...want lang
zaam maar
zeker groeien
in het spoor
van het grote
re gebeuren
andere typen
economische
relaties...
drijvigheid. Daarbij ligt de tijd achter
ons dat bedrijven met fiscale of sociale
lokkertjes binnengehaald konden wor
den. Die worden voor een vestigingsbe
slissing van steeds minder betekenis.
Andere criteria winnen snel aan ge
wicht. En dan denk ik dat Nederland
wel over sterke punten beschikt. Zowel
qua infrastructurele voorzieningen, qua
scholingsgraad, hopelijk ook qua ar
beidsklimaat, komen we goed uit de
bus.'
De velden op het doek blijven nu vaag.
zijn niet duidelijk begrensd. We raken
op het onzekere terrein van de politieke
besluitvorming. In Klarenbeeks visie zet
het bedrijfsleven zijn lange lijnen uit en
zijn de politici de codificateurs: de vast
leggers van de spelregels waar de
maatschappelijke realiteit aan toe is. In
Klarenbeeks betoog komt nu het Rap
port Delors - de laatste significante ont
wikkeling - centraal te staan.
'De voornaamste waarde van het Rap
port Delors is dat nu de politici een
bloedproef in uitzicht is gesteld. Wie
beweert dat hij hard wil gaan, moet be
wijzen hoe bewust hij handelt. Zonder
het totstandkomen van een monetaire
unie is de Europese eenwording op lan
gere termijn een moeizame en nauwe
lijks houdbare aangelegenheid. De poli
tieke consequenties liegen er niet om.
Politici hebben zich vast te leggen op
hun bewegingsruimte. Op woordenspel
kun je geen investeringsbeslissingen
baseren. Anderzijds moeten we ook
oog hebben voor het onmogelijke! Ik
geloof niet dat het Engeland van me
vrouw Thatcher aan het eind van dit
jaar zal toetreden tot het Europese Mo
netaire Stelsel. Toch zullen ze een keer
komen, de Engelsen, want ook zij zul
len ooit tot de ontdekking komen dat
het economisch en politiek voordelen
heeft, te moeten bewegen binnen de
smalle marges van het EMS. Zo is bij
voorbeeld de vraag interessant of in
Engeland had kunnen gebeuren wat
daar het afgelopen jaar is gebeurd, als
het pond in het EMS zou hebben geze
ten. Ik denk minder gemakkelijk. Nu is
er op puur binnenlandse gronden een
riskante monetaire politiek gevoerd en
die heeft zich tegen de beleidsmakers
gekeerd: snelle toeneming van de geld-
hoeveelheid, snelle stijging van de in
flatie en een excessief op de rente-rem
trappen om de zaak in evenwicht te
houden. Met het pond in het EMS was
dat beter te beheersen geweest. Nee,
ik sluit niet uit dat de Engelsen die stap
nog wel een keer willen zetten. Mis
schien onder een volgende premier en
natuurlijk als de koers van het pond
gunstig is.'
Klarenbeek mengt toch wat lichtere tin
ten bij.
'Alhoewel ik het proces van Europese
monetaire eenwording zich nog niet zo
keurig via de gestelde tijdlijnen zie vol
trekken, zie ik via andere lijnen de lan
den toch wel naar elkaar toegroeien.
De laatste jaren is een grotere samen
hang ontstaan. Die samenhang kan
steeds minder geweld worden aange
daan. Duitsland werd onlangs naar
aanleiding van een rente-aanpassing
op haar gedrag in EMS-verband aange
sproken door Italië. De Italianen vinden
nu dat, wanneer de Duitsers hun rente
bewegen, ze ook moeten kijken naar
de effecten in Italië. Ik denk dat vijf jaar
geleden zo'n Italiaanse oprisping on
denkbaar was. Daaruit kun je afleiden
dat het klimaat toch aan het veranderen
is. Als de Italianen anderen aanspre
ken, kunnen ze zelf ook aangesproken
worden; bijvoorbeeld omdat ze nog al
tijd uit de pas lopen wat de bandbreed
te van de lire betreft.'
Met het verschijnen van het Rapport
Delors, is de druk op het politieke cir
cuit weer wat vergroot. Eerst heeft het
grote bedrijfsleven haar gewicht in de
schaal gegooid, nu hebben de presi
denten van de centrale banken van de
lidstaten daar nog een schepje boven
op gedaan. Klarenbeek: 'de politici wor
den steeds dichter naar het gaatje toe
gedrongen, maar nuances en geleide
lijkheid blijven onderdeel van het re
cept.'
'De centrale bankpresidenten hebben
nu een concreet pad uitgestippeld.
Daarmee is de monetaire eenwording
uit de legendevorming gehaald. Het is
nu afwachten wat politici er mee doen.
Ik denk voorshands: helemaal niks. Po
litiek is 'leuke dingen voor de mensen'.
Maar de publieke opinie is op het stuk
van de Europese integratie tot dusverre
nog nauwelijks tot bewustheid geko
men, ook niet in Nederland. De conse
quenties spreken ook heel lastig tot de
verbeelding. Neem bijvoorbeeld maar
de inkomstenbelasting. Ik moet nog
zien hoe de Nederlandse man of vrouw
in de straat op dat soort dilemma's zal
antwoorden, ieder land heeft wat dat
betreft zijn eigen klimaat en tradities.
Voordat geaccepteerd wordt dat die be
lastingen door Brussel worden vastge
steld en ook naar Brussel verdwijnen,
zal er bij een heleboel mensen nog een
heleboel in het denken moeten veran
deren. We kunnen wel lelijk doen tegen
Engeland, maar als puntje bij paaltje
komt, moet ik nog zien hoe er in de
verschillende landen op dit soort zaken
wordt gereageerd. Al met al is de Euro
pese eenwording een proces van grote
geleidelijkheid. De onderlinge afstem
ming tussen landen zal steeds meer
gaan overheersen, maar de voortgang
zal telkenmale beperkt zijn. Ik vergelijk
het graag met de processie die jaarlijks
plaatsvindt in het Luxemburgse plaats
je Echternach. Daar gaan ze twee pas
sen vooruit, een pas achteruit, en dan
weer twee vooruit, enzovoorts.'
Op ons verzoek werkt Klarenbeek het
fiscale detail op het doek nog iets ver
der uit. De problematiek van de belas
tingen lijkt een groot struikelblok in het
eenwordingsproces.
'Het is inderdaad een heel lastig pro
bleem. Nationale huishoudingen, natio
nale belastingstelsels en nationale so
ciaal-economische klimaten zijn buiten
gewoon lastig in harmonie te brengen
met regelgeving die aandringt op uni
formering. Het hele belastingsysteem
heeft sporen in alle hoeken van de
maatschappelijke werkelijkheid. Ik denk
dat de bandbreedtebenadering, zoals
die wat de BTW betreft nu in Brussel
voorligt - en die ook al heel lastig is -
een hele verstandige is. De bronbelas
ting is dynamiet. Ook hier fnuikt het feit
dat er nationale huishoudingen zijn die
moeten worden gefinancierd. Ministers
van Financiën - ook de Nederlandse -
laten zich in hun standpuntbepaling
rondom de bronbelasting voor een be
langrijk deel leiden door de effecten