Rabo-blauw en
het Europees palet
Interview met
mr. H. J. A. E. M. Klarenbeek
Het grote bedrijfsleven heeft rechtlijnigheid afgedwongen in het proces
van Europese eenwordingLord Cockfield maakte er een project van en
deed er een kalender bijen nu hebben de centrale bankpresidenten van
de lidstaten daar een schepje bovenop gedaan door zich in het Rapport
Delors sterk achter de idee van de Europese monetaire integratie te scha
ren. Van de politici wordt nu een bloedproef gevraagd. Al met al worden
we wel steeds dichter naar het gaatje toegedrongen...
Met een paar rake streken van zijn penseel schetst mr. H.J.A. E. M.
Klarenbeek, plaatsvervangend voorzitter van de Hoofddirectie van
Rabobank Nederland, de gang van zaken rond de Europese eenwording.
Ze vormen de aanzet voor een drieluik over Europa: de ondernemer, de
voortgang, de Rabobank. Hij kleurt dat op eigen wijze in. De contouren
blijven vaag, de abstractie overheerst, want de politieke uitkomst van het
proces is nog verre van helder. Er liggen wel politieke deadlines, maar ze
zijn nog ver weg en de vraag is hoe dodelijkze zijn.1 In Klarenbeeks visie
is economische schaalvergroting de beslissende kracht achter de Euro
pese eenwording. 'Daarbij is de argumentatie voor het grootbedrijf veel
dwingender dan voor de kleine en middelgrote bedrijven, maar de laatste
zullen zeker meegezogen worden in het ontstaan van nieuwe typen eco
nomische relaties.Daarmee is volgens Klarenbeek ook voor het MKB het
belang van de Europese gedachte gegeven. We volgen zijn hand.
uropa neemt een centrale
plaats in in het denken van
Klarenbeek. Ambtshalve, maar
het is aan hem te merken dat
hij ook persoonlijk door 'het
ding' - zoals hij Europa '92 wel
aanduidt - is gegrepen. Als lid
van de Hoofddirectie belast met
onder meer het buitenlandbeleid van de
Rabobankorganisatie, volgt Klarenbeek
het Europese gebeuren al een flink
aantal jaren op de voet. In inleidingen,
die hij bij 'Europese' gebeurtenissen in
het land houdt, geeft hij analyses van
de ontwikkelingen op het Europese
front. Dikwijls levert zo'n optreden weer
stof tot denken, praten en schrijven.
Aanwezige ondernemers kunnen er in
hun praktijk veelal voordeel mee doen.
Ondernemer
Op ons verzoek verplaatst Klarenbeek
zich in een ondernemer op weg naar
1992. Waar zou hij - in diens schoenen
-de accenten leggen?
'Het hemd is nader dan de rok, dus ik
denk dat mijn eerste vraag zou zijn hoe
ik in mijn eigen markt zou staan, in mijn
eigen geheide markt. Hoe sterk ben ik
daar en wat kan mij daar bedreigen?
Die diagnose moet breder worden ge
trokken dan alleen de aanwezigheid
van een toevallige concurrent in een
andere Nederlandse plaats bijvoor
beeld. Ondernemers in een klein of
middelgroot bedrijf die in Nederland
hun markt hebben, moeten zich Euro-
pa-wijd oriënteren op datgene wat in
hun branche gaande is. En niet alleen
in Nederland, op een beurs hier in
Utrecht, maar ook op beurzen in Frank-
furt en Milaan. Die ondernemers moe
ten kijken wat er elders in Europa op
hun terrein nieuw wordt gemaakt, om
dat dat straks gemakkelijker op hun ei
gen stoep zal staan. Want één van de
gevolgen van Europa '92 is in ieder ge
val dat nieuwe spullen gemakkelijker
door anderen in jouw markt kunnen
worden afgezet, én goedkoper waar
schijnlijk!'
'In de tweede plaats zou ik me de
vraag stellen of en hoe ik gebruik kan
maken van de faciliteiten, die een geïn
tegreerde Europese markt meer geeft
dan de huidige om mijn marktareaal uit
te breiden. Want dezelfde voordelen,
die anderen in staat stellen hun spullen
naast mijn deur te verkopen, doen zich
in omgekeerde richting natuurlijk ook
voor.'
'Een derde oriëntatie zou toch zijn:
waar ben ik nou onverslaanbaar goed
in? Zijn er mogelijkheden om die 'plus'
te versterken, uit te bouwen? Dat bete
kent ook dat je misschien dingen in het
hart van je activiteit moet versterken,
en dingen wat verder van je bed beter
kunt schrappen, omdat die de aan
dacht teveel afleiden of geldstromen
vragen die je beter in je kernactiviteit
kunt besteden. Dat is het streven naar
een interne optimalisatie. Die beweging
zou ook geografisch kunnen worden
gemaakt.'
Oriëntaties, die Klarenbeek - afhanke
lijk van het type onderneming - toch in
de eerste plaats ziet als een taak van
de ondernemer zelf. Niet iets om uit
handen te geven. Tal van informatie
bronnen en hulpmiddelen staan de on
dernemer ten dienste. De branche-or
ganisaties bijvoorbeeld maken er volop
werk van. Aan voorlichting geen ge
brek. Er circuleert een indrukwekkende
hoeveelheid materiaal. In zijn inleidin
gen - en ook nu - hamert Klarenbeek
erop dat een planmatige aanpak abso
luut geboden is. Een goede voorberei
ding is het halve werk. Dat betekent
voor de ondernemer ook dat hij zich
eventueel veel overbodig werk kan be
sparen.
'Het hoeft zeker niet zo te zijn dat iede
re ondernemer die zichzelf respecteert,
nu plotseling of agenten, of afzetpun
ten, of deelnemingen, of bijkantoren of
noem maar op, in andere landen moet
zien te krijgen. Voor een deel zal dat
waar zijn, maar voor een deel ook hele
maal niet. Iedere ondernemer zal dat
voor zijn eigen bedrijf - of samen met
anderen - in kaart moeten brengen.'
Onmerkbaar bijna, wisselt Klarenbeek
van penseel. Hij zet onze sterke natio
nale punten neer, die de plannenmake
rij op ondernemingsniveau een extra