Internationale positie De sanering van de nu bekende milieu-erfenissen uit het verleden zal naar schatting f 150 miljard kosten. De bodemsanering - inclusief het reinigen van vervuilde grond (foto) - zal daarvan een aanzienlijk deel uitmaken. derzoek. Voor een deel trachten zij dat op te lossen door samenwerking met andere bedrijven, bijvoorbeeld leveran ciers, of met onderzoeksinstellingen zo als TNO of universiteiten. Verder wordt er vaak gebruik gemaakt van buiten landse licenties. Er wordt wel aan gewerkt om de af stemming tussen vraag en aanbod te verbeteren. Het rijk tracht via meerjari ge milieuprogrammering meer inzicht te geven in het te voeren beleid en in de omvang en verdeling van de bestedin gen over de verschillende milieuthe ma's. Het NMP wordt door de bedrijfs tak als een flinke stap vooruit gezien. Ook provincies en gemeenten doen steeds meer aan milieubeleidsplanning. Dit geeft de bedrijfstak weliswaar meer houvast ten aanzien van de toekomst, maar de voor te schrijven normen en technieken blijven in de schoot der toe komst verborgen. Daarom is mede op initiatief van de bedrijfstak het Natio naal Milieucentrum tot stand gekomen. Dit centrum fungeert als een platform, waarop de overheid in haar verschillen de hoedanigheden, de milieuproduktie- sector, gebruikers en onderzoeksinstel lingen elkaar ontmoeten. De milieuproduktiebedrijven hebben vaak maar weinig inzicht welke bedrij ven tot hun potentiële klantenkring ge rekend kunnen worden. Andersom we ten veel vragers niet welke aanbieders hun problemen zouden kunnen oplos sen. Een waardevol initiatief om vra gers en aanbieders bij elkaar te bren gen is het Milieuschakelschema van de NV Databank. Het Milieuschakelsche ma beoogt de vraag- en aanbodzijde van de markt beter inzichtelijk te ma ken, zodat contacten vlotter gelegd kunnen worden. Milieubeleid krijgt internationaal ook steeds meer aandacht. Veel bedrijven behalen al een behoorlijke omzet op buitenlandse markten. Door de strenge milieu-eisen is de Nederlandse milieu- produktiesector snel tot ontwikkeling gekomen. Maar ten opzichte van een aantal andere Westeuropese landen is de thuismarkt klein. In bijvoorbeeld West-Duitsland zijn veel zware indus trieën gevestigd, die eveneens met een streng milieubeleid geconfronteerd wor den. De Westduitse milieumarkt is on geveer vijfmaal zo groot als de Neder landse markt. Daardoor konden in het buitenland grote bedrijven ontstaan, die veel kunnen investeren in produktont- wikkeling en zich gemakkelijk over de grenzen bewegen. Ook grote concerns als Siemens en Thyssen hebben zich op de milieumarkt gestort. In vergelij king met het buitenland is in de Neder landse milieuproduktie kleinschaligheid troef. Een beperkt aantal grotere bedrij ven brengt complete systemen op de markt en kan zelf projecten uitvoeren. Opdrachtgevers laten het liefst projec ten - in de vorm van een turnkeyproject - geheel uitvoeren onder de verant woordelijkheid van één bedrijf. Deze bedrijven kunnen zich wat de marktbe werking betreft doorgaans ook wel op de buitenlandse markten redden. Voor de grote groep kleine bedrijven ligt dat veel moeilijker. Zij fungeren vaak als toeleverancier van componenten of voeren in opdracht bepaalde werk zaamheden uit. Zij exporteren meestal niet op eigen kracht en hebben er ook niet het apparaat en de kennis voor. Met 'Europa 1992' voor ogen zullen deze bedrijven ook moeten zien in het buitenland aan de bak te komen. Sa menwerking met andere bedrijven lijkt daartoe de sleutel. Niettemin zijn de Nederlandse bedrij ven op de buitenlandse markten zeker niet kansloos. Globaal zijn de nationale milieuproduktiesectoren het sterkst concurrerend in die marktsegmenten, die in de betreffende landen het meest problematisch zijn. Nederland heeft van huis uit een sterke positie opgebouwd in waterzuivering en bodemsanering. Naar verwachting kunnen de Neder landse bedrijven daarmee goed terecht op de wereldmarkt, zowel in West-Eu ropa, de Verenigde Staten als in de derde wereld. Internationalisering van activiteiten is eigenlijk een 'must' ten einde risico's te spreiden. Integrale benadering De milieuproduktiesector is een jonge bedrijfstak, die op een moeilijke, maar perspectiefvolle markt opereert. Mo menteel ligt het accent vooral op schoonmaak ('end of pipe') technolo gieën, zoals industriële waterzuivering, luchtfilters en sanering van milieuver ontreiniging. In het NMP wordt de sec tor tevens een voorname rol toebe deeld in het uitdragen van kennis op het gebied van milieutechnologie naar vervuilende bedrijven. De vervuiling moet zoveel mogelijk bestreden wor den aan de bron. Dat vraagt niet alleen om een ander soortig produkt, maar ook om een an dere aanpak van de markt. Daartoe zullen contacten met milieubelastende bedrijven en producenten van machi nes en apparatuur moeten worden ge legd, zodat de sector in samenwerking met deze bedrijven vanuit zijn kennis en expertise een bijdrage kan blijven leveren aan de totstandkoming van schoner leefmilieu.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 24