Het industriële MKB Gevolgen Kosten voor de baten Kleinere bedrijven zijn vaak nauw verbonden met het lot van de groteveel kleine bedrijven hebben een tamelijk duurzame relatie met grote uitbestedende bedrij ven. zullen worden gesteld. Indien er strenge normen zullen worden gehanteerd is de Nederlandse industrie in het voordeel, omdat het merendeel van de bedrijven zich reeds houdt aan de doorgaans hoge Westduitse normen. De afzetstructuur van het industriële mid den- en kleinbedrijf (MKB) wijkt sterk af van die van het grootbedrijf uit deze sec tor. Export maakt slechts een derde uit van de totale afzet van het MKB, terwijl dit voor het grootbedrijf meer dan drie vijfde is. De belangrijkste afzetcategorie van de kleinere industriële bedrijven vormen de intermediaire leveringen. Het volume van uitbesteding door grote bedrijven zal waarschijnlijk verder toenemen, omdat zij zich concentreren op hun kerntaken ten einde op de markt zo sterk mogelijk voor de dag te kunnen komen. Tegelijkertijd stellen zij wel strenge eisen aan de leve ranciers van intermediaire goederen, bij voorbeeld ten aanzien van kwaliteit, be trouwbaarheid en dergelijke. De levens cycli van produkten zullen door de con currentie korter worden. Uitbestedende bedrijven worden daardoor nog sterker afhankelijk van betrouwbare en stipte toeleveranciers en zullen wellicht nog meer van hun partners gaan vergen. Door deze taakverdeling zijn grote en kleine industrieën zelden eikaars directe tegenstrevers. Kleinere bedrijven zijn daarentegen vaak nauw verbonden met het lot van de grote. Veel kleine bedrij ven hebben een tamelijk duurzame rela tie met grote uitbestedende bedrijven. Een Europese markt zonder binnengren zen zal de concurrentie tussen de toele veranciers doen toenemen, maar er ont vouwen zich ook perspectieven op nieu we markten. Willen Nederlandse toele veranciers meer afzet op buitenlandse markten realiseren, dan zullen zij goed moeten inspelen op de wensen van uit bestedende bedrijven, zoals flexibiliteit (bijvoorbeeld door flexibele produktie-au- tomatisering), kwaliteit en "just in time" leveringen (mede door de ontwikkeling van de telematica). Daarbij zullen een aantal toeleveranciers moeten omscha kelen van makers op basis van opgege ven specificaties naar mee-denkers en mee-ontwikkelaars ("co-makers"). Het is niet uitgesloten dat vanwege com- paratieve kostenvoordelen en de ver wachting dat de grootste groeipolen zich elders in Europa bevinden sommige gro te bedrijven hun produktieplaats elders gaan vestigen. De marktintegratie zal ook vanuit dien hoofde gevolgen hebben en wel in de vorm van het ontstaan van nieuwe industriële gebieden in het zui den van Europa. Dit zal consequenties hebben voor de toeleverende bedrijven. Veel uitbestedende bedrijven streven naar een beperkt aantal toeleveranciers, die bij voorkeur gevestigd dienen te zijn in de directe omgeving. De bedrijven die zich bezig houden met het produceren van consumptiegoede ren, kunnen op lange termijn wellicht profiteren van de toenemende koop kracht van de consument, mede als ge volg van de te realiseren prijsdalingen. De producenten van investeringsgoede ren kunnen een toename van de vraag tegemoet zien. Bedrijven zullen vanwe ge de sterkere concurrentie eerder tot vernieuwing van hun produktiemiddelen overgaan en de totale produktiecapaci- teit zal gaan toenemen. De liberalisatie van de markt voor overheidsopdrachten kan gevolgen hebben voor bedrijven die veel aan overheden leveren. Er zal meer concurrentie van buitenlandse be drijven komen, doordat opdrachten die een door de EG bepaalde omvang te boven gaan via openbare inschrijving zullen moeten worden uitbesteed. Over heden moeten in het vervolg kiezen voor de economisch gezien meest gun stige inschrijving en mogen geen onder scheid meer maken vanwege de natio naliteit van de inschrijvers. Overigens ontstaan er zo ook voor Nederlandse bedrijven meer mogelijkheden op de buitenlandse markten, waarbij het dus vooral zal gaan om grote overheidsop drachten. Vaak zullen kleinere bedrijven daarop slechts samen met andere kun nen inschrijven. Door de toenemende concurrentie wordt het steeds moeilijker om zich op de markt te onderscheiden van andere aanbieders. De marges op produkten komen onder druk te staan. Om de ren dementen op peil te houden zal een aantal bedrijven moeten overgaan tot schaalvergroting. Andere bedrijven zul len zich genoodzaakt zien tot verder gaande specialisatie. De kosten van on derzoek en ontwikkeling zullen gaan toenemen. De kostenbesparingen van de marktintegratie zullen voor een deel teniet worden gedaan door de extra kos ten en investeringen die nodig zullen zijn om op de Europese markt een rol van belang te kunnen blijven spelen. Zoals vaak het geval is: de kosten gaan voor de baten uit. Binnenland 52% Rest EG-markt 14% België .West Duitsland 18% Afzet Industrie Bron: C.B.S.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 51