Ruim een kwart van de agrarische produktie wordt voortgebracht op de 3%
particuliere stukjes land.
De graanoogst van 1987 was qua
grootte de vierde in de geschiedenis.
Het plancijfer werd echter niet gehaald.
De record-graanoogst werd binnenge
haald in 1979 (237 miljoen ton). Voor
dit jaar wordt met een oogst van 205 a
210 miljoen ton gerekend. Uit tabel 2
blijkt dat telkenjare grote hoeveelheden
graan moeten worden ingevoerd om de
behoefte te dekken. De Verenigde Sta
ten zijn een belangrijke leverancier.
De produktie van oliehoudende zaden,
belangrijk voor de bereiding van hoog-
proteïnehoudend veevoer, schiet even
eens tekort. De conversie van voer
naar vlees is daarom verre van opti
maal. De produktie van ruwvoer, be
langrijk voor de rundveestapel, is ech
ter relatief snel gestegen. Deze groei
werd voornamelijk bereikt door hogere
hectare-opbrengsten en maakte niet al
leen een groei van de vlees- en zuivel-
produktie mogelijk, maar ook een re
ductie in het gebruik van granen voor
voederdoeleinden. Circa 60% van de
graanproduktie werd in 1987 gebruikt
als voedergraan.
De dierlijke produktie groeide geduren
de de jaren tachtig gestaag. In de totale
vleesproduktie, die in 1988 ruim 19 mil
joen ton bedroeg, waren de aandelen
van rund-, varkens- en pluimveevlees
(vooral gevogelte) in 1987 respectieve
lijk 43%, 34% en 17%. Het aandeel van
pluimveevlees, dat in de jaren zeventig
verdubbelde, voornamelijk ten koste
van dat van varkensvlees, nam in de ja
ren tachtig slechts licht toe.
De gemiddelde jaarlijkse groei van de
melkproduktie in de Sovjetunie bedroeg
de laatste jaren ruim 2%. In 1988 be
droeg de gemiddelde melkproduktie per
koe ruim 2.500 kilogram (in Nederland:
6.000 kg) en de totale melkproduktie
106 miljoen ton. Kippen leggen daar
gemiddeld 211 eieren per jaar (1981-
1985). In 1988 werden bijna 85 miljard
eieren geproduceerd.
Mede door het gevoerde prijsbeleid (al
ruim 20 jaar stabiele, gesubsidieerde
Tabel 2: Produktie en invoer van granen (in miljoenen tonnen)
produktie netto invoer
1971-1975 (gem.p.jr.) 181,5 13,4
1976-1980 (gem.p.jr.) 205,1 22,2
1981-1985 (gem.p.jr.) 180,3 37,2
1986 210,1 (plan: 240) 23,5
1987 211,4 (plan: 232) 30,4
1988 195,1 (plan: 235) 35,0
Bron: Verenigde Naties en PlanEcon
detailhandelsprijzen) en de gestegen
inkomens overtreft de vraag naar voed
sel al jarenlang het aanbod. Vooral de
vraag naar vlees en andere hoogwaar
dige produkten is toegenomen. Ook dit
is een van de oorzaken van de toege
nomen voedselinvoer.
Aanzet tot hervormingen
Onder Gorbatsjov, agrarisch geschoold
en sinds 1982 als lid van het Politburo
belast met landbouwzaken, werd al
snel een aantal maatregelen genomen
teneinde de agrarische produktie te
vergroten. Een kostbaar grootscheeps
irrigatieplan, waarbij complete rivieren
zouden worden omgeleid om nieuw te
ontginnen land te bevloeien, verdween
in de prullemand. Het gereserveerde
geld zal nu worden aangewend om de
produktiviteit van het bestaande areaal
te verhogen. Ter verbetering van de
coördinatie werd één superministerie
voor landbouw (Gosagroprom) opge
richt. Omdat dit in de praktijk al spoedig
ontaardde in een gigantische bureau
cratie, is Gosagroprom dit voorjaar al
weer opgeheven en vond decentralisa
tie naar de 15 unierepublieken plaats.
Bonussen werden gekoppeld aan echte
produktiestijgingen en de regelingen
omtrent het privé-gebruik van grond
voor de teelt van groenten en fruit en
het houden van vee werden versoe
peld. Bovendien werd het systeem van
de brigade-contracten, waarbij groepen
boeren bepaalde produktieverplichtin-
gen aangaan en verder hun eigen
boontjes mogen doppen, nieuw leven
ingeblazen. Lokale autoriteiten, tenslot
te, kregen meer vrijheid om prijzen in
de staatswinkels af te stemmen op de
vraag.
Perestrojka
Op het plenum van het Centrale Comité
in maart 1989 stond de landbouw en de
verhoging van de produktie centraal. Al
enkele jaren werd gediscussieerd over
mogelijke hervormingen, zonder dat het
tot maatregelen kwam. In het licht van
de heersende voedseltekorten viel dit
moeilijk anders te verklaren dan door
het feit, dat binnen de Communistische
Partij kennelijk zeer grote weerstanden
waren te overwinnen. Vooral een even
tuele aantasting van de collectieve
struktuur lag zeer moeilijk. Duidelijk
was dat formele afschaffing daarvan
(ideologisch) onacceptabel zou zijn.
Ook Gorbatsjov was in zijn boek 'Peres
trojka' lovend over de verworvenheden
van de collectieve landbouw, toen hij
sprak over een anders niet bereikte
produktiviteits- en produktiegroei. Uit la-