Economische convergentie en politieke wil Onomkeerbaarheid monetaire unie op een behoorlijke ma nier in gang te zetten. Lang niet elk land was daar in dit stadium voor. Daar zijn tal van economische redenen voor aan te voeren en ook praktisch heeft het 'poolen' van reserves haken en ogen.' 'In de tweede fase zal het verdrag van Rome moeten worden gewijzigd. We beginnen dan meer nauwgezet te wer ken aan coördinatie. De regels zijn in die fase weliswaar nog niet bindend maar wel verbindend. Er wordt een Eu ropees Systeem van Centrale Banken opgericht, dat geleidelijk aan in functie gaat komen. De positie van de natio nale centrale banken wordt wat minder en geleidelijk groeit de inhoud van het Europese communautaire systeem. We hebben dan in feite te maken met een federaal stelsel. Europa is immers strikt genomen een federatie, zij het met een geheel eigensoortig karakter. Je kunt het niet vergelijken met de Ver enigde Staten, en evenmin met de Bondsrepubliek. Het zal dus ook een ei gensoortig centrale-bankenstelsel moe ten hebben.' 'In de laatste fase is de Europese Mo netaire Unie een feit. Het meest wezen lijke daarvan is dat er één communau tair monetair beleid wordt gevoerd. De wisselkoersverhoudingen tussen de twaalf lidstaten wordt dan onherroepe lijk gefixeerd. Consequentie is, dat er dan geen nationaal monetair beleid meer zal zijn. En dat is natuurlijk een zeer diepe ingreep. Dat heeft betekenis voor de kredietpolitiek, de rentepolitiek, de wisselkoerspolitiek. Als je zover bent is de stap naar één munt nog maar heel klein.' Hoewel de fasering duidelijk voor ogen staat, moet het tijdpad nog nader inge vuld worden. 'Rapport Delors kan nog jaren mee', schreef de pers na kennis genomen te hebben van de kritiek van Engelse zijde. EG-commissaris An- driessen realiseert zich heel wel dat enig geduld opgebracht zal moeten worden. 'Er zijn twee factoren die daarbij een rol spelen. De eerste is dat de economi sche en monetaire unie hand in hand moeten gaan. Dat wil niet zeggen dat ze op elk moment van de ontwikkeling precies een gelijke mate van vooruit gang moeten hebben geboekt, maar ze moeten wel parallel lopen. De vraag is dus wanneer aan de voorwaarden vol daan zal zijn om die situatie te berei ken. Daarvoor is natuurlijk een groot stuk economische convergentie nodig. Er moet een directe samenhang ont staan tussen het monetair beleiden het budgetbeleid. Het tempo van die ont wikkeling bepaalt in hoge mate het tijd stip van de realisatie van de monetaire unie.' munt. Dat is geen onontkoombare voorwaarde. Wel die pariteit. Maar het heeft natuurlijk enorme voordelen als je één munt hebt. Je hebt als ondernemer dan bijvoorbeeld geen omwisselings- kosten te betalen voor elke valutatrans actie. Uit het oogpunt van Europese samen werking is de introductie van een munt eenheid als betaalmiddel heel belang- Heel essentieel dat het wereld- handelssys teem open blijft; een voortduren de prikkel om concurrerend te blijven is voor iedereen goed. 'Maar naast de economische voorwaar de is er ook een politieke component. Concreet: wanneer zullen we het wil len? Nu denk ik dat die 'politieke wil' niet alleen maar wordt uitgedacht in re geringen en in parlementen. Ik denk dat ook de economische werkelijkheid in de loop van de jaren een steeds gro tere eigen druk zal gaan uitoefenen om de interne markt te completeren met de economische en monetaire unie. De economie, het bedrijfsleven gaat daar om vragen. Nu al, en dat zal in toene mende mate gebeuren. Hier zal ook weer een wisselwerking zijn tussen de drijvende kracht van het bedrijfsleven in de ruimste zin, en de politieke wil. Ergens moeten die met elkaar corres ponderen. Het kan best zijn dat - ondanks het feit dat het rapport eenstemmig is - de En gelse regering nog een tijdje nee blijft zeggen. Maar er komt natuurlijk een moment dat ook in de terminologie van mevrouw Thatcher 'de tijd rijp is'. De in- conveniënten worden natuurlijk ook steeds sterker gevoeld.' Als de EMU er eenmaal is, lijkt de ECU als betaalmiddel niet lang meer op zich te laten wachten. Andriessen nuan ceert dat beeld: 'De monetaire unie met de vaste wis selkoersverhoudingen gaat niet nood- zakelijkewijs gepaard met die ene rijk: het is de formele bevestiging van de onomkeerbaarheid van het proces. Zolang munten onherroepelijk ge fixeerd zijn, kan er toch altijd nog wel een keer een beslissing worden geno men om het toch niet zo onherroepelijk te laten zijn. Maar op het moment dat je één munt introduceert, is dat afgelo pen. In die zin is het creëren van die ene munt een buitengewoon vitale stap.' 'Het rapport gaat, nadat de ministers van Financiën zich daarover hebben gebogen, naar de vergadering van de Europese Raad van Madrid in juni aan staande. Het laat zich moeilijk voor spellen wat daar uit gaat komen. Ik denk niet dat de tijd al rijp is, dat daar heel ingrijpende beslissingen zullen worden genomen. Maar dat zal wel het eerste moment zijn waarop de 'hoge politiek' zich met die zaak zal bezig houden.' Europese markt mag zich niet isoleren. Als vice-voorzitter van de Europese Commissie heeft mr. Andriessen bui tenlandse betrekkingen en handelspoli tiek als aandachtsgebied. In die hoeda nigheid ervaart hij van nabij hoe de an dere economische machtsblokken rea geren op de ontwikkelingen die zich in Europa voltrekken. 'Zo goed als de Europese grote markt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 11