Naar een Europese munt en een Europese centrale bank? Na vele jaren van stagnatie in het proces van Europese monetaire integratie hebben de plannen voor de vorming van een interne markt ook de monetaire eenwording in Europa weer volop in de belang stelling gebracht. Een monetair volledig geïntegreerd Europa bete kent dat er één centrale bank is, die één Europese munt uitgeeft, het monetair beleid in Europa voert en toezicht houdt op het Europese bankwezen. Hoewel monetaire integratie geen afzonderlijk deel vormt van de plannen voor de voltooiing van de interne markt eind 1992, geeft de opleving van de discussie rond dit thema toch alle reden ook aan dit verdere doel in de Europese een wording nadere aandacht te schenken. Monetaire wanorde in de jaren zeventig De ECU is al op verschillende manieren tastbaar gemaakt. Rechts: een gelegenheidspenning met alleen een symbolische waarde uit 1984. Links: een stap verder op weg naar wettig betaalmiddel. In 1987 liet de Belgische staat deze inwisselbare zilveren ECU slaan. en Europese monetaire unie heeft verschillende voordelen. Het eerste en meest praktische pluspunt dat vaak wordt ge noemd is dat de zekerheid van vaste wisselkoersen een stimu lerende invloed heeft op de on derlinge handel. Hier wordt dus heel duidelijk een relatie gelegd met de (potentiële) voordelen van de gemeen schappelijke markt; deze zijn beter te verwezenlijken als de belemmerende werking van wisselkoersfluctuaties wordt opgeheven. Ook voor de particulier zijn er voorde len verbonden aan de invoering van één Europese munt. De noodzaak tot het steeds omwisselen en omrekenen bestaat dan immers niet meer. Tijd, er gernis, maar vooral kosten worden be spaard. Er zijn ook andere, minder concrete ge volgen te noemen. Zo zou een ge meenschappelijke Europese munt de rol kunnen vervullen van internationale reservevaluta, naast de dollar en de yen. Europa zou daarmee meer ge wicht krijgen in de internationale ver houdingen. Voorwaarde voor monetaire integratie is dat de wisselkoersen onderling een vaste verhouding krijgen. Daarnaast moet ook de volledige inwisselbaarheid ('convertibiliteit') tussen de munten on herroepelijk gegarandeerd worden. Het vormen van een monetaire unie vereist tevens, dat er geen handelsbelemme ringen meer bestaan tussen de betrok ken landen. Anders heeft de inwissel baarheid immers geen feitelijke inhoud. Ook het handhaven van deviezenbe- perkingen is binnen een monetaire unie ondenkbaar. Een monetaire unie wordt dus geken merkt door onderling vaste wisselkoer sen, convertibiliteit en vrijheid van goederen-, diensten- en kapitaalver keer. Op het moment dat het proces van monetaire integratie is voltooid, zijn in feite ook de voorwaarden vervuld voor de introductie van één gemeen schappelijke munt. Handhaving van de verschillende nationale valuta's heeft dan als het ware alleen nog maar his- torisch-culturele betekenis. De gedachte over monetaire eenheid in Europa is niet van de laatste tijd. De Drs. T. Berenst Internationaal Onderzoek Drs. G. J. J. Van Roij Treasury Management Groep

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 37