at ons bezigh Koers naar 1992 Telebankieren In de afgelopen maanden werd in dit blad regelmatig aandacht geschonken aan de eenwording van Europa en de gevolgen die de integratie van de markt voor het bedrijfsleven heeft. Uit onderzoek blijkt, dat de reactie van on dernemers heel verschillend is, varië rend van wachtend tot actief anticipe rend; sommigen zien de ontwikkelin gen als bedreigend, terwijl anderen juist nieuwe kansen onderkennen. Be langrijk is dat - hoewel 1992 nog ver weg lijkt - de managers van onderne mingen hun plan trekken; voorsorteren op de toekomst. Die oriëntatie is momenteel volop aan de orde. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de deelname aan symposia, die aangeslo ten banken organiseren, en ook uit de reacties die wij op de artikelenreeks 'Koers naar 1992' ontvangen. Met het oog op deze informatiebehoefte heeft de redactie van 'Rabobank' besloten een speciale 'Europa-editie' uit te bren gen. Vanwege het wat tijdloze karakter is dat nummer ongedateerd. Het zal ongeveer gelijktijdig met deze afleve ring (aangeduid als 5/6) in de eerste weken van juni verschijnen. De Europa-editie bevat onder andere een bundeling van de artikelen die wij onder het motto 'Koers naar 1992' plaatsten. Daarnaast doen wij verslag van interviews met mr. F. H. J. J. Andriessen, vice-voorzitter van de Euro pese Commissie en met mr. H. J. A. E. M. Klarenbeek, plv. voorzitter van de Hoofddirectie. Voorts waren wij te gast bij een vijftal ondernemers, die al volop bezig zijn met hun expansie op de Eu ropese markt: stuk voor stuk interes sante ontmoetingen met managers, die zowel blijk geven van visie als van een nuchtere kijk. Hopelijk zal deze uitgave eraan bijdragen het beeld op 1992 te verhelderen. 'Nederland zal actief op de mogelijkhe den moeten inspelen', stelde Andries sen tijdens ons vraaggesprek, 'het zal niet vanzelf gaan.' Coöpereren en management 'plus' Management en besturing van coöpe raties staan de laatste tijd in een gron dige belangstelling. Bij tal van gelegen heden is de kwaliteit, en daarmee de levensvatbaarheid van de coöperatie, onderwerp van discussie. Voor een groot deel zal deze, naar onze mening, gezonde belangstelling terug te voeren zijn op het intrigerende karakter van de coöperatieve ondernemingsvorm. De hamvraag lijkt of het fenomeen coöpe ratie in onze moderne tijden tot bloeien in staat moet worden geacht. Binnen de Rabobankorganisatie over dat bloeien geen spoor van twijfel. Inte gendeel, we zijn ons terdege bewust van onze coöperatieve inslag en de sterke punten die ons dat geeft! Men slaat de uitspraken van onze voorzit ters van de Raad van Beheer en de Hoofddirectie er maar op na. In ons januarinummer bijvoorbeeld onder streepte drs. H. H. F. Wijffels in een in terview nog eens dat de coöperatieve grondstructuur van de Rabobankorga nisatie wezenlijk goed en daarmee voor de toekomst bijzonder kansrijk is. Hij wees daarbij op de veranderende rol van directie en bestuur binnen de coöperatieve structuur: 'Door de toene mende kennisintensiteit binnen de bank neemt de betekenis van de pro fessionaliteit toe. Dat is onvermijdelijk. De rol van het bestuur wordt daardoor meer conditionerend.' Door de jaren heen - bijna onmerkbaar - is die schijnbaar voldongen coöperatieve taakverdeling tussen bestuur en direc tie meeveranderd met de eisen die de omgeving heeft gesteld. Wijffels zei daarover: 'Die evolutie zit er al enige tijd in. In de beginjaren waren de be stuurders ook geïnvolveerd in het uit voerend werk. Dat is geleidelijk afge bouwd. Bestuurders moeten er nu op toezien dat de 'professionals', die zijn aangesteld om het werk te doen, func tioneren ter realisering van de doelstel lingen van de coöperatie.' Binnen de structurele context van de coöperatie is vanaf het begin beweging te bespeuren geweest in de taakverde ling tussen de statutaire organen. Een geleidelijk, continu vormingsproces waardoor - in een veranderende omgeving - het realiseren van de doel stellingen mogelijk blijft. Daarin ligt te vens een verantwoordelijkheid opge sloten, die directie en bestuur - mana gement en besturing - tegenover de vereniging en daarmee tegenover el kaar hebben. Dat geeft het werken in een coöperatie voor de 'professionals' ook iets extra's: die constante toestand van overleg en afstemming, die alleen goed kan gedijen op basis van vertrou wen. Coöperatief top-directeur Pierre Lardinois drukte het kernachtig eens zo uit: 'Voor mij is werken bij een coöpera tie een dimensie meer. Het is werken voor leden en cliënten... het is deel uit maken van een groep en uiteindelijk maatschappelijke verantwoordelijk heid!' Deze uiting van Lardinois is nu breed bevestigd in een proefschrift over het top-management in coöperatieve orga nisaties. Th. H. Homan promoveerde op dit onderwerp aan de Universiteit voor Bedrijfskunde Nijenrode. Aan zijn studie ligt veel empirisch onderzoek binnen coöperaties ten grondslag. Een voorname conclusie van Homan is dat de coöperatie-directeur ten opzichte van een directeur van een NV/BV over een (sociaal-bepaalde) plus moet beschik ken en dat een coöperatie mede door die meegebakken cultuur van 'coöpere ren' bepaalde inherente voordelen heeft ten opzichte van andere organi satievormen. Het zijn conclusies die in coöperatiekring niet echt verwondering kunnen wekken: ze vormen de neer slag van jarenlange coöperatieve prak tijk en coöperatieve cultuur. Wat dat be treft zal de uitstraling van Homans ver dienstelijke werk vooral naar buiten toe kunnen optreden. En het is goed dat het proefschrift ver schijnt op een moment dat nogal eens vraagtekens worden geplaatst bij het coöperatief aanpassingsvermogen in tijden van snel voortschrijdende schaal vergroting en veranderende vermo gensbehoefte. Door het 'achter de schermen kijken' van Homan, wordt langs wetenschappelijke weg onder bouwd dat - in vergelijking met bijvoor beeld NV en BV - de coöperatieve or ganisatievorm op belangrijke punten beter scoort. Daarbij schuilt een aan trekkelijke 'plus' in de twee-eenheid 'management en besturing', die de co- operatie door de tijden loodst. Deze maand was het zover: de eerste officiële ingebruikneming van de nieuw-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 2