Traditionele kengetallen
ontoereikend
De computer is een
onmisbaar hulpmiddel
bij het geven van een
maatwerk-advies.
i t eaPJS®
treasury management) is dermate ge
compliceerd, dat voor de advisering en
conditiestelling gebruik moet worden
gemaakt van geautomatiseerde reken
modellen. Maar omgekeerd laat de be
schikbaarheid van dergelijke modellen
verfijningen toe in de produktontwikke-
ling. Vanwege hun afhankelijkheid van
automatisering wordt de nieuwe gene
ratie bankdiensten wel eens aangeduid
als 'computerprodukten'.
Een gevolg hiervan is, dat zowel voor
de ontwikkeling van nieuwe diensten
als voor de dienstverlening zelf grote
investeringen noodzakelijk zijn in hard
ware, software en communicatiefacili
teiten. Ook de bijbehorende opleiding
en training vragen forse financiële in
spanningen.
Het ligt daarom alleszins voor de hand
om instrumenten te ontwikkelen tenein
de de toegevoegde waarde van de ge
pleegde investeringen zichtbaar te ma
ken.
In analyses van banken wordt door
gaans het balanstotaal gehanteerd als
maatstaf voor de omvang van de bedrij
vigheid. De baten en lasten worden in
de regel uitgedrukt als een ratio van het
balanstotaal. Dat valt te verklaren uit de
omstandigheid dat zowel de rente-in
komsten als de rente-uitgaven worden
bepaald door de omvang van de uitge
leende resp. de ingelegde gelden, ge
koppeld aan de marktrentevoeten.
Balansratio's worden echter als beoor
delingsmaatstaf voor de gang van za
ken bij banken steeds minder toerei
kend. Tal van activiteiten zijn uitsluitend
zichtbaar in de winst- en verliesreke
ning en niet in de balans. Een bank die
beleggingsadviezen verleent, vindt haar
beloning niet in de rentemarge, maar in
de provisiebaten.
Deze ontwikkeling brengt met zich
mee, dat het aandeel van de provisie
baten in de totale baten van bankinstel
lingen geleidelijk toeneemt.
Deze trend wordt nog versterkt doordat
het prijsbeleid van financiële instellin
gen erop is gericht de kosten van het
betalingsverkeer niet meer indirect te
verrekenen in de rente-tarieven, maar
direct aan de gebruiker in rekening te
brengen.
De balanstelling geeft derhalve een
steeds minder volledig beeld van het
bedrijfsvolume. De noodzaak ontstaat
tot het ontwikkelen van criteria, waar
mee het gehele bedrijfsvolume en be
drijfsresultaat van banken kan worden
getypeerd.
De vraag rijst welke andere maatstaf
dan het balanstotaal meer representa
tief is voor het gehele activiteitenpak
ket, inclusief de 'off balance' posten.
Nieuwe inhoud bekende criteria
In andere bedrijfstakken zijn omzet,
toegevoegde waarde en rentabiliteit
van de omzet bekende financiële sleu
telcriteria. De omzet is gelijk aan de op
brengst van de verkochte goederen of
diensten. De omzet minus de inkopen
van grondstoffen is de in het bedrijf ge
vormde toegevoegde waarde. De toe
gevoegde waarde minus lonen, af
schrijvingen, overige kosten en belas
tingen is de netto-winst, die vervolgens
kan worden uitgedrukt in een percenta
ge van de omzet.
Naar het bankwezen getransponeerd,
komt het begrip 'omzet' overeen met de
bruto rentebaten en de provisiebaten.
De inkopen bestaan hoofdzakelijk uit
de rentelasten over de aangetrokken
middelen. De toegevoegde waarde is
vervolgens te definiëren als de rente-
en provisiewinst. Hieruit moeten de be
drijfskosten worden betaald.
Een nadeel van de als omzet gedefi
nieerde bruto baten is de gevoeligheid
van dit gegeven voor fluctuaties in ren
testanden. De rentemarge is hiervoor
minder gevoelig, daar in de regel de
rentelasten in dezelfde richting zullen
tenderen als de rentebaten. Dit pro
bleem is echter niet uniek voor het
bankbedrijf: het geldt in gelijke mate
voor vele industriële ondernemingen
die worden geconfronteerd met scher
pe fluctuaties van grondstofprijzen, va
lutakoersen en rentestanden.
Eventueel onjuiste interpretatie van
fluctuaties in de kerngegevens is ove
rigens goeddeels te voorkomen, als de
analyse wordt gericht op tijdreeksen in