AGRO BUSINESS PAffó'
WAQEMIMQEn V
De Nederlandse situatie
kantoor-bedrijfsruimte 4
laboratoria f
Gemeente Wageningen 0837^93253
Wilma Vastgoed b.v.
Pghnhonti W
Het Science Park in Wageningen.
teit, dat overdracht van wetenschappe
lijke kennis gemakkelijk kan verlopen.
Daarnaast is het met name in de eer
ste jaren van belang, dat er over een
continue geldstroom kan worden be
schikt. Deze kan afkomstig zijn van
een grote opdrachtgever, zoals in het
geval van Stanford het Ministerie van
Defensie, maar ook van de financiële
wereld, alhoewel deze laatste catego
rie over het algemeen pas bij aantoon
bare economische haalbaarheid geïn
teresseerd zal raken.
De universiteit dient er zelf voor te wa
ken, dat de kennis van de medewer
kers op een dusdanig niveau blijft, dat
er ook daadwerkelijk sprake kan zijn
van overdracht van kennis. Post-docto-
raal onderwijs kan hiervoor de oplos
sing zijn.
Tenslotte kunnen ook meer algemene
factoren, zoals een aantrekkelijke
woonomgeving, zowel in landschappe
lijk als sociaal opzicht en de aanwezig
heid van goede infrastructurele voor
zieningen en van een gezonde indus
triële structuur, een rol spelen bij het al
dan niet slagen van het concept 'we
tenschapspark'.
In Nederland is de ontwikkeling van
wetenschapsparken in vergelijking met
het buitenland in een tamelijk laat sta
dium van de grond gekomen. Pas in
het begin van de jaren tachtig worden
de eerste initiatieven op dit terrein
zichtbaar. Sindsdien zijn er vier vol
waardige wetenschapsparken tot ont
wikkeling gebracht. De twee meest
succesvolle parken zijn het Bioscience
Park te Leiden en het Science Park
Twente te Enschede. De overige twee
parken zijn te vinden in Groningen en
in Wageningen.
Daarnaast zijn er in Nederland ver
schillende voorbeelden van parken die
de naam wetenschapspark wel zouden
willen dragen maar die toch niet blijken
te voldoen aan criteria die hiervoor gel
den. Zo kunnen enkele daarvan beter
omschreven worden als universitaire
bedrijvencentra. Het belangrijkste doel
van deze centra is het bieden van
goedkope ruimte en faciliteiten aan
startende academici. Van kennisover
dracht tussen universiteit en bedrijfsle
ven is niet of nauwelijks sprake.
Een trage start
Men kan zich afvragen waarom de ont
wikkeling van wetenschapsparken in
Nederland zo laat op gang is gekomen.
Zijn er in Nederland wellicht specifieke
omstandigheden aan te geven die een
belemmering vormden of vormen voor
de voorspoedige groei van weten
schapsparken? Deze veronderstelling
lijkt inderdaad juist te zijn. Zo blijkt de
financiering van dergelijke parken in
Nederland vaak een moeilijk neembare
hindernis te zijn. Van oudsher is in ons
land de geldstroom van bedrijfsleven
naar universiteit, de zogenaamde der
de geldstroom, klein; dit bijvoorbeeld in
tegenstelling tot die in de Verenigde
Staten. Doordat universiteiten zelf nau
welijks beschikken over financiële mid
delen, moeten er externe bronnen wor
den aangeboord. Aangezien de finan
ciering van een wetenschapspark niet
zonder risico is, kan het vinden van be
reidwillige financiers de nodige tijd ver
gen.
Een andere belangrijke factor in deze
is, dat het Nederlandse bedrijfsleven,
en dan in het bijzonder het grootbedrijf,
reeds van oudsher banden heeft met
verschillende universiteiten en dus al
lang kan profiteren van de aanwezige
kennis aldaar. Vestiging in een weten
schapspark is daardoor niet noodzake
lijk. Daarbij komt nog dat de afstanden
in Nederland zo gering zijn, dat vrijwel
alle kennisintensieve ondernemingen
relatief dicht bij een universiteit zijn ge
vestigd. Hierdoor vervalt direct een van
de belangrijkste redenen om zich in de
directe nabijheid van deze instituten te
vestigen.
Daarnaast lag het aantal studenten dat
na de studie een eigen bedrijf wenst op
te zetten in Nederland tot voor kort op
een, in vergelijking tot omringende lan
den, laag niveau. Nederlandse studen
ten kozen liever voor een goed betaal
de baan bij een van de grote onderne
mingen, dan voor de onzekerheden die
een eigen onderneming met zich mee
zou brengen. De herwaardering van
het ondernemerschap, alsmede de toe
nemende werkloosheid onder academi
ci hebben er in de loop van de jaren
tachtig echter voor gezorgd dat deze
categorie op zoek is gegaan naar nieu
we vormen van bedrijvigheid. Vestiging
in een wetenschapspark kan voor deze
nieuwe ondernemers zeer aantrekkelijk
zijn, want het verschaft hen relatief
goedkope huisvesting en een voor nieu
we bedrijvigheid stimulerende werk
omgeving.
De toekomst
Nu de ontwikkeling van wetenschaps
parken ook in Nederland eindelijk op
gang is gekomen, kan men zich natuur
lijk afvragen wat er in de toekomst zal
gaan gebeuren. Wordt het fenomeen
wetenschapspark een kasplantje, dat
alleen met extra zorg in stand gehou
den moet worden of biedt de weten
schappelijke ambiance - met lage
drempels naar een veelheid van disci
plines - een gezonde bodem voor een
voorspoedige groei, zoals in de Ver
enigde Staten en het Verenigd Konink
rijk het geval is. De tijd zal het ons le
ren.