I?.
mm i
Voortgang
...ondernemers moeten
kijken wat er elders in
Europa op hun terrein
nieuw wordt gemaakt,
omdat dat straks ge
makkelijker op hun ei
gen stoep zal staan...
dimensie geven. Het gaat dan om het
gehalte van de Nederlandse bedrijvig
heid.
'Er zijn sterke punten in termen van in
frastructuur. Nederland is geografisch
erg gunstig gelegen. Dat heeft met
name uitstraling in de distributiesfeer.
Maar er is meer. Ik wijs op het terrein
van de scholing. De scholingsgraad in
ons land is in Europese verhoudingen
niet slecht, vooral ten opzichte van de
mediterrane gebieden. Daar zijn de ar
beidskosten weliswaar lager, maar de
vraag is of dat in de toekomst ook een
bepalende factor zal blijven. Er zijn on
dernemingsactiviteiten die zich op lage
lonen oriënteren, maar de horizon reikt
verder. En ook achter dat type bedrij
vigheid schuilt de behoefte aan 'ver
edeling', een hoger technologisch ge
halte in een latere fase. In toenemende
mate zal de opleidingsgraad de komen
de jaren bepalend worden voor de wel
vaart in een land. In mijn visie heeft Ne
derland goede kansen in de hoger ge
kwalificeerde sectoren. En dan zijn de
voorwaarden natuurlijk best gegeven,
in de industrie, de dienstverlening en
zeker ook de agrarische sector.'
Toch heeft het Nederlandse bedrijfsle
ven in algemene zin tot op heden wei
nig pressie ontwikkeld als het om Euro
pa gaat. Men neemt een wat afwach
tende houding aan. Vooral grote indus
trieën laten van zich horen. Het MKB
zegt al helemaal niet: Europa '92 moet
er voor ons verschrikkelijk nodig ko
men.
1 9 'Voor het grootbedrijf is de argumenta
tie veel dwingender dan voor het kleine
en middenbedrijf. Daar gaat het om ko
lossale investeringen in nieuwe techno
logie en ook rationalisatie van bestaan
de produktiesituaties, die alleen op een
grotere markt - een grotere geïnte
greerde markt - kunnen worden terug
verdiend. Toch raken we hier direct aan
het belang van het MKB. Want lang
zaam maar zeker groeien in het spoor
van het grotere gebeuren andere typen
economische relaties. Rondom infra
structurele kernen bijvoorbeeld, zoals
Schiphol of de havens, zie je dat al ge
beuren. De vergroting van Europese
goederenstromen zal - hoe dan ook -
heel relevant zijn voor de ontwikkeling
rondom Schiphol. En een ander voor
beeld is de 'clustering' rond industriële
kernen, zoals het DSM-concern in Lim
burg. De kleinere bedrijven nestelen
zich rondom zo'n kern en worden daar
door meegezogen en gaan deel uitma
ken van netwerken die rond die kernen
uitgroeien.'
We vragen Klarenbeek hoe hij de voort
gang met betrekking tot de Europese
eenwording waardeert. Gaat het voor
spoedig (genoeg)? Hij neemt wat af
stand, wikt, en constateert:
'Er worden op infrastructureel gebied
stappen gezet, die binnen Europa hun
eigen dynamiek ontwikkelen, met gi
gantische gevolgen. Het zijn stappen,
die economisch bepaald zijn, die zich
weinig aantrekken van het politieke ge
beuren. Een tegenstribbelende me
vrouw Thatcher opereert tegen de ach
tergrond van de bouw van de kanaal
tunnel. Ook daaraan kun je afleiden dat
de economische motieven van het gro
te bedrijfsleven in hoge mate bepalend
zijn voor de ingeslagen richting. De be
slissende vraag in dat verband: wat wil
len de Britse ondernemers? En wat zie
je? Ze kopen Nederlandse distribu
teurs. Logisch, als je met vrachtwagens
door de Kanaaltunnel kunt. En wat voor
distributeurs? In de voedingssector. Lo
gisch, als je Nederlandse kwaliteit kunt
oppikken.'
Klarenbeek kleurt de Europese dimen
sie verder in. Hij begint zijn accenten te
plaatsen.
'Het opheffen van de grenzen is in we
zen het wegwerken van een schandaal
van Europese ondoelmatigheid. Het af
schaffen van allerlei beschermende
maatregelen, zoals veterinaire en fyto
sanitaire eisen, maar ook allerhande
vaak vreemd eigenzinnige produktvoor-
schriften, zal versterkend inwerken op
het wegvallen van de grenzen. In feite
gaat het hier bijna altijd om oneigenlijke
vormen van marktbescherming en het
is mijn inziens zeer belangrijk dat die
eruit gesneden worden. Gekoppeld aan
het opheffen van de grensbelemmerin-
gen gaat dat een hoop geld schelen.
Het grote bedrijfsleven is er altijd al op
uit geweest die inefficiency uit de weg
te ruimen. Maar nu moeten de conse
quenties worden getrokken, ook in de
vorm van het sluiten van fabrieken en
het samenvoegen van produktieve acti
viteiten. Dat kost ook pijn. Nationale be
langen tellen. Elk Europees land heeft
na te gaan of je 'zonder grenzen' vol
doende aantrekkingskracht hebt op be-