de invoering van vrije marktprijzen
en materiële prikkels;
een grotere rol van de lokale over
heden in de economie;
meer bevoegdheden voor de lei
ding van de individuele bedrijven;
minder directe bemoeienis van par
tij-organen in bedrijven en staatsin
stellingen;
de ontwikkeling van individuele
landbouwbedrijven uit de ontbon
den communes;
een grotere rol voor de private sec
tor in de steden en
verdere economische opening naar
het buitenland.
Successen en oververhitting
Uit statistieken blijkt dat er in de afgelo
pen tien jaar opmerkelijke economische
resultaten zijn geboekt. Jaarlijks groei-
j de de reële produktie met maar liefst
gemiddeld 9,2% en de uitvoer met zelfs
14%. Het is niet voor niets dat China
een 'ontwakende reus' werd genoemd.
Op allerlei fronten kwamen medio 1988
crisisverschijnselen naar voren die ge
zamenlijk ertoe leidden, dat veel van
de genomen besluiten moesten wor
den teruggedraaid.
Hoewel de Chinezen al redelijk ge
wend waren aan prijsstijgingen, schoot
de inflatie omhoog tot 25% in 1988 en
nog meer in het voorjaar van 1989.
Deze inflatiegolf had twee oorzaken:
het loslaten van veel kunstmatig laag-
23 gehouden prijzen en het optreden van
en besloten zij daarom deze tegoeden
om te zetten in reële activa (vooral
duurzame consumptiegoederen, omdat
er geen ontwikkelde markt voor andere
activa bestaat). In de zomer van 1988
ontstond er zelfs een ware stormloop
op banken, toen de overheid de land-
bouwquota niet uitbetaalde in geld,
maar in schuldbewijzen aan de boeren.
Ondanks de financiële rampspoed
groeide het bruto nationaal produkt het
afgelopen jaar met om en nabij 11%,
waarbij vooral de industriële groei van
21% indrukwekkend was. Het was ech
ter de landbouwsector die teleurstelde
3,2%).
In China zijn de macro-economische
sturingsinstrumenten om oververhitting
van de economie te beperken nog on
voldoende ontwikkeld. Daarom restte
er geen ander middel dan rechtstreeks
ingrijpen door de planbureaucratie.
De sociale consequenties van de her
vormingen hangen direct samen met
de economische ontwikkelingen. Offi
ciële statistieken en kranten maken
melding van een al enige jaren stijgend
vandalisme, zwarte handel, corruptie,
politiek geladen moorden, onrust in de
randprovincies (Tibet) en stakingen. De
maatschappelijke tegenstellingen ver
scherpten zich ook: er is een rijke klas
se van ondernemers ontstaan. On
danks het feit dat de gemiddelde le
vensstandaard is verbeterd, migreert
een op drift geraakt leger van 50 mil
joen trekarbeiders (5% van de bevol
king) van stad tot stad op zoek naar
een vast bestaan.
Deze problemen leidden in mei en juni
tot uitbarstingen van collectieve onvre
de en het met geweld neerslaan ervan.
De protesten zijn niet zozeer te wijten
aan een verslechteren van de materiële
levensstandaard, alswel aan het tegen
vallen van de verbeteringen in de kwali-
Ruim een der
de van het na
tionale inkomen
van China
wordt in de
landbouw ver
diend.
een investerings- en consumptie-ex
plosie als gevolg van de liberalisering
en het daaruit gevoede optimisme over
's lands toekomst. Omdat de rente
door de staat kunstmatig laag werd ge
houden, werden bedrijven door de fi
nancieringskosten niet bepaald ge
remd in hun bestedingsdrang. Boven
dien zagen de spaarders hun tegoeden
bij de spaarbanken door deze lage ren
tevergoeding scherp in waarde dalen
MONGOLIË
Urümqi1
Yumen»
Z UID -
kKOREA
Uanyungang-
JAPAN
Lanzhou'
Zhengzhou
'Shanghai
NanjingP*
Iwuhan Tq,
Nanchang*
Xiangfar
Chengdu
Chongqin
Zhuzhou!
Fuzhou:
BHUTAN
Hengyang
C Guiyang
Kunming^-
BANGL A,
\DESjr
TAIWAN
Kanton
Nanningj
HONGKONG
MACAO
BIRMA
.uicicbmesc^tz
HAINAN1
FILIPIJNEN
- r