Onze verantwoordelijkheid
In de laatste maanden van dit jaar
maakte ik een bijeenkomst mee van
een dertigtal vertegenwoordigers van
coöperatieve organisaties uit Afrikaan
se landen met een tiental vertegen
woordigers van hoofdzakelijk West-
europese coöperaties.
De bijeenkomst, die gehouden werd in
Nairobi (Kenya), duurde een week en
was georganiseerd door de Internatio
nale Raiffeisen Unie. De doelstelling
van deze vereniging van coöperaties
over de hele wereld is de essentie van
het coöperatief ondernemen te verta
len in de richting van met name de ont
wikkelingslanden. U kunt zich voorstel
len dat een confrontatie van deze twee
continenten een boeiend gebeuren op
leverde. Het dwong de deelnemers
'over en weer' na te gaan wat voor el
kaar bruikbaar is en in de praktijk van
het betrokken land kan worden toege
past.
Je realiseert je dan weer eens (pijnlijk)
hoe groot de verschillen zijn, hoe groot
onze mogelijkheden zijn en hoe be
perkt die van hen zijn. De confrontatie
van het 'Rijke' westen (niet alleen in
financieel opzicht) met het arme Afri
kaanse continent.
Ons gemeenschappelijk coöperatief
uitgangspunt betekende dat we er echt
wel in slaagden elkaar te vinden.
Het belang van een eigen beleid, ei
gen verantwoordelijkheid, in eigen om
geving en voor eigen mensen is de
rode draad die door de discussie heen
loopt.
Een vertegenwoordiger van de Oos
tenrijkse coöperatie schetst op een wij
ze, die op een geloofsbelijdenis lijkt,
het ontstaan van de echte authentieke
coöperatie. Een belangrijk onderdeel
van deze schets is: een coöperatie
ontstaat op plaatselijk niveau en de top
van de plaatselijke coöperaties is pri
mair bedoeld als dienstverlening voor
deze coöperaties; en de coöperatie
kent geen staatsinmenging.
Als je dan in die week bij een excursie
naar een coöperatie in de buurt van
Nairobi ziet hoe in het bestuur van de
coöperatie een vertegenwoordiger van
de regering zitting heeft, dan ervaar je
ook daaraan de verschillen! Het valt
waarschijnlijk alleen te verklaren uit
het feit dat in deze landen voor de
overheid de coöperatieve onderne
ming een belangrijk instrument is voor
de ontwikkeling van het platteland,
waar ook de overheid zich verantwoor
delijk voor voelt.
U kunt zich misschien voorstellen dat
ik bij het zien van een rijksvertegen
woordiger in een bestuur wel even
dacht aan de discussie, die wij in onze
organisatie thans voeren en die met
name gaat over de vraag of de moge
lijkheid om een bestuurslid aan te wij
zen, in geval van wanbeheer bij een
plaatselijke bank, de autonomie van de
banken wel of niet wezenlijk aantast!
Maar nog even terug naar Afrika. Ge
lukkig laat de Rabobankorganisatie
zijn betrokkenheid bij de Afrikaanse
landen niet alleen bij de aanwezigheid
bij deze bijeenkomst. Wij werken - via
de Stichting Steun door Rabobanken,
waar gelukkig heel veel leden van
onze organisatie aan bijdragen - mee
aan een gemeenschappelijk coöpera
tief project voor deze landen, waar wij
het bancaire gedeelte voor onze reke
ning nemen. De heer A. P. Klootwijk,
laatstelijk plaatsvervangend regio
directeur in de regio Rotterdam, is voor
ons ter plaatse om dit te doen. Een
heel moeilijke opdracht maar hopelijk
zien wij en hij te zijner tijd het resultaat
van het ontstaan van een coöperatief
bankennetwerk in deze landen.
En als je dan weer achter je bureau in
Utrecht zit, dan ben je intens dankbaar
dat je mag werken in en aan onze
prachtige organisatie. Dan besef je dat
wat ook de verschillen zijn, een ieder
die werkt (werken mag) in een coöpe
ratieve organisatie, een grote verant
woordelijkheid heeft: in Kenya maar
ook in Nederland.
Een verantwoordelijkheid die meer is
dan alleen het beter te doen dan onze
concurrenten en het bereiken van goe
de financiële resultaten. Een verant
woordelijkheid die de oprichters van
onze organisatie in vele dorpen en ste
den voelden toen zij hun banken op
richtten in omstandigheden die een
klein beetje leken op die in de Afri
kaanse landen nu.
De verantwoordelijkheid om blijvend
bezig te zijn voor de mensen in je om
geving, de welvaart en het welzijn van
de leden van de plaatselijke bank.
Laten wij elkaar beloven dat we die
verantwoordelijkheid in het komende
jaar nog beter verstaan.
Dan zal 1990 een gelukkig jaar voor
ons kunnen worden. Ik wens u dat
gaarne toe voor uw werk maar ook in
uw persoonlijk leven.
Verschuer