Energie Wat ons bezighoudt Vervolg van pagina 29 teerd om te weten welke belichtingstech niek bij welke variëteit een gunstig rende ment oplevert. Ook het risico van een overvoerde markt is een reden om be ducht te zijn voor een snelle toename van assimilatiebelichting. Voor de bedrijfstak als geheel biedt assimilatiebelichting echter enkele duide lijke voordelen in vergelijking met areaal vergroting. We noemden als zodanig reeds de kwaliteitsverbetering, de beter gespreide aanvoer en arbeidsbehoefte. Hier kan nog aan worden toegevoegd, dat assimilatiebelichting planologisch geen moeilijkheden oproept in tegenstel ling tot areaalvergroting. Voorts heeft belichtingspparatuur een kortere afschrijvingsperiode dan nieuwe kassen, waardoor eventuele overinveste- ringen in belichtingsapparatuur voor de bedrijfstak als geheel een minder lange nawerking zullen hebben. En wat de warmte/krachtinstallaties betreft, die kunnen zo men de elektriciteit niet meer in eigen bedrijf wil aanwenden, nog rendabel worden gemaakt door de geproduceerde elektriciteit te leveren aan het elektriciteitsnet. De bereidheid om nieuwe technieken toe te passen en voortdurend te verbete ren heeft de Nederlandse tuinbouw ge maakt tot wat het thans is. Daarom is het van belang op deze weg voort te gaan. Film: Melkveehouderij en Milieu Een schoner milieu hoeft niet altijd geld te kosten. In tegendeel, een slimme melkveehouder kan èn het milieu èn zijn portemonnee sparen. Dit is de bood schap van een videofilm met bijbehoren de brochure getiteld 'Melkveehouderij en milieu in balans' van het Centrum Land bouw en Milieu (CLM). De gemiddelde Nederlandse melk veehouder brengt jaarlijks 660 kg aan mi neralen per ha in het milieu. Mineralen, die niet door het gewas worden opgeno men, maar uitspoelen, afspoelen of ver vluchtigen. Dit vertegenwoordigt een be drag van f 780,- per hectare, oftewel f 0,06 per kilogram melk. Voor het gemid delde veehouderijbedrijf komt dit neer op een jaarlijks verlies van f 26.000,-. Dit verlies kan fors worden gereduceerd, heeft het CLM inmiddels geconstateerd. Het CLM vroeg twee jaar geleden aan een groep melkveehouders om op het ei gen bedrijf een boekhouding bij te hou den van de jaarlijkse mineralenaanvoer en -afvoer, de zogenoemde 'mineralen- balans', om zo de mineralenbelasting van het milieu terug te dringen. De melk veehouders hadden al een stikstofverlies dat 10% lager lag dan het Nederlands gemiddelde, maar slaagden er desondanks in om het stikstofverlies op hun bedrijf nog eens met bijna 30% te verminderen. De melkproduktie op de bedrijven daalde niet en het inkomen steeg zelfs door forse besparingen op kunstmest en veevoer. In de film laten de melkveehouders zien welke maatregelen zij op hun bedrijf treffen. Door ruwvoer en dierlijke mest zo goed mogelijk te benutten, beperken ze de mineralenverliezen en besparen ze tegelijkertijd op de aankoop van kracht voer en kunstmest. In de brochure staan tal van maatre gelen om de milieubelasting te beperken. Hieruit kan de veehouder een samen hangend pakket samenstellen. De film en brochure zijn mede moge lijk gemaakt door financiële bijdragen van het Ministerie van VROM en het land bouwbedrijfsleven. De Rabobank heeft uit het projectenfonds een financiële bij drage geleverd. De motivering hiervoor was dat de belasting van het milieu door de landbouw zowel bedreigend is voor het milieu als voor de continuïteit van de landbouw. Het CLM gaat op een zeer kundige en zeker ook praktische wijze met deze problematiek om en vervult daarmee een belangrijke brugfunctie tus sen de gangbare landbouw en het milieu. en in enkele gevallen ook door het koel water te transporteren naar tuinbouwbe drijven. De praktische mogelijkheden zijn in deze richting echter beperkt. De daar voor benodigde geïsoleerde leidingen zijn kostbaar en ook treedt er een aan merkelijk warmteverlies op. Meer en meer komt men daarom tot het inzicht, dat elektriciteit vaak beter decentraal kan worden opgewekt, op de plaatsen waar de vrijkomende warmte volgens het prin cipe warmte/krachtkoppeling nuttig kan worden aangewend. Op die wijze kunnen energie-rendementen worden verkregen van 90% en hoger. Dat is dan ook voor de Nederlandse overheid de reden om voor de aanschaf van warmte/krachtinstallaties subsidies te verstrekken tot 25% van de investe ringskosten. Op grond van deze regeling zijn in 1988 aan 127 Nederlandse tuin bouwbedrijven subsidies verstrekt voor de aanschaf van gasmotoren met daar aan gekoppelde generatoren met een gezamenlijk vermogen van ruim 47 000 kW. De hiervoor verstrekte subsidies be droegen in totaal ruim f 12 miljoen. Uit de in 1989 ingediende subsidie aanvragen voor W/K installaties blijkt, dat de belangstelling van de tuinders voor deze investeringen nog toegenomen is. Toekomstperspectief Hoewel een aantal telers gunstige re sultaten heeft behaald met assimilatiebe lichting, mag hieruit niet worden gecon cludeerd dat alle bloemen- en potplan tentelers er thans verstandig aan zouden doen om ook hiertoe over te gaan. Er zal nog veel moeten worden geëxperimen- 34 Rabobank 1/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 10