Investeren in de toekomst *ki Industrie op de Europese markt Voor de Nederlandse industrie liggen na 1992 de kansen niet zomaar voor het oprapen. De verhoudingen op de markt gaan veranderen, mede door de te verwachten verschuiving van groeiconcentraties naar het zui den. De concurrentie wordt heviger en comparatieve kostenvoordelen zul len nadrukkelijker het industriële patroon gaan bepalen. De Nederlandse markt wordt nog minder dan nu het geval is een echte thuismarkt. Er zal flink moeten worden geïnvesteerd om op de communautaire markt mee te kunnen concurreren. Voor de Nederlandse bedrijven liggen de beste kansen op het gebied van hoge kwaliteitsprodukten. Massaproduktie zal slechts kansrijk zijn, indien dat geschiedt met een geavanceerd produktie-apparaat, waardoor een hoge produktiviteit kan worden behaald. Er zal ook voldoende aandacht moeten worden gegeven aan het veroveren van nieuwe exportmarkten naast de traditionele markten van onze buurlanden. Toeleverende bedrij ven zullen goed moeten inspelen op de wensen van de steeds veeleisen der wordende uitbesteders. Er moet niet te snel vanuit worden gegaan, dat relaties tussen uitbestedende en toeleverende bedrijven vrijwel van zelf in stand zullen blijven. eleidelijk aan laat het Neder landse bedrijfsleven zijn af wachtende houding ten aan zien van de integratie van de Europese markt varen. De grote bedrijven gaan hierin voorop. Naar verwachting zullen vooral de industriële bedrijven veel baat hebben bij één onver deelde communautaire markt. Het zijn in het bijzonder de technische barrières, die niet alleen de Nederlandse, maar de hele Europese industrie voor hoge kosten plaatsen en haar ontwikkeling belemme ren. Dat laatste uit zich onder meer in het in de jaren tachtig afnemende concurren tievermogen op de wereldmarkt. Barrières Er zijn drie groepen van technische bar rières op het gebied van produktvoor- schriften en -normen te onderscheiden, namelijk: Industriële standaarden. Deze worden vrijwillig toegepast en zijn opgesteld door particuliere normalisatie instituten (bijv. NNI in Nederland. DIN in West-Duitsland en AFNOR in Frankrijk). Industriële produkten die niet aan de in een lidstaat gehanteerde standaard vol doen, mogen daar wel op de markt wor den gebracht. Maar omdat deze produk ten voor gebruik vaak moeten worden aangepast, zullen producenten door gaans slechte omzetresultaten boeken. Vaak aanvaarden verzekeringsmaat schappijen niet, dat er apparatuur wordt gebruikt die niet aan de nationale stan daarden voldoet. Technische voorschriften van over heidswege. Deze komen meestal tot stand vanuit vei ligheids-, gezondheids- of milieu-overwe gingen. De voorschriften kunnen van land tot land sterk uiteen lopen, hoewel er doorgaans hetzelfde mee wordt beoogd. Goedkeuringsprocedures. Vaak moeten produkten in elk land wor den getest, alvorens zij daar op de markt mogen worden gebracht. Deze procedu res zijn tijdrovend en brengen soms aan zienlijke kosten met zich mee. Door het bestaan van technische barriè res bestaat de EG-markt voor vele indus- Drs. L. P. Raadgever H Bedrijfstakonderzoek

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 49