Geworteld in eigen organisatie en onderzoek. Doel hiervan is het be vestigen van de deskundigheid van de Rabobankorganisatie ter zake, met name door het vervaardigen van ver scheidene publikaties (zoals kwartaal berichten, landenstudies en bedrijfstak visies), het houden van lezingen en toespraken op allerlei bijeenkomsten en het schrijven van artikelen in het maandblad Rabobank en in diverse vakbladen. Voorts heeft de Stafgroep Economisch Onderzoek tot taak het vertegenwoor digen van de Rabobankorganisatie bij diverse externe instanties op de be trokken terreinen. Hierbij moet onder meer gedacht worden aan de contac ten met de Nederlandsche Bank (DNB), de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), het Landbouw-Econo- misch Instituut (LEI), het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbe drijf (EIM) en aan internationale instan ties, zoals het Centre tor European Po- licy Studies (CEPS) in Brussel en het Institute of International Finance (IIF) in Washington, alsmede aan universitei ten en wetenschappelijke instituten, zoals de VU in Amsterdam en de KUB/TIAS in Tilburg. Tenslotte is de Stafgroep belast met het verzorgen van een actieve biblio- thecaire en documentaire informatie voorziening, met name ten behoeve van Rabobank Nederland. Voor de specifieke taken op dit gebied zij ver wezen naar een afzonderlijk artikel daarover elders in dit maandblad. Kweekvijver Een geheel ander element, dat niet in de formele taakomschrijving staat, maar dat in de praktijk wel degelijk be langrijk is gebleken, vormt de zoge naamde kweekvijverfunctie. Immers, het personeelsbestand van de onder zoeksafdelingen bestaat grotendeels uit pas afgestudeerde economen, die na een periode van drie tot vijf jaar meestal doorstromen naar andere een heden van Rabobank Nederland. De Stafgroep Economisch Onderzoek fun geert daarbij als een soepele overgang tussen universitaire studie en bancaire loopbaan, waarbij de jonge medewer kers leren hun theoretische opleiding en kennis om te zetten in handzame beleidsadviezen en deze ook operatio neel bruikbaar te maken voor prakti sche toepassing. Immers, binnen de Stafgroep verricht men zelf geen echt fundamenteel we tenschappelijk onderzoek, maar con centreert men zich op het waarnemen en ontleden van ontwikkelingen in de buitenwereld, en het vertalen daarvan in voor de Rabobank belangrijke aan bevelingen en conclusies. Daarbij is dus vooral sprake van afgeleid en toe gepast onderzoek. Ook de andere grote banken in ons land beschikken over een dergelijke onderzoeksafdeling. Het is wel begrij pelijk, dat deze niet gebundeld zijn tot een gezamenlijk onderzoeksinstituut voor het gehele bankwezen. De verklaring hiervoor is allereerst, dat speciaal de leiding van elke afzonderlij- j ke bank zelf wil beschikken over een eigen onderzoeksafdeling, zowel uit concurrentieoverwegingen als uit onaf hankelijkheidsoogpunt. Men wil name lijk om strategische en commerciële re denen zelf kunnen bepalen, welke on derwerpen bestudeerd moeten worden en daarbij met name de prioriteit kun nen vaststellen, terwijl men de aard en vooral ook de uitkomsten van het on derzoek vaak voor de concurrenten verborgen wil houden, nog afgezien van de behoefte om de beschikking te hebben over een soort rechterhand voor het verrichten van de eerder ge noemde hand- en spandiensten. Bovendien is het belangrijk dat het bancaire onderzoek wordt verricht door een afdeling die geworteld is in de ei gen organisatie(cultuur) en daardoor haarfijn kan aanvoelen, welke onder werpen op een bepaald moment voor de eigen instelling van groot belang zijn, zodat zij ook op eigen initiatief de beleidsmakers van de organisatie kan voorzien van relevante informatie en bruikbare beleidsadviezen, terwijl zij daardoor tevens in staat is het in eigen huis gevoerde beleid naar buiten te verwoorden. Dit alles neemt natuurlijk niet weg dat de onderzoeksafdelingen van de ver schillende banken, met name in het ka der van de Nederlandse Vereniging van Banken, op bepaalde onderdelen wel degelijk met elkaar samenwerken, onder meer ter voorbereiding van het overleg met de Nederlandsche Bank. Bundeling levert synergie Voorts is het interessant te constate ren, dat bij de collega-grootbanken in ons land de afdeling voor economisch onderzoek (met vergelijkbare namen als Economisch Bureau, Economische Afdeling of Studiedienst) over het alge meen ongeveer dezelfde omvang en samenstelling heeft als bij de Rabo bank. In een enkel geval is bedrijfstak- onderzoek wel gecombineerd met be- leggingsonderzoek; elders zijn interna tionaal en bedrijfstakonderzoek gedeel telijk ondergebracht bij een commercië le divisie, maar soms omvat de econo mische onderzoeksafdeling ook strate gie en marktonderzoek en/of financieel- economische analyse. Overal bevindt zich echter een of andere, min of meer vergelijkbare centrale studiedienst. Voordelen van zulk een centrale onder zoekseenheid zijn: - onderlinge uitwisseling van kennis (kruisbestuiving); - betere waarborging van kwaliteit en diepgang; - beschikbaarheid van specialisten op centraal punt; - kostenbesparing door schaalvoorde len (synergie); - afstandelijkheid ten opzichte van waan van de dag; - onafhankelijkheid tegenover com mercieel belang; - eenduidigheid van visie, zowel intern als extern; - kweekvijver van toekomstig kader personeel. Hiertegenover worden natuurlijk ook wel eens bepaalde nadelen aange voerd, zoals het feit dat men bij een centrale onderzoeksafdeling iets verder verwijderd is van de bancaire praktijk, wat minder direct commercieel gericht is en ook minder gauw op afroep be schikbaar is voor allerlei belanghebben den. In elk geval zal een centraal opgestelde onderzoeksafdeling - ook en juist bij een verdere verzelfstandiging van de commerciële en operationele afdelin gen als afzonderlijke resultatencentra - haar bestaansrecht moeten en kunnen bewijzen door het tijdig en doelmatig le veren van goede produkten, die in de behoeften van de afnemers voorzien. Vooral de kwaliteit is hierbij doorslagge vend, naast een dienstvaardige en re sultaatgerichte opstelling, waarbij men probeert optimaal in te spelen op de wensen van de cliënten en een maxi male toegevoegde waarde te leveren. Naar een nieuw decennium Met een dergelijke benadering moet het mogelijk zijn de vitaliteit van de Staf groep Economisch Onderzoek zodanig op peil te houden, dat er over tien jaar opnieuw reden is om de verjaardag feestelijk te vieren. Omdat we dan de eeuwwisseling genaderd en het fameu ze jaar 1992 ruimschoots gepasseerd zullen zijn, zou die viering aan de voor avond van het jaar 2000 weieens een meer Europese tint kunnen krijgen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 10