Bedrijfsleven heeft
duidelijk invloed op
snelheid Europese
eenwording
mr. F. H. J. J. Andriessen:
Karakteristiek tekent het stervormige gebouw Berlaymont zich af aan de
Wetstraat - of desgewenst Rue de ia Loi - in Brussel. Het is de zetel van
de Europese Commissie waar we op de statige 13e verdieping met vice-
voorzitter mr. Frans Andriessen tijdens een interview een aantal actuele
thema 's doorspreken. De Europese Economische en Monetaire Uniede
consequenties voor het bedrijfslevende landbouw, de relatie met andere
economieën en de BTW passeren de revue.
lap voor stap krijgt de geza
menlijke markt gestalte, be
gint de eenwording te leven
voor de ondernemers, de
burgers: de samenleving.
Op veel punten zijn belang
rijke vorderingen gemaakt.
Systematisch worden hin
derpalen tussen de lidstaten opgeruimd
om het marktmechanisme binnen de
populatie van 320 miljoen consumenten
de ruimte te geven. Consument en pro
ducent zijn daar bij gebaat. Soms zijn
de maatregelen als vanzelfsprekend,
logisch passend binnen het 'master-
plan'; soms ook is - voorzichtig uitge
drukt - wat meer diplomatie vereist om
alle participerende lidstaten te laten
wennen aan de consequenties van een
eendrachtig Europees optreden. Naar
mate de materie de kern directer raakt,
lijken de hobbels soms iets moeilijker te
nemen. Maar de ingezette ontwikkeling
gaat door; moet doorgaan in het belang
van de Europese economie en (dus) de
welvaart van 320 miljoen mensen.
Een van de discussiepunten voor de
komende maanden wordt het plan voor
de Europese Economische en Monetai
re Unie, dat een comité onder leiding
van EC-voorzitter Jacques Delors ter
tafel heeft gebracht. Mr. Andriessen
was met de presidenten van de centra
le banken van de lidstaten en drie ex
terne deskundigen, lid van het comité
dat het rapport ontwikkelde.
Doel van het Rapport is de weg aan te
geven naar de vorming van een econo
mische en monetaire unie. Voor het be
drijfsleven in de lidstaten heeft dat po
sitieve effecten; het betekent dat de
wisselkoersen worden gefixeerd en
daarmee een stuk onzekerheid over de
koersontwikkeling komt te vervallen.
Dat vooruitzicht blijkt veel ondernemers
sterk aan te spreken. Is het een ver
verwijderd toekomstbeeld?
'De commissie ziet het als een wense
lijke ontwikkeling. In het rapport - dat
kort en duidelijk is - worden de contou
ren voor de invulling en de fasering
aangegeven. Maar laat ik voor de dui
delijkheid stellen, dat het in feite een
politieke beslissing is om die kant op te
gaan. Dat kunnen wij als commissie
niet doen.
Het rapport onderscheidt een drietal fa
sen om tot een economische en mone
taire unie te komen. In de eerste fase
wordt het bestaande stramien ver
sterkt. Er moet worden gestreefd naar
meer economische afstemming binnen
de mogelijkheden van het Verdrag van
Rome. Nationaal monetair beleid moet
sterker worden gecoördineerd in het
Comité van Presidenten van Centrale
Banken. Die fase zou in moeten gaan
op 1 juli 1990, het tijdstip waarop de re
stricties op het kapitaalverkeer worden
afgeschaft. Tegelijkertijd zou in deze
fase de herziening van het Verdrag van
Rome moeten worden voorbereid.'
De suggestie is gedaan om een Euro
pees Reservefonds - een voorloper
van het Europees systeem van Centra
le Banken - in te stellen. Doel daarvan
is het kunnen interveniëren in de valu
tamarkt.
'Daar is een optie op genomen, maar
als standpunt van enkele leden. Niet
alle landen bleken voor dat idee gepor
teerd.
De vraag is, of we dit 'embryo' van een
Europees Centrale Banksysteem nu al
nodig hebben om het proces naar een