Satelliet-TV MKB-onderzoek behoeft betere afstemming komstenstroom uit onroerend goed is weliswaar minder zeker dan de inkom sten uit eersteklas obligaties, doch in de meeste gevallen zekerder dan de inkomsten uit aandelen. Met de komst van dit fonds is het mo gelijk om via de huisfondsen in drie ba- sisbeleggingscategorieën te beleggen, namelijk aandelen, obligaties en onroe rend goed. Naast deze beleggingsvormen is het mogelijk om te beleggen in de zoge noemde 'specialties', zoals Rabo-Noro Venture BV en Mint Guaranteed Ne derland BV. In de toekomst zullen nog meer specialties ontwikkeld worden. Met het huidige assortiment huisfond sen kan voor ieder individueel beleg- gingsdoel een beleggingsportefeuille samengesteld worden. Tijdens de laatstgehouden Centrale Kringvergadering werd een belangrijke stap gezet. Positief advies werd gege ven aan het voorstel om een experi ment uit te voeren met een 'bijna' da gelijks televisiejournaal - live - via de satelliet. Veertig banken worden met een schotel uitgerust, en twee maan den lang gaat het voltallige personeel de werkdag beginnen met het bekijken en verwerken van de meest actuele in formatie die via de televisie de plaatse lijke bank bereikt. Het zoeken naar nieuwe vormen van communicatie staat niet op zichzelf. In toenemende mate wordt het bankwe zen een kennis-intensieve bedrijfstak. Niet alleen omdat gestandaardiseerde vormen van dienstverlening steeds meer door hulpmiddelen worden over genomen, maar vooral ook omdat onze leden en cliënten andere, hogere eisen gaan stellen aan ons vakmanschap. Kennis en communicatie zijn de voor waarden om dat mogelijk te maken. De proef van twee maanden - in maart en april 1990 - moet ons duidelijkheid verschaffen of deze vorm van commu nicatie werkt. Gaat de kwaliteit van onze medewerkers omhoog; neemt de commerciële slagkracht toe; is het or- ganiseerbaar op de plaatselijke bank? Op dat soort vragen moet het experi ment een antwoord geven. De verwachtingen zijn overigens posi tief: de reacties van de experimenteer- banken, de regiokantoren en de direc toraten van Rabobank Nederland wij zen in één richting. Ook uit het groene licht dat de Centrale Kringvergadering gaf, blijkt wel dat er in brede kring ver trouwen is, dat het experiment een goede kans van slagen heeft. Het 'live-tv-journaal' heeft immers een aantal sterke communicatieve kwalitei ten. Het journaal kan in snel tempo op een aanschouwelijke en indringende wijze de basisinformatie verschaffen voor iedereen en het kan doorverwijzen naar andere media. Het journaal geeft op een actuele en journalistieke wijze commentaar op ontwikkelingen, die voor ons dienstbetoon relevant zijn. En - niet in de laatste plaats - het journaal kan als bindmiddel fungeren; kan de kloof tussen aangesloten banken en Rabobank Nederland verkleinen. Naast die belangrijke voordelen van een dagelijks journaal moet je als orga nisatie ook attent zijn op de bijver schijnselen. Hoe moet er omgegaan worden met het gegeven dat actuele informatie 'heet van de naald' soms vooruit loopt op de besluitvorming in de bestuursorganen? Geeft de dagelijkse 'aanwezigheid' van Rabobank Neder land niet het gevoel van de grote broer, die komt vertellen hoe het moet? Het is goed je dat soort vragen vooraf te reali seren. Laten de programmamakers, de redac tie maar eens zien wat ze kunnen. En laten de onderzoekers de resultaten vooral kritisch en objectief meten. Het is de gebruiker die uiteindelijk bepaalt of het nieuwe medium toegevoegde waarde levert. Het experiment kan die duidelijkheid verschaffen. Een betere afstemming van onderzoek in het midden- en kleinbedrijf (MKB) is noodzakelijk om tot een grotere onder- zoeksefficiency te komen. Dit was een van de uitgangspunten van de MKB- onderzoeksdag, die onlangs voor de eerste keer door EZ op instigatie van de WRR is georganiseerd. In de verschillende inleidingen op deze druk bezochte bijeenkomst is een in druk gegeven van de structurele pro blemen rond onderzoek in het MKB. De roep om een betere afstemming heeft betrekking op zowel de veelal overlappende activiteiten van de ver schillende onderzoeksinstanties, als op de wijze waarop onderzoek aansluit bij de werkelijke informatiebehoeften van het MKB en zijn omgeving waaronder de banken en adviseurs. MKB-onderzoek blijkt vaak op ad-hoc basis plaats te vinden en zeker op lan ge termijn is het voortbestaan van on derzoek niet altijd gegarandeerd. Dit bemoeilijkt de opzet van gespeciali seerde onderzoeksinstrumenten. Bovendien is in veel MKB-bedrijfstak- ken de onderzoeksbereidheid niet erg groot. Door de kleinschaligheid is er een gebrekkige registratie en zijn de benodigde basisgegevens slecht toe gankelijk en minder betrouwbaar dan gewenst. De onderzoeksactiviteiten zijn hierdoor erg versnipperd en het gevaar bestaat dat het wiel vele malen op nieuw uitgevonden wordt. De aanbieders op de onderzoeksmarkt zijn zeer divers. Branche-organisaties, onderwijsinstellingen zoals universitei ten, onderzoeksinstituten, commerciële onderzoeksbureaus, de overheid en ook banken houden zich op een of an dere wijze met MKB-onderzoek bezig. De overheid, in de vorm van het Minis terie van Economische Zaken, ziet zichzelf niet als de gewenste coördina tor. Wel wil zij de verschillende onder zoeksgebieden aangeven, zoals: de lastenverlichting (fiscaal, lonen, administratieve lasten) het arbeidsmarktbeleid (scholing, langdurig werklozen) de marktwerking en het mede dingingsbeleid het MKB-beleid na 1992 het milieube;eid de technologiebevordering de voorlichting en advisering aan het MKB. De coördinatie zelf zou dan veeleer moeten liggen bij een gespecialiseerd instituut, waarbij met name gedacht kan worden aan het Economisch Insti tuut voor het Midden- en Kleinbedrijf (EIM). Naast coördinatie over onderzoeksacti viteiten bestaat evenwel ook een grote behoefte aan een goede afstemming tussen wat onderzoeksinstituten bieden en hetgeen het MKB aan onderzoeks resultaten vraagt. Het MKB heeft in het algemeen geen behoefte aan uitputten de, volledig onderbouwde kennis, maar zoekt veel meer naar de hoofdlijnen. Het voor het MKB best bruikbare on derzoek houdt het midden tussen het wetenschappelijk onderzoek en het be perkte beleidsgerichte onderzoek. Voor de verschillende branche-organisaties lijkt op dit gebied een belangrijke taak weggelegd. Deze taak kan liggen bij het zelf (laten) uitvoeren van onder zoek, waarbij vanuit de praktijk van de branche een duidelijke onderzoeksop dracht geformuleerd wordt. Het laat zich aanzien dat ook de ban caire sector baat zal hebben bij een dergelijk coördinerend aanspreekpunt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 5