W©h Coöperatief pad verder in kaart ger vooraf alle garantie-aanvragen door een Bemiddelend Orgaan, een ad viesinstantie van de gemeenten, wor den getoetst. In feite wordt hier immers dubbel werk gedaan, omdat de finan ciers uiteraard ook vooraf beoordelen of het verstrekken van de gevraagde woningfinanciering verantwoord is. In die gevallen waarin zich betalingspro blemen voordoen, kan dan nog altijd achteraf door een onafhankelijke in stantie worden getoetst of de garantie terecht is verstrekt. Zowel bij de Be middelende Organen als bij de over heid zal dit een aanzienlijke verminde ring van werkzaamheden betekenen, omdat in verhouding tot de afgegeven garanties het aantal claims zeer be perkt is. De praktijk heeft uitgewezen dat de verliezen die voor de overheid voort vloeien uit de garantieregeling, van jaar tot jaar sterk kunnen schommelen onder invloed van inkomens-, hypo theekrente- en woningprijsontwikkelin gen. Een betere spreiding van de ver liezen in de tijd, maar ook over de ge meenten is dus gewenst. Om de sprei ding van verliesrisico's te bereiken be pleit Bakermans de stichting van een fonds, waarin de gemeenten per afge geven garantie een premie storten. Bij de huidige en de voor de komende ja ren verwachte omvang van de claims is een premie van f 400,- per afgege ven garantie ruimschoots voldoende om de verliezen voor de gemeenten te dekken. Een toekomstige verschraling van de gemeentegarantieregeling zou aan zienlijke gevolgen kunnen hebben voor de ontwikkeling van het - ook door de overheid voorgestane - eigen woning- bezit. De hiervoor beschreven sugges ties verdienen dan ook serieuze aan dacht. j andere wetenswaardigheden met het verstrijken van de jaren wat op de ach tergrond om uiteindelijk vaak verloren te gaan. In het denken en doen van vandaag en van de toekomst zijn het feiten geworden die geen vooraan staande plaats meer innemen. Ze wor den verdrongen door eigentijdse gege vens, die niet zelden 'in de waan van de dag' een groter belang wordt toege dacht. Het is daarom een goede zaak dat al thans de grote lijnen van de ontwikke lingsgang van het coöperatieve bank wezen in Nederland voor een ieder worden vastgehouden. Daartoe ver scheen reeds in 1978 bij het NIBE een handzaam boekwerk onder de titel: 'Het coöperatieve bankwezen in Ne derland', geschreven door drs. H. H. J. Bol. In 1983 rolde vervolgens een her ziene druk van de pers. 'Het coöperatieve bankwezen in Ne derland' heeft al die jaren zijn nut be wezen en is op zijn terrein iets van een standaardwerk geworden. Voor een ie der die - om welke reden dan ook - geïnteresseerd is in de Rabobankor- ganisatie, is het min of meer tot de verplichte literatuur gaan behoren, i Kort en bondig wordt de ontwikkelings gang van het coöperatief georgani seerde bankwezen voor het voetlicht gebracht, waarbij in de beide drukken toch het accent heeft gelegen op de jaren voor de 'grote fusie' tussen de Raiffeisen- en de Boerenleenbankor ganisatie. j Onlangs is het boek in een sterk geac tualiseerde en verbeterde versie uitge bracht. De nieuwe editie is geschreven door drs. H. H. J. Bol (plaatsvervan gend hoofd directoraat Algemene Za ken) en drs. A. M. Dierick (hoofd Staf- groep Economisch Onderzoek). In de circa 70 pagina's wordt het ontstaan j en de ontwikkeling van de coöperatie ve banken beschreven, waarbij ook met name de recente opvattingen over het coöperatieve karakter van onze or ganisatie worden belicht. Dag na dag wordt ongemerkt de ge schiedenis geschreven van het coöpe ratief georganiseerde bankwezen in Nederland. Dat gaat al bijna een eeuw zo. Het is onmogelijk om alles tot in details voor de geest te houden of zelfs maar in archieven en dergelijke te bewaren. Onvermijdelijk raken na men van personen, gebeurtenissen of De belangstelling voor dit standaard werk blijkt erg groot te zijn. Door de aangesloten banken werden op de mo gelijkheid vooraf in te tekenen 12 500 stuks besteld. Overduidelijk komt hier uit het beeld naar voren dat het func tioneren van het coöperatieve bankwe zen een levende materie is, die door velen met belangstelling - en betrok kenheid - wordt gevolgd. Tien jaar Staf groep Economisch onderzoek Een radarpost, zo is de Stafgroep Eco nomisch Onderzoek misschien wel het best te typeren. Met gevoelige anten nes op de omgeving tot aan verre hori zonten. Conjuncturele bewegingen, ontwikkelingen in de financiële mark ten, de spaar- en kredietmarkt en ook de gang van zaken binnen de bedrijfs takken zijn onderwerp van beschou wing en nadere analyse. Sommige sig nalen zijn duidelijk en helder, andere vragen een nadere interpretatie om aan de hand daarvan de koers van onze coöperatieve bank te kunnen bepalen. De Stafgroep Economisch Onderzoek die dit specialisme beheerst, viert dezer dagen haar tienjarig bestaan. Voldoen de reden om de jubilerende eenheid voor het voetlicht te halen. In een vijftal artikelen wordt een com pleet beeld geschetst van de stafgroep en het veld waarin men opereert. Er wordt teruggekeken en vooruitgezien. Een blik op het radarscherm.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 5