Resultaten bevredigend
Het in 1988 fors gestegen activiteitenni
veau zorgde voor een toename van de
totale baten met bijna 7%. De voortdu
rende druk op de rentemarge kon ruim
schoots worden gecompenseerd door
de volumegroei in het rentebedrijf. Toch
stegen de provisie-inkomsten duidelijk
sterker dan de rentebaten, en wel met
12%.
tenreductie mogelijk, waardoor ook in
de toekomst kan worden volstaan met
tarieven die voor alle gebruikers accep
tabel zijn.
Liberalisering structuurbeleid
dringend gewenst
De toeneming van de provisiebaten uit
de assurantiebemiddeling onderstreept
het succes van de samenwerking met
onze primaire maatschappijen. Het volu
me van ons verzekeringsbedrijf is zoda
nig - we praten inmiddels over een om
zet van zo'n f 1,5 miljard - dat wij het
ons kunnen veroorloven deskundigheid
van hoog niveau in eigen huis te heb
ben. Dat wordt des te meer van belang,
omdat zich in Europa momenteel allerlei
bewegingen voltrekken die neerkomen
op een verstrengeling van het bank- en
verzekeringsbedrijf. Sommige banken
beginnen een eigen verzekeringspoot.
Andere banken en verzekeraars nemen
belangen in elkaar. De filosofie van
geïntegreerde financiële dienstverlening
vindt steeds verder ingang.
De toezichthouders in andere EG-lan-
den leggen slechts weinig of geen be
perkingen op aan een samengaan van
beide takken van financiële sport. Tot
op heden loopt ons land in Europees
verband in dit opzicht bepaald achter.
In dit licht gezien is het dringend ge
wenst dat we in Nederland het achter
blijvende been bijtrekken. Ik zie geen
enkele reden waarom de demissionaire
status van het kabinet een volledige li
beralisering van het structuurbeleid per
1 januari 1990 in de weg zou moeten
staan. Europa en zeker Europese
marktontwikkelingen wachten niet op
Den Haag. Juist met het oog op die
marktontwikkelingen dienen wij - de
primaire maatschappijen en de bank -
onze handen volledig vrij te hebben om
de onderlinge samenwerking zodanig
in te richten dat de best mogelijke be
diening van de markten verzekerd
blijft.
Informatisering versterkt advies
kracht
Tot nu toe heb ik het vooral gehad over
markt- en omgevingsontwikkelingen en
over hoe wij daarop inspelen. Het zal
duidelijk zijn dat er een relatie ligt tus
sen deze ontwikkelingen en onze eigen
bedrijfsvoering.
Naast de meer traditionele bedrijfsmid
delen is het adequaat inzetten van de
moderne informatietechnologie meer
en meer een beslissende factor gewor
den om met succes invulling te geven
aan produktvernieuwing, kwaliteitsver
betering en kostenbeheersing.
De technologische ontwikkelingen beïn
vloeden niet alleen onze produkten,
maar spelen ook een in belang toene
mende rol in onze bedrijfsvoering. De
ingebruikname het afgelopen jaar van
de 15 000ste geautomatiseerde werk
plek, waardoor nu ruim één op de twee
medewerkers van onze plaatselijke
banken beschikt over een computer
werkstation, illustreert dit.
Na de automatisering van de admini
stratie, de KTS-fase, en na de geauto-
matiseerde integratie van balieverkeer
en administratie, de KIK-fase, komen
we thans in een nieuw stadium. Een
fase waarin het past om de term auto
matisering te vervangen door informati
sering. Het accent ligt nu op het toe
gankelijk maken van de beschikbare
commerciële en bestuurlijke informatie
j ter ondersteuning van de bedrijfsvoe
ring.
Met de huidige apparatuur en de daar
aan gekoppelde zogenaamde 'korte-
termijnoplossing' kunnen we de eerst
komende jaren in deze nieuwe fase
een goede start maken, maar in de
loop van de jaren negentig zal bij onze
aangesloten banken een nieuwe gene
ratie apparatuur zijn intrede moeten
doen. Inclusief aanvullende voorzienin-
I gen is daarmee tot ongeveer 1996 een
totaalbedrag gemoeid van zeker f 750
miljoen. Dat is de grootste investering
in bedrijfsmiddelen die ooit in onze or
ganisatie aan de orde is geweest. De
afgelopen tijd hebben we ons uitvoerig
georiënteerd op de keuze van de leve
rancier voor de apparatuur. Op grond
hiervan is dezer dagen besloten defini-
j tieve contractonderhandelingen te star
ten met de firma Olivetti.
Met de nieuwe apparatuur zullen de
aangesloten banken beschikken over
een automatiseringsconcept dat tot in
de volgende eeuw dienst zal doen.
Alle aandacht voor automatisering en
informatisering kan ten onrechte het
beeld oproepen dat de menselijke in
breng in de bancaire dienstverlening
een ondergeschikte factor aan het wor
den is. Niets is minder waar. Natuurlijk
zullen de verdere automatisering van
routinewerkzaamheden en de op tech
nologie gebaseerde nieuwe distributie
methoden hun invloed hebben, maar
bankieren blijft toch vooral mensen
werk. Ook in de toekomst is de kwaliteit
van onze dienstverlening in hoge mate
afhankelijk van de kwaliteit van de me
dewerkers.
Zo'n constatering onderstreept het be
lang van een gericht personeelsontwik
kelingsbeleid. We moeten optimaal ge
bruik maken van de kwaliteiten van al
onze medewerkers. Als ik daaraan toe
voeg 'dus ook vrouwen', dan lijkt dat
wellicht een open deur. De feiten geven
echter aan dat te weinig vrouwen door
stoten tot een hogere management
functie. Gezien de ontwikkelingen op
de arbeidsmarkt valt een structureel te
kort aan hoog gekwalificeerde arbeids
krachten te voorzien. Daarom verdie
nen de loopbaanmogelijkheden voor
vrouwen ook vanuit het bedrijfsbelang
extra aandacht. Concrete activiteiten
ter zake zullen de komende tijd nader
worden uitgewerkt.
Het vinden van de juiste combinatie
van technologische en menselijke hulp
bronnen zal voor een belangrijk deel
bepalen of wij onze dienstverlenings
doelstelling optimaal kunnen realiseren.
Het feit dat onze produktiviteit de laat
ste jaren aanmerkelijk is gestegen, zie
ik daarbij als een positieve aanloop.
Die verbeterde produktiviteit komt tot
uiting in onze resultaten.
Dank zij een verdere afvlakking van de
personeelsgroei, kon de kostenstijging
worden beperkt tot 4%.
De ruime stijging van de baten en de
beheerste lastenontwikkeling resulteer
den in een toename van de bruto winst
met zo'n 12%.
Ondanks hogere bijdragen aan de
VAR, en aan 's lands schatkist, steeg
ook de netto winst met ruim 12%. Het
netto resultaat kwam hierdoor op f 778
miljoen.
De bedrijfsomvang van onze organisa
tie nam in 1988 krachtig toe. Het stemt
tot tevredenheid dat van een evenwich
tige ontwikkeling sprake was in die zin,
dat de stijging van ons bruto resultaat
in de pas liep met de groei van het be
drijf. Het op een beheerste ontwikkeling
van de lasten gerichte beleid sorteerde
duidelijk effect. Het groeitempo lag aan
zienlijk beneden dat van de baten.
Onze baten/lasten-ratio bevindt zich in
middels weer ruim boven 1%. De stij
ging van dit verhoudingsgetal weerspie-