo n toonaangevende
landbouwrol spelen als voor de grote 'onrust' in Europa, dat wil
zeggen voor 1914. Maar er zal in de komende jaren ongetwij
feld een grote zuigkracht uitgaan vanuit deze vruchtbare land
bouwgebieden naar beter management, toelevering en uit
gangsmateriaal uit West-Europa. Landen met een rijke erva
ring met kapitaalgoederen-export en lange termijn-samenwer-
king zoals Duitsland, Italië en Frankrijk lijken wat dit betreft
thans ook op agrarisch gebied hoge ogen te gooien in de sa
menwerking met Oost-Europa. Voor Nederland mag deze kans
niet verloren gaan.
Behoedzaam met technologie
Nieuwe verhoudingen in de wereldlandbouw zullen ook ge
volgen hebben voor de landbouwtechnologische ontwikkeling.
milieu als compagnon beschouwt, ligt er een kans te wachten.
Geen bedrijfstak staat zo dicht bij het milieu als de landbouw.
De relatie van de landbouw tot het milieu is complex. Aan de
ene kant zijn natuurlijke processen onmisbaar bij de agrarische
produktie. Anderzijds is er voortdurend alertheid nodig om deze
processen te beheersen. Plagen en ziekten zijn echt niet be
perkt tot de oudheid of ontwikkelingslanden. In de jaren '80
heeft de natuur- en recreatiefunctie van het platteland meer na
druk gekregen. Dit is mede mogelijk door de economische bloei
buiten de landbouw. In de jaren '90 zal blijken hoe duurzaam
de economische ontwikkeling is. Daarop nu al een voorschot
nemen door de produktiefunctie van de landbouw naar het
tweede plan te schuiven lijkt onverstandig. De draagfunctie van
de landbouw voor het platteland en de daarbij horende infra
structuur is zeer aanzienlijk. Natuur- en milieufuncties zonder
landbouw zijn welhaast onbetaalbaar. Voor zo'n draagfunctie
zal meer nodig zijn dan een grondgebonden landbouw. Een in
tensieve infrastructuur zoals in ons land vereist een hoge toe
gevoegde waarde per hectare. Bovendien is het meest nijpen
de knelpunt van ons land het ontbreken van uitgestrekte opper
vlakten grond. Een 'grond-plus' landbouw past beter bij Neder
land. Maar dan zullen milieu-neveneffecten zoals emissies
moeten zijn opgelost. Glastuinbouw en veehouderij, de peilers
van de intensieve landbouw, zijn daar druk mee bezig.
De verwerking van mest en van substraatafval (glaswol) in
de tuinbouw zijn voorbeelden die in de jaren '90 het voort
bestaan van een sterke landbouw in ons land mede bepalen.
31 Rabobank 1/90