jaren zeventig in een rustiger vaarwater
terecht gekomen. Kleine afwijkingen op
het normale patroon - zoals een omge
keerde rentestructuur - komen welis
waar voor, maar dat heeft geen bijzon
dere betekenis. Toch heeft het volume
van de geldmarkt grote fluctuaties ge
kend, die naar verwacht zou mogen
worden in de prijs - de rente - tot uit
drukking zouden moeten komen; voor
de Rabobankorganisatie als grootste
guldenspartij in de markt niet zonder
belang. Maar Vernède moet dat beeld
corrigeren:
'In Nederland heeft de rente monetair
afgedaan als doel. De Nederlandsche
Bank stuurt en corrigeert de geldhoe-
veelheid naar believen, waarbij de cen
trale doelstelling de koerspariteit met
de Duitse mark is. Om dat doel te be
reiken wordt de rente als middel inge
zet. De banken worden daarmee in fei
te 'gedegradeerd' tot uitvoerders van
het beleid van de Nederlandsche
Bank.'
Het lijkt te klinken alsof Vernède daar
voor geen begrip kan opbrengen, maar
dat is niet juist: 'Duitsland is onze
grootste handelspartner. Alleen al daar
om is een redelijk stabiele wisselkoers
verhouding voor het bedrijfsleven gun
stig. Daarbij komt dat het financiële en
monetaire normbesef van onze ooster
buren tamelijk goed ontwikkeld is.
Onze gulden slingert min of meer als
de staart van een vlieger om de koers
van de DM heen.'
Als je op die 25 jaar terugkijkt, mag het
een klein wonder heten, dat onze orga
nisatie zich zo goed door de woelige tij
den heen heeft geslagen, terwijl de ge
automatiseerde management-informa-
tie aanvankelijk maar magertjes was
om het maar voorzichtig uit te drukken.
Goede feeling met de markt is altijd
onze kracht geweest, in de hele organi
satie.
De hoge kredietwaardigheid die we in
ternationaal genieten zie ik voor onze
coöperatieve bankorganisatie als een
bekroning op zorgvuldig en zorgzaam
opereren.
De Rabobankorganisatie is in een
kwart eeuw bankier geworden en nog
een goede ook, is de conclusie die ge
trokken mag en kan worden. Die ver
worvenheid biedt de organisatie een
uitstekende basis om op voort te bou
wen.
Die ontwikkeling aan den lijve te heb
ben meegemaakt, is - zeker als je het
huidige resultaat beziet - een belevenis
(enerverend, dat wel) die ik niet graag
had willen missen.'
Vervolg van pagina 19
de voorgebakken produkten een sterke
internationale concurrentiepositie heeft
opgebouwd. Men heeft de beschikking
over voldoende kwalitatief, nog altijd,
uitstekende grondstof: Bintje. Deze
aardappelsoort beschikt over de juiste
eigenschappen voor de verwerking tot
frites: weinig beschadiging, weinig
(blauw)kleuring door een laag suiker
gehalte. Door de uitbetaling naar kwali
teit kan de industrie over een goed te
verwerken aardappel beschikken. Ver
der is er sprake van een zeer goede in
frastructuur. De industrie is dicht bij de
telers gevestigd, waardoor een snelle
verwerking mogelijk is; dit komt de
kwaliteit ten goede.
Ook worden de bewaarkosten en -ver
liezen zo veel mogelijk beperkt. Door
een nauwe samenwerking met de on
derzoeksinstellingen is er een grote
technologische kennis aanwezig. Er
bestaat een aanzienlijke eigen kennis
over grondstof(fen), processen en
eindprodukten. De Nederlandse aard-
appelverwerkende industrie is daar
door in staat om een kwalitatief hoog
waardig eindprodukt te leveren tegen
een relatief lage kostprijs.
De concurrentie op de internationale
markt voor aardappelprodukten neemt
de laatste jaren toe. De Nederlandse
aardappelverwerkende industrie kent
een gunstige uitgangspositie voor het
behoud, of een uitbreiding, van het
marktaandeel. Er dient echter rekening
gehouden te worden met een aantal
nieuwe ontwikkelingen die de sector
bedreigen. Door een verscherpt milieu
beleid in Nederland zullen er verhoog
de eisen aan het vruchtwisselingsre-
gime en aan het gebruik van bestrij-
dings- en ontsmettingsmiddelen ge
steld worden. Verwacht wordt dat daar
door het aanbod, en mogelijk de kwali
teit, van de aangevoerde Bintje zal ver
minderen. Er dienen nieuwe rassen
ontwikkeld te worden die kwalitatief
even geschikt zijn voor de verwerken
de industrie als Bintje, maar die niet
dezelfde ziektegevoeligheid kennen.
Hierbij wordt met name gedacht aan
het inbouwen van resistenties door
middel van genetische manipulatie. De
weg hiertoe is echter nog lang en zal
een hoop aandacht en creativiteit ver
eisen.
Een andere mogelijkheid is de import
van Bintje uit België en Noord-Frank
rijk. Dit zal echter de Nederlandse con
currentiepositie verzwakken door de
lange en kostbare aanvoerlijnen.
In België en Frankrijk is de aardappel-
verwerkende industrie sterk in op
komst. Deze landen zullen in toene
mende mate in staat zijn in de eigen
behoefte aan aardappelprodukten te
voorzien. Ook bij de export naar overi
ge EG-landen, onder andere Grieken
land en Italië, ondervindt Nederland
steeds meer concurrentie uit Frankrijk
en België.
De aardappelverwerkende industrie
heeft altijd uitstekend op de wensen
van de consument weten in te sprin
gen. Door produktontwikkeling worden
er momenteel al meer dan 200 ver
schillende aardappelprodukten op de
markt gebracht. Bij de huidige stabili
satie van de interne markt is het van
belang door marktbewerking het markt
aandeel zo veel mogelijk te behouden.
De behoefte aan gemaksvoeding en
de vraag naar gezond voedsel (light-
produkten) zal met nieuwe variëteiten
bediend moeten worden. Ook het leve
ren in kleinverpakkingen sluit aan bij
de wensen van de consument.
Binnen Europa zijn er groeimogelijkhe
den op de Zuideuropese markt. Grie
kenland, Italië, Spanje en Portugal be
zitten een nog niet of nauwelijks be
diende markt. Er dient rekening mee
gehouden te worden dat ook Frankrijk
en België een kans op deze markt wil
len wagen. In Spanje, binnen de EG
het grootste aardappelareaal, probeert
men een eigen aardappelproduktenin-
dustrie te ontwikkelen door het bouwen
van fritesfabrieken.
Buiten Europa liggen er vooral kansen
in het Midden-Oosten. In dit gebied zijn
verscheidene fabrieken gebouwd die
worden voorzien van Nederlandse
grondstoffen. Hiermee worden de im
portbeperkingen op de verwerkte pro
dukten omzeild.
Uitbreiding export mogelijk
Voor het behoud van het marktaandeel
is het voor de Nederlandse aardappel
verwerkende industrie van belang, dat
de aanvoer van een hoogwaardige
grondstof tegen een betaalbare prijs
wordt veilig gesteld. Om de binnen
landse afzet te behouden dient in de
(veranderende) vraag van de consu
ment zoveel mogelijk voorzien te wor
den. Zowel binnen als buiten Europa
zijn nog niet bediende markten aanwe
zig. Een uitbreiding van de export naar
deze gebieden behoort tot de mogelijk
heden.