13KU 09.1KX ï~T0F 0002
die elk een graantje willen meepikken
van de tot ontwikkeling komende
milieumarkt.
De variëteit van aanbieders vindt haar
oorsprong in de sterke segmentatie van
de markt. In werkelijkheid bestaat de
milieumarkt als zodanig niet. Het is een
verzamelnaam voor een aantal weinig
samenhang vertonende deelmarkten,
die als gemeenschappelijke noemer het
schoonmaken van het milieu hebben.
De belangrijkste deelmarkten zijn col
lectieve en industriële afvalwaterzuive
ring, luchtzuivering, bodemsanering,
chemische en niet-chemische afvalstof
fen en bestrijding van geluidshinder.
Voorts zijn er per deelmarkt ook nog
verschillende segmenten en gebruikte
technieken te onderscheiden. De markt
voor luchtzuivering valt bijvoorbeeld
uiteen in stofdeeltjesemissies en gas-
Het filtermateriaal in de BIOTON-in-
stallaties is afhankelijk van de te ver
wijderen componenten. Hierbij wordt
gebruik gemaakt van speciale stam
men zoals Nocardia voor styreen,
Hyphomicrobium voor methyleen-
chloride en Thiobacillus voor H2S.
vormige emissies. Op de markt van wa
terzuivering komen qua technieken de
microbiologische (aërobe en anaërobe)
en de fysisch/chemische systemen
voor. Veel (kleine) aanbieders opereren
op één marktsegment en zijn gespecia
liseerd in één techniek.
De totale omvang van de vraag naar
milieuprodukten en -diensten was in
1988 f 2,5 a f 3,0 miljard. De twee
grootste deelmarkten zijn waterzuive
ring en luchtverontreiniging, te zamen
goed voor de helft van de vraag.
De markt voor milieu-apparatuur en
-diensten groeit snel. De groei ligt de
laatste jaren tussen 5% en 8% per jaar.
Dit groeicijfer zou nog wel eens flink
hoger kunnen gaan uitvallen als de
maatregelen uit het NMP worden uitge
voerd. In het NMP wordt ervan uitge
gaan dat bedrijfsleven en overheid in
de periode 1985-2010 voor maar liefst
f 147 miljard aan milieu-investeringen
zullen plegen. Vooral in de eerstkomen
de jaren zullen de milieu-investeringen
snel aantrekken. Waarschijnlijk zal
luchtverontreiniging de grootste markt
gaan worden, gevolgd door waterzuive
ring. Bodemsanering zal een snelle
groei doormaken.
De grootste investeerders in milieu-
voorzieningen en -apparatuur zullen in
de komende jaren volgens het NMP
zijn de overheid, de vervoersbedrijven,
de huiseigenaren, de landbouw en de
chemie.
Overheid domineert markt
De overheid speelt een cruciale rol op
de milieumarkt. Vervuilers ondervinden
immers vaak zelf maar in geringe mate
de gevolgen van de vervuiling. Zij zul
len dan ook niet snel geneigd zijn kos
ten te maken voor een schoner milieu.
Weliswaar wil geen enkel bedrijf graag
het middelpunt zijn van een milieu
schandaal, maar anderzijds verhogen
milieu-investeringen de produktiekos-
ten. En dat verslechtert de concurren
tiepositie ten opzichte van bedrijven,
die een soepeler milieubeleid hanteren.
De overheid streeft als hoedster van
het algemeen belang naar een verant
woord beheer van het milieu. Zij heeft
op het terrein van regelgeving een
reeks van wetten het licht doen zien.
Vervuilers kunnen worden verplicht om
bepaalde milieuvoorzieningen te tref
fen. Tevens is het mogelijk om milieu
heffingen op te leggen en vervuilers
achteraf aansprakelijk te stellen voor de
schade van hun handelen.
De vraag naar milieuprodukten en
-diensten van bedrijven wordt derhalve
voor het overgrote deel door overheids
maatregelen geïnitieerd. De overheid
drukt voorts als opdrachtgever een
groot stempel op de markt. De afzet
van de milieuproduktiesector wordt al
dus in grote mate politiek bepaald. De
sector ervaart dit als een extra markt
risico. Het overheidsbeleid blinkt in het
algemeen niet uit in voorspelbaarheid
en continuïteit. Marketing en promotie
van produkten zijn op deze markt wei
nig effectief. Potentiële klanten stellen
zich zeer terughoudend op en investe
ren pas als zij daartoe gedwongen wor
den.
Het NMP beoogt de strategie voor het
milieubeleid voor de middellange ter
mijn aan te geven. Dat geeft de sector
tenminste enig houvast bij het inschat
ten van de toekomstige vraag. Ver
wacht mag worden dat bedrijven vaker
op vrijwillige basis tot milieu-investerin
gen zullen overgaan. Niettemin ver
wachten de heren drs. Th. N. Brouwer
en ing. U. M. Ubbens van de Vereni
ging van Leveranciers van Milieu-appa
ratuur (VLM) dat de regels uiteindelijk
toch grotendeels zullen blijven bepalen
waarin wordt geïnvesteerd.
Ondernemen met hindernissen
De markt van milieuprodukten groeit
dan weliswaar snel, maar de ontwikke
ling verloopt veelal schoksgewijs. Soms
is er zelfs sprake van een complete
vraaguitval. Dit is voor een deel te wij
ten aan de uitvoering van zeer grote
projecten, zoals collectieve waterzuive
ringsinstallaties. Bij de spreiding van
dergelijke projecten in de tijd wordt
maar weinig rekening gehouden met de
capaciteit van de milieuproduktiesector.
Bovendien kunnen overheidsopdrach
ten soms lang in de pijplijn blijven zit
ten. De milieuproduktiesector is tevens
erg afhankelijk van de regelgeving en
voorschriften van overheidswege.
Slechts zelden is ruim van tevoren be
kend wanneer regelingen van kracht
worden, welke normen zullen worden
gehanteerd en welke technieken zullen
worden voorgeschreven.
Dat maakt het soms een vrijwel onbe
gonnen zaak om de vraag naar bepaal
de milieuprodukten in te schatten. Klei
nere bedrijven hebben vaak maar één
of enkele schoonmaaktechnieken in
huis en kunnen hun risico's daardoor
slecht spreiden. Vele ondernemers vin
den de milieumarkt dan ook te ondoor
zichtig en te glibberig terrein om zich er
volledig op te begeven. Zij beperken
bewust hun omzet in milieuprodukten,
om er niet te afhankelijk van te worden.
De wijze van totstandkoming van de
vraag frusteert ook onderzoek en ont
wikkeling naar nieuwe technieken om
het milieu schoon te maken. De ontwik
keling van milieutechnologieën vergt
echter tijd en vaak flinke investeringen.
Afgewacht moet worden of de uiteinde
lijke normstelling van overheidswege
de ondernemer in staat zal stellen zijn
inspanningen terug te verdienen. Veel
onderzoekswerk blijft daarom beperkt
tot haalbaarheidsstudies en mondt in
eerste instantie niet uit in concrete pro
dukten voor de markt. Omdat veel be
drijven behoren tot het midden- en
kleinbedrijf hebben zij in het algemeen
weinig middelen beschikbaar voor on-