Toetsing van genetische manipulatie Hemd en rok dilemma Wellicht wat laat, maar de discussie over gene tische manipulatie van planten en dieren wordt wel intensief gevoerd in de landbouw. Met een grote deelname vanuit de basis. Het vraagstuk wordt overigens breder benaderd dan de ethi sche afweging: mag alles wat kan?'. Genetische manipulatie en parallel hiermee de toe passing van biotechnologie lijkt veel op zijn kop te kunnen zetten. In beginsel is het volgens de deskun digen straks mogelijk alle organismen te kruisen en alle voedselgrondstoffen onderling uit te wisselen. Daarmee kunnen onwrikbaar geachte structuren, pro ductie- en prijsverhoudingen op drijfzand komen te staan. Voor de agrarische sector voorwaar een ont wikkeling met strategische aspecten. Het mag dan ook niet verbazen dat in de discussies binnen de landbouworganisaties meer het accent wordt gelegd op de sociaal-maatschappelijke aspecten dan op de lange termijn gevolgen voor het milieu. Dit laatste is vooral de zorg die de overheid bezighoudt en waar voor regelgeving wordt ontwikkeld. De vraagstelling in de landbouw gaat dan ook steeds meer in de rich ting van 'wat willen we ermee?'. Deze vraagstelling heeft Prins Claus enkele jaren geleden aan de orde gesteld in een publicatie van de Stichting Bio- Wetenschappen en Maatschappij. De vraag naar het nut is voor boeren en tuinders ver trouwd. Met deze grondhouding is in het verleden van uit de landbouw een nieuwe technologische ontwik keling veelal positief tegemoetgetreden. Acties zoals het vernielen van machines in Engeland tijdens de in dustriële revolutie zijn wat de landbouw betreft niet bekend. Terwijl de gevolgen van landbouwmechani satie, toepassing van chemie bij de plantenteelt en automatisering in de veehouderij niet minder ingrij- Ir. J. H. Egberink pend zijn geweest voor de agrarische beroepsbevol king. Is een verklaring hiervoor misschien dat de onzeker heden vanuit de 'non-technologie' in de natuur als nog meer bedreigend worden gevoeld? Hoe het ook zij. de Nederlandse land- en tuinbouw heeft met be hulp van moderne technologie een groot goed. Dit betekent overigens niet dat er geen regels en rand voorwaarden worden gesteld aan de technologie in de landbouw. Veiligheid van mens en dier en gezond heid van de omgeving worden algemeen geaccep teerd als niet te overschrijden randvoorwaarden. Bij de beoordeling van het toestaan van gemanipuleerde organismen zullen redelijke risico-criteria door de landbouw worden aanvaard. Maar de landbouw zal hierbij een praktische benade ring voorop stellen. Bijvoorbeeld het niet toelaten van het kweken van een aangepast aardappelras in Fries land, omdat bij eventuele export van de pootaardap- pel naar Zuid-Amerika door mogelijke verwildering de flora zich ter plaatse zal kunnen wijzigen, zal weinig begrip ontmoeten. De afweging van het belang van de grens die de ver wilderde aardappelplant niet herkent en het bestaan van de Friese of Flevoboer, valt dan hoogstwaar schijnlijk ten gunste uit van laatstgenoemden. Internationaal voortouw Maar er valt uiteraard meer te zeggen over een toela tingsbeleid bij gemodificeerde organismen. Een beleid moet niet alleen een voldoende draagvlak heb ben. De opgestelde regels moeten effectief, contro leerbaar en hanteerbaar zijn. Effectief houdt o.m. in dat het beleid niet moet stimu leren tot verplaatsing van activiteiten naar het buiten land. Bij biotechnologie en genetische manipulatie is dit niet denkbeeldig. Het betreft immers veelal activi teiten van multi-nationale ondernemingen. Bovendien zijn de kennisbronnen, namelijk de wetenschappers, bij uitstek mobiel. Daarom dringt het Landbouwschap aan op internationale regels, tenminste op EG-nive- au. Nog beter zijn wereldwijde afspraken. Daar zijn voorbeelden van. De Codex Alimentaris in FAO-ver- band geeft richtlijnen voor het toestaan van ongewen ste stoffen in voedingsmiddelen. Vrijwel alle ontwik kelde landen en vele ontwikkelingslanden houden zich aan deze regels. Ten aanzien van criteria voor het toestaan van gemanipuleerde planten- en andere organismen verdient een soortgelijke benadering overweging. Nederland en Nederlandse wetenschap pers zouden hierbij het voortouw kunnen nemen. Moratorium contraproductief De slaagkans van een reguleringsbeleid wordt groter

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1989 | | pagina 28