nen de Gemeenschap bijkantoren wil vestigen, zal daartoe bevoegd zijn in dien zij in Nederland over de vereiste bankvergunning beschikt. Om deze systematiek van wederzijdse erkenning voor de landen aanvaardbaar te maken is voorwaarde daarvoor wel dat het sol- vabiliteitstoezicht wordt geharmoni seerd; deze harmonisatie is van belang omdat daarna het toezicht op de bui tenlandse vestigingen uitgeoefend kan worden door de instantie die toezicht houdt op de hoofdvestiging. De Nederlandsche Bank zal straks dus ook de vestigingen in andere landen van de Europese Gemeenschap onder haar toezicht hebben, voor zover dit bij kantoren zijn van Nederlandse banken. De Europese regelgeving is mede van belang om voorwaarden te scheppen voor samenwerking over de grenzen heen. De interne markt, het vervallen van de grenzen, zal schaalvergroting en samenwerking zeker bevorderen. Daarbij zal de financiële wereld voorop gaan en na 1992 tot diverse vormen van samenwerking zijn gekomen. Niet alleen interne factoren binnen de finan ciële instellingen zoals automatisering, grotere kennis van vormen van finan ciële dienstverlening, zullen deze be vorderen, maar ook van buiten komen de factoren zoals de groei van de cliën ten en de daarbij behorende grotere fi nancieringen, de vraag naar een breed scala van produkten en de vraag om een Europees betalingssysteem. Dit al les zal er toe leiden dat de banken de interne markt als eerste in 1993 zullen ondervinden. De daarbij behorende vergroting van de bankbedrijven kan op diverse wijzen plaats hebben. Banken in Europa kunnen op contractuele basis gaan samenwerken; overeenkomsten waarin samenwerking op diverse aan geduide terreinen wordt vastgelegd, al dan niet gepaard met een onderlinge deelname in eikaars kapitaal. De groot ste en sterkste banken met een interna tionale traditie zullen streven naar uit breiding van het aantal bijkantoren en dochterinstellingen door overname of nieuwe vestiging. Een derde, meest vergaande methode is de fusie; het vol ledig samengaan van twee of meer partners in een vergroot nieuw bedrijf. Intomen kartelvorming Deze vormen van samenwerking zijn ook voorwerp van Europese regelge ving. In het EG-verdrag zijn namelijk een tweetal artikelen opgenomen die concurrentiebeperking door kartelvor ming moeten tegengaan. Zonder in de tails te treden kan opgemerkt worden dat de artikelen 85 en 86 alle afspraken tussen ondernemingen, waardoor de onderlinge concurrentie wordt beperkt, verbieden en waar nodig nietig verkla ren. Eveneens verboden zijn zodanige gedragingen door grote ondernemin gen, dat daardoor de overige concur rentie wordt beperkt. Een verzachting voor deze vergaande beperkingen zal tot stand gebracht kunnen worden op grond van de regeling met betrekking tot fusies en overnames, waar de mo gelijkheid wordt gegeven voor goedkeu ring door Brussel van in zich marktver storende afspraken. Het toezicht op naleving van deze re gels is in handen gelegd van de Com missie van de EG die daarbij vergaan de bevoegdheden heeft gekregen om verboden gedragingen op te sporen. Di verse branches in Europa zijn reeds op hardhandige wijze - gezien de hoogte van de opgelegde boeten - met deze regelgeving geconfronteerd. Ook voor banken gelden deze anti-kartelbepalin gen, zoals is vastgesteld door het Hof van Justitie enige jaren geleden. Te verwachten is dat de mededingings regeling in de komende jaren een factor van toenemende betekenis zal worden naarmate 1992 meer en grotere sa menwerkingsverbanden oproept. Een samenwerkingsinitiatief van bij voorbeeld de European Council for Paymentsystems tot onderling gastge bruik van geld- en betaalautomaten is onmiddellijk in Brussel onderzocht op concurrentieverstorende aspecten. Dynamisch proces Naar mate de interne markt meer reali teit wordt, zullen de vormen van sa menwerking toenemen en zullen on dernemingen in omvang toenemen. Het samengaan in de Europese landen is daarop immers gericht. Wel zal deze groeiende samenwerking het voorwerp zijn van door Brussel vastgestelde spelregels die ook in de nationale wet geving steeds meer hun weerklank zul len krijgen. De praktijk zal immers de noodzaak van eenvormigheid in wet en regelgeving het meest overtuigend aantonen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 46